Hoeveel ‘maar’s verdraagt de vrijheid?
In sommige landen verdwijnt de vrije kunst in duisternis: in kerkers van dictaturen, in de nacht van onbestemde bestemmingen, opgelost in een verlammende angst. Dictators, ideologen en orthodoxen vrezen geen wapen met grotere vreze dan de notenbalk, de kwast en de camera van vrijmoedige kunstenaars.
Maar hier toch niet? Wij zijn het land van Spinoza en Erasmus, van provo en polderaars: het land waar de vrijheid met forse slagen in de grondwet is gebeiteld. En dat klopt. Er is veel om dankbaar voor te zijn en te koesteren. Hier geen kerkers, hier geen censuur, hier geen aanslagen.
En toch vindt Vrij Links het belangrijk om ook hier en nu op te roepen de kunsten opnieuw te ontketenen: Unchain My Art.
Simpelweg om een enkel woord. Een alomtegenwoordig, petieterig woordje, dat niettemin hardnekkig knaagt aan het weefsel van de vrijheid.
‘Maar…’
Vooruit, soms twee woordjes: ‘Ja, maar…’
Een moord, op een grijze novembermorgen, in Amsterdam om een film. Later in Parijs, een kogelregen voor een tekening. Wat zei een groot Nederlandse schrijver hierover? Dat dit geen echte bedreiging van de vrijheid van expressie is: “Gewoon een beetje rustig aan met de Profeet,” kopte hij in zijn column. En dan komt dat ene woordje, die ene zin, dat kleine knagertje: “De vrijheid van meningsuiting is een fundamenteel recht, daarmee ben ik het eens. Maar… ”
Het woordje waarvan je weet dat het komt zodra een bestuurder of opiniemaker plechtig de vrijheid affirmeert: “Vrijheid is een groot goed — maar.” Salman Rushdie doopte hen de ‘But Brigade’, de maar-zeggers.
Het is death by a thousand cuts, die vermaarisering van de vrijheid. Juist ook in uiterst wellevende, vreedzaam formulerende kringen. Daar kruipt het ‘maar’ waar het niet gaan kan.
Kunst aan het oog onttrekken of personages aanpassen is misschien niet goed, maar we willen niemand uitsluiten, toch? Je mag wel alles zeggen, maar je hoeft geen podium te krijgen, nietwaar? Natuurlijk moet de overheid zich niet met de kunsten bemoeien, maar jij bent toch ook voor diversiteit in de samenleving?
Zo gebeurt het dat een auteur met grote literaire kwaliteiten niet de juiste huidskleur heeft om een gedicht te vertalen, dat naakten in musea worden weggehaald of afgedekt, dat een homoseksueel personage geschrapt wordt uit een schoolmusical, dat in een nieuwe vertaling van de Goddelijke Komedie van Dante passages worden weggelaten.
Zo gebeurt het dat makers van kunst, om voor subsidie in aanmerking te komen, eerst specialisten in het turven van kleur, sekse, gender en geaardheid van makers en publiek moeten worden. Bezwaar daartegen? Maar… je bent toch niet voor racisme en uitsluiting? De kunstenaars die op de afvinklijstjes slecht scoren, worden heengezonden, buitengesloten. Zij hadden de verkeerde huidskleur, het verkeerde geslacht, de verkeerde leeftijd. Hun kunst mag goed zijn, maar.
Opvallend genoeg is sociaal-economische klasse dan weer geen vinkje op de checklist. Het lijkt wel alsof een goedgesalarieerde, goedbenetwerkte beleidsmakersklasse daar liever niet te lang bij stilstaat. ‘Jij bent dan wel arm, maar wij zijn nu even met belangrijker dingen bezig’. Een verzwegen ‘maar’ – adding insult to injury.
Een laatste voorbeeld. Aan de talkshowtafel van Op1 vertelt een cartoonist over bedreigingen met geweld door aanhangers van Erdogan, over rechtszaken aangespannen door de dictatoriale leider zelf en over een toenemend intolerant klimaat voor cartoonisten in Nederland. Negatieve commentaren van onze staatssecretaris van Cultuur op een van zijn spotprenten die over de politiek leider van haar partij gaat, maken het er niet beter op.
“Vroeger stond de samenleving om de kunstenaar heen,” zei de cartoonist. “Nu heb ik het gevoel dat je alleen staat in een samenleving die een stapje achteruit doet.” De talkshowtafel verstijfde in collectief stilzwijgen. Toen deed een van de gasten haar mond open: “Maar…”
Hoeveel ‘maar’s verdraagt de vrijheid?
Makers van kunst die ten prooi vallen aan bedreigingen of sociale mediastormen, staan steeds vaker alleen. Zij worden gedropt als een baksteen door hun galerie, hun krant, de Tefaf of gewoon iedereen. Het land van Spinoza en Erasmus is verworden tot een land dat geregeerd wordt door dat ene woordje.
Kunstambtenaren, curatoren, kunstfondsen, kunsthistorici en -critici, politici, niet-kunstenaars hebben luidkeelse ideeën over het hogere ideaal dat de kunsten moet dienen. Zij maken de vrije kunst tot hun werktuig, hun dienstmaagd. Zij instrumentaliseren kunstenaar en publiek in een dwingende poging hun ideale wereld naderbij te brengen: niet met kerkers of onbestemde bestemmingen in de nacht, maar met ‘maar’.
Vrij Links is vooral geïnteresseerd in het denken over vrije kunsten, van kunstenaar of auteur zelf. In Unchain My Art zochten wij daarom de kunst en kunstenaars zelf op om het debat aan te scherpen.
We wilden twaalf makers de vrijheid geven om te experimenteren zonder (vooraf) aan criteria te moeten voldoen die ook in de huidige cultuursector te vaak worden opgesteld door academici en andere niet-kunstenaars.
En wow, deze makers, wat gaven zij een antwoord! De rijkdom, de diversiteit aan antwoorden, ideeën, visies en vormen overvielen ons. Wat een ongerustheid, wat een onrecht.
Na onze vraag aan de kunstenaars, doen we nu een oproep aan jullie, de lezers, de luisteraars, de kijkers.
Laat deze twaalf grote bijdragen aan Unchain My Art niet het sluitstuk zijn van een vraag, maar het vertrekpunt voor een veel, veel krachtiger verdediging van de vrijheid door ons allemaal.
De vrijheid van de kunst hoort nooit (alleen) aan de kunstenaars te zijn om te verdedigen. Het hoort iets van de hele samenleving te zijn. Vrij Links vindt het onaanvaardbaar dat de samenleving naar achter is gestapt, geïntimideerd door de maars en de maar-zeggers.
Het is de hoogste tijd om weer naar voren te stappen. Zonder mitsen, zonder maren.
Unchain Our Art.
De twaalf bijdragen van kunstenaars aan Unchain My Art worden vanaf 17 juni online gepubliceerd.
Het project is mede mogelijk gemaakt door de Kunstraad Groningen. Namens bestuur, redactie en event-organisatie van Vrij Links danken wij op deze plaats alle makers en de Kunstraad.