Hij was door zijn ouders met twee jaar vertraging op school ingeschreven en zat daarom op de lagere school bij mij in de klas. Erdal, de Koerdische branie, mijn naamgenoot. Ik was 10, hij 12. In zijn kielzog betrad ik de verboden velden om zonnebloemen te jatten. Op de bank van een uitgebrande vrachtwagen leerde hij me roken.
Een keer zag ik hem als een gek rennen naar huis. Ik rende hem achterna en kwam erachter dat hij zo hard rende omdat hij niet te laat mocht zijn op zijn eigen bruiloftsfeest. Erdal stapte die dag in het huwelijksbootje met zijn iets oudere nicht.
Lachen
Om eerlijk te zijn hebben wij veel om deze nieuwe situatie moeten lachen. In het armoedige stadje in het noordoosten van Turkije sijpelde de moderniteit via staatsonderwijs, kranten en televisie onze levens binnen. Ik hoorde bij het deel van de bevolking dat de nieuwe tijd probeerde te omarmen. Mijn naamgenoot kwam niet meer naar school. Ik ging hem niet vragen hoe het met hem ging. Want de achterblijvers, daar lachte je om.
Een jaar later migreerden we als gezin naar Nederland om, zodra we aankwamen, in de positie te belanden die mijn naamgenoot in Turkije goed kende. Zo laconiek als wij waren omgegaan met zijn op piepjonge leeftijd door onderontwikkeldheid vermorzelde leven, zo werden wij als de nieuwste lichting migranten, die nooit hadden leren zwemmen, in de oceaan gesmeten die het nieuwe tijdperk bleek te zijn.
De meesten van ons verdronken. Ikzelf heb me vastgeklampt aan het denken en aan mijn in Turkije al geplante wortels van moderniteit en Verlichtingsidealen. Om te midden van die prachtige oceaan te concluderen dat moderniteit niet alleen de levenslange inspanning is om het geluk te vinden door nooit de liefde voor democratie, vrijheid en vooruitgang op te geven.
Desinteresse
Moderniteit is ook de strijd die geleverd moet worden voor democratie, vrijheid en vooruitgang voor anderen. Ik zag de eilandjes in de West-Europese steden ontstaan en wond me heel wat jaren op over het gebrek aan het idealisme bij de Europese elites om de nieuwe inwoners van hun landen ook deel te laten worden van dat geluk.
Wij hadden toegekeken toen mijn klasgenoot en zijn nicht als kinderen voor het leven getekend werden. In steden waar de hele moderniteit was geboren, ging het blijkbaar niet veel anders en betaalden de migrantenkinderen de rekening voor de desinteresse bij lui die liever vanaf de zijlijn toekeken.
Heel wat jaren gingen voorbij en leerde ik dat deze overtuiging van mij enige nuance miste. De klimaatramp klopte steeds luider op de deur. We waren er net over gaan praten toen corona de wereld in gijzeling nam. Onder deze omstandigheden van de dreigende apocalyps en een pandemie behelsde de kwestie van de ‘afgehaakten’ niet alleen naamgenoot Erdal, ons gezin in Nederland, de migranten van Europa maar ook de autochtonen van het Westen.
In Amerika hielp de onderklasse Donald Trump in het zadel. Complottheorieën waren als het wassende water waaraan niet te ontsnappen viel. De massa’s schoven hun zwak voor autocraten, hun sterke afkeer van de wetenschap, hun liefde voor bijgeloof en hun weerzin voor het intellectualisme niet meer onder stoelen of banken. In Nederland was op een gegeven moment Thierry Baudet leider van de grootste partij van Nederland.
Zoektocht
Zoals ik boven beschreef, staat moderniteit voor mij gelijk aan de zoektocht naar geluk. Én aan de vechtlust om zoveel mogelijk mensen deel te laten nemen aan dat geluk. Want moderne samenlevingen creëren is onmogelijk als grote groepen mensen, die nooit hebben mogen proeven aan dat geluk, met benzine en vuur klaarstaan om de wereld in vlammen te laten opgaan.
Wat Erdal de Koerd betreft: ik ben sindsdien wel een paar keer teruggegaan naar het stadje waar we de zonnebloemen jatten en waar we leerden roken. Iedere keer dacht ik daar aan hem, maar nooit heb ik iemand gevraagd waar hij was of hoe ik hem kon vinden. Omdat ik vreesde dat hij niets liever zou willen dan spugen op mij en de moderniteit waarin ik mij tegenwoordig begeef. Ik vrees dat hij niet alleen staat in dat streven. Ze zijn met miljarden. En het kan ze niets schelen dat de wereld vergaat.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant en is hier, met dank aan en toestemming van uitgever en Erdal Balci, geplaatst.
Beeld: Tommasso/Depositphotos