De Roemeense verwerping van een grondwettelijk verbod op het homohuwelijk is vanuit Europees perspectief uitzonderlijk. Alle buurlanden hebben het al grondwettelijk verboden; Roemenië was in feite een van de weinige Oost-Europese landen die dat nog niet hadden gedaan.
Dit is een verhaal dat niet vaak verteld wordt, want we richten ons liever op de landen waar huwelijksgelijkheid bereikt is in plaats van verhinderd, maar het is het weten waard met welke moeite wordt geprobeerd dit grondwettelijk te verbieden; ik zal betogen dat het begrepen moet worden als een reactie op de veranderingen waarvan de traditionalisten vreesden (en misschien wisten) dat die er zouden komen.
Sinds 1989 is de Europese kaart snel aan het veranderen als het gaat om het legaal erkennen of verbieden van homoseksuele relaties. In dat jaar erkende Denemarken voor het eerst het geregistreerde partnerschap voor lhbt koppels (als een alternatief voor een volledig huwelijk). Dit zwengelde de debatten op het hele continent aan en zowel voor- als tegenstanders streefden ernaar hun visies (Grond)wettelijk vast te leggen.
Ondertussen schudde het Oostblok in 1989-91 het communisme van zich af, wat religie, nationalisme en conservatisme de kans gaf terrein te winnen. Als reactie op de vermeende dreiging die lhbt-gelijkheid voor traditionele waarden vormde, ging de ene na de andere voormalige socialistische staat ertoe over om grondwettelijk het homohuwelijk te verbieden, al tien jaar voordat het ook maar ergens elders werd erkend (Nederland was in 2001 de eerste).
Bulgarije (1991), Litouwen (1992), Wit-Rusland en Moldavië (1994), Oekraïne (1996), Polen (1997), Letland en Servië (2006), Montenegro (2007), Hongarije (2012), Kroatië (2013), Slowakije (2014), Armenië (2015) en eerder dit jaar Georgië (2018) hebben alle expliciet in hun nationale grondwet verboden dat andere koppels dan die van het tegenovergestelde geslacht met elkaar trouwen.
Dat hadden ze decennia of eeuwen eerder kunnen doen (voor zover die landen toen bestonden), maar er lijkt geen noodzaak voor geweest te zijn; niemand lijkt voorzien te hebben dat lhbt-emancipatie zo ver zou reiken dat zo’n fundamenteel instituut in de samenleving, de huwelijksband tussen een man en een vrouw, ook voor mensen van hetzelfde geslacht zou worden opengesteld.
Dit heeft te maken met hoe ons idee van het huwelijk in de twintigste eeuw is veranderd van een ‘gecontroleerde omgeving’ om nageslacht in te produceren, zo je wilt, tot een publieke uiting van stabiele liefde en affectie tussen (twee) mensen (met wat aanvullende juridische en financiële voordelen) waarin het voortbrengen van kinderen een optie is in plaats van het doel. (Sterker nog, het huwelijk zelf werd in het geheel niet langer meer als noodzakelijk beschouwd om een bestaande intieme relatie te bevestigen, en werd optioneel). De verschuiving van dit idee beangstigt op zichzelf al veel conservatieven; dat daarbovenop een instituut dat oorspronkelijk bedoeld was voor heteroseksuele stellen om kinderen te maken (wat homoseksuele stellen niet lukt zonder hulp) open komt te staan voor homoseksuele koppels, verklaart waarom het zo’n heftige tegenstand oproept (om maar niet te spreken over de talloze andere irrationele motieven voor homofobie).
West-Europa lijkt er meer klaar voor te zijn geweest om de veranderende aard van intieme relaties te accepteren en lhbt mensen in de samenleving op te nemen; alle landen van het voormalige ‘Westblok’ hebben nu huwelijksgelijkheid erkend, met uitzondering van Zwitserland, Italië, Griekenland, Cyprus en Noord-Ierland (en de microstaten), die wel geregistreerde partnerschappen erkennen.
Maar veranderingen zijn aanstaande. Van het oude Oosten erkennen Tsjechië, Estland, Slovenië, Kroatië en Hongarije al geregistreerde partnerschappen, ondanks grondwettelijke verboden op het homohuwelijk in de laatste twee. De publieke opinie verschuift ook langzaam richting lhbt-emancipatie, en het zou slechts een kwestie van tijd kunnen zijn voordat deze verboden zullen falen, zoals ze in de VS in 2015 hebben gedaan.
Roemenië heeft ervoor gekozen niet de conservatieve weg te nemen door te proberen een revolutie uit te stellen die naar alle waarschijnlijkheid vroeg of laat toch zal komen. Dat is een goed teken. Laten we de goede strijd blijven voeren voor gelijke rechten, of zij die daarvoor strijden ondersteunen.