Coen de Jong vraagt zich af waarom de Democraten in de Verenigde Staten niet profiteren van de onvrede onder het electoraat van Trump. Hij roept op tot een keuze voor progressieve politiek, waarbij ingezet wordt op het verbeteren van inkomens, recht op gezondheidszorg en een goede infrastructuur. Als de Democraten deze kans niet grijpen en blijven inzetten op identiteitspolitiek en genderneutrale toiletten, is dat een recept voor de geboorte van een extreemrechtse Trump 2.0.
Groot was de vreugde in de Nederlandse media toen de Democraten na de congresverkiezingen in de Verenigde Staten de meerderheid in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden terug wisten te veroveren. Maar de Democraten hebben weinig reden tot juichen. Een ‘swing’ halverwege een termijn van een president in zijn eerste termijn is vrij gewoon. Barack Obama en George Bush jr. hadden er ook mee te maken. De Republikeinen hebben hun positie in de Senaat zelfs verstevigd. Het effect van de ‘blue wave’ valt nogal tegen. Trump zit nog stevig in het zadel.
Waarom profiteren de Democraten niet van onvrede?
De Democraten profiteerden in een tweestrijd met de gemankeerde Trump te weinig van de – inmiddels spreekwoordelijke – onvrede onder het electoraat. Logisch, want de Democraten hebben hun natuurlijke achterban – progressief denkende mensen met lage en middeninkomens – weinig te bieden. Tientallen miljoenen Amerikanen hebben geen toegang tot een zorgverzekering. Een fors deel van de Amerikanen komt financieel amper rond, leeft van paycheck-to-paycheck en kan zich, bij wijze van spreken, nog geen nieuwe wasmachine veroorloven. De Democraten verdedigen deze status-quo en kwamen in 2018 inhoudelijk niet verder dan roepen dat Trump niet deugt.
In 2016 wilde een groot deel van de ‘base’ van de Democraten de progressieve Bernie Sanders als kandidaat. De Democraten zijn echter afhankelijk van donoren uit het bedrijfsleven die Sanders niet zagen zitten. De partijtop werkte zich daarom in het zweet voor Hillary Clinton. Dankzij door WikiLeaks gepubliceerd e-mailverkeer binnen de Democratic National Convention weten we dat de partijtop Sanders’ kandidatuur zelfs actief tegenwerkte. Een deel van Sanders’ aanhang bleef vervolgens bij de verkiezingen thuis en sommigen van zijn aanhangers stemden zelfs op Trump.
Democratie?
De Verenigde Staten zijn in feite slechts ten dele een democratie. Politieke invloed draait volledig om geld. Presidentskandidaten krijgen het grootste deel van hun campagnegeld van grote bedrijven via zogenaamde Political Action Committees (super-PACs), die miljardairs zoals de gebroeders Koch in staat stellen kandidaten van hun keuze te steunen. De helft van de Amerikanen stemt niet. Velen hebben niet de mogelijkheid om te stemmen, vanwege subtiele vormen van ‘voter suppression‘. Deze benadelen vooral armere kiezers: zo zijn er in sommige wijken te weinig stembureaus, bestaan er ingewikkelde procedures om je als kiezer te registreren en mogen mensen met een veroordeling voor strafbare feiten in staten als Florida vaak niet stemmen.
Verschuiving naar rechts
Het zwaartepunt van de Amerikaanse politiek is sinds de periode-Reagan in de jaren 80 steeds naar rechts opgeschoven. Noam Chomsky zegt terecht dat veel van Bernie Sanders’ programmapunten onder de Republikeinse president Eisenhower beleid waren. In het publieke debat staan zelfs basisvoorzieningen uit de West-Europese verzorgingsstaat in een kwade reuk. Amerikanen zijn geconditioneerd om mild links beleid te verwerpen als ‘socialism’. De Democraten schuiven daarom bij elke verkiezing verder op naar rechts. Obamacare – gepresenteerd als grote progressieve doorbraak – stelde weinig voor en was een doekje voor het bloeden. Terwijl een meerderheid van de Amerikanen voorstander is van betaalbare gezondheidszorg voor iedereen.
Net als Sanders was Trump een outsider die de boel op zijn kop zette. In tegenstelling tot Trump wist Sanders niet te winnen van de partijtop die hem niet pruimde. Sanders was een progressieve populist, Trump een reactionaire populist. Beiden waren populair bij kiezers die het systeem wantrouwen. De gedroomde kandidaten van beide partijen in 2016, Hillary Clinton en Jeb Bush, steunden falende militaire interventies, verhogingen van de defensiebudgetten en verhoging van de inkomensverschillen in de VS zelf. Trump kon winnen omdat de Democraten met Hillary Clinton nauwelijks enthousiasme losmaakten. Velen stemden op Clinton bij gebrek aan beter, met dichtgeknepen neus en ingehouden weerzin.
Ideologische leegte
Obama verbloemde als boegbeeld de ideologische leegte bij de Democraten, die meenden dat minderheden kritiekloos op hen zouden stemmen in ruil voor een vleugje identiteitspolitiek. Juist die identiteitspolitiek joeg een deel van de blanke kiezers weg. Veel zwarte kiezers herinnerden zich dat Bill Clinton als president een recordaantal zwarte mannen had laten opsluiten.
De geografie zal ook in 2020 tegen de Democraten werken, want de dunst bevolkte staten – waar de Democraten zwak staan – hebben verhoudingsgewijs de meeste politieke afgevaardigden in het congres. De Democraten hebben ook nog eens geen enkele kandidaat voor de presidentsverkiezingen van 2020 die enthousiasme losmaakt. 70-plussers als Nancy Pelosi en Joe Biden horen in Washington bij het meubilair. Sanders is persona non grata bij de partijtop. Bij de Democraten circuleren wanhoopvoorstellen, zoals Tom Hanks of Oprah Winfrey tegen Trump in stelling brengen. Het is bijna een parodie op serieuze politiek.
Donald Trump is een geperverteerde variant van de ‘great communicator’ Ronald Reagan. Trump gaf aandacht aan een groep tweederangsburgers die door de Democraten tot ‘deplorables’ zijn bestempeld. Maar Trump is ook een ‘con artist’, een oplichter die goedgelovigen gouden bergen belooft en tegelijk hun portefeuille leeghaalt, in ruil voor een verlaging van de winstbelasting voor bedrijven. De groei van de werkgelegenheid bestaat vooral uit McJobs, waar mensen 60 uur moeten werken voor een hongerloon. Zodra kiezers doorkrijgen dat ze door Trump zijn belazerd, zal de onvrede exponentieel toenemen.
Kies voor progressieve politiek
De Democraten moeten die onvrede aanspreken. Naar rechts opschuiven en de Republikeinen kopiëren werkt niet, want het origineel zal altijd winnen van een slechte kopie. Kiezers terugwinnen is wel mogelijk met een progressief programma dat mikt op verbetering van inkomens, gezondheidszorg en infrastructuur. Veel van Trumps kiezers in de armere ‘swing states’ als Michigan en Pennsylvania snakken daar ook naar. Het spreekt meer kiezers aan dan identiteitspolitiek en genderneutrale toiletten.
Chris Hedges – auteur van het boek America, A Farewell Tour – beschrijft hoe ongeremd kapitalisme en democratie elkaar uitsluiten. De verarming en verloedering in de VS bedreigen juist de democratie. Franklin D. Roosevelt begreep dit al tijdens de crisis in de jaren dertig van de 20ste eeuw. Roosevelt – zelf een kapitalist – vermengde via de New Deal kapitalisme met staatsingrijpen. De Republikeinen breken nu onder Trump de laatste restjes sociale zekerheid af en duwen miljoenen Amerikanen in de positie van moderne horigen. De presidentsverkiezingen van 2020 zijn een gouden kans voor de progressieve Democraten. Missen ze die, dan zal de volkswoede blijven toenemen en uiteindelijk een extreemrechtse Trump 2.0 baren.