Schoonmakers aangesloten bij de FNV voeren momenteel CAO-acties door heel Nederland. De 2 procent die de werkgevers bieden, is minder dan de inflatie en dat in een sector waar de werknemers toch al amper een leefbaar inkomen kunnen verdienen. De actievoerders willen 5 procent meer loon, een hogere eindejaarsbeloning, vrij met 1 mei, de kans om gezond het pensioen te halen en gelijke rechten plus sneller een vaste baan voor uitzendkrachten. Herrie Hoogenboom van FNV Schoonmaak vertelt waarom het nu urgent is.
‘Wij vragen een leefbaar inkomen, waarvan je een gezin kunt onderhouden. Daarvoor moet je op ongeveer 130 procent van het minimumloon zitten. Dat komt nu, na tien jaar actievoeren, binnen bereik voor mensen die de top van de loonschaal halen. Daar kom je aan na zo’n vier jaar werken.’
Dat lijkt me niet héél hoog gegrepen als eis, toch? Waar loopt het op vast?
‘De schoonmaakbazen roepen overal dat ze onze mensen zo verschrikkelijk belangrijk vinden. En dat ze inzetten op bewondering en respect en werk dat volgehouden kan worden tot je pensioen. Nou, daar hoort wat ons betreft ook loon bij.
‘We zien op dit moment overal dat loon achterblijft bij de economische ontwikkeling. Het aandeel dat naar de werkers gaat is in de loop der jaren steeds kleiner geworden. En dan hoor je veel kritiek op de vakbonden, maar intussen wij zijn de enige die proberen dat gevecht te voeren. Of in elk geval de enige met de slagkracht die mensen in staat kan stellen om voor hun rechten op te komen op dit vlak. De OR doet dat niet voor je, hè.’
Voor hoeveel mensen geldt deze CAO?
‘In de schoonmaak werken zo’n 150.000 mensen. Die vallen allemaal onder deze CAO. Oók degenen die niet aangesloten zijn bij de vakbond. Al moet ik zeggen dat onze leden daar ook wel eens moe van worden, zij hopen dat alle anderen ook opkomen voor hun rechten. We zijn sinds 2008 aan het knokken, sommige van onze activisten hebben in die tien jaar in totaal wel een half jaar gestaakt. En dat heeft ze behoorlijk wat geld gekost. Als we met méér mensen zijn, staan we zo veel sterker. Wij hebben 15.000 leden, en de CNV is er ook. Maar op het totaal is dat natuurlijk niet maximaal.
‘Veel mensen zijn bang om hun nek uit te steken in deze sector, waar – en dat geldt voor de hele onderkant van de arbeidsmarkt – de bedrijfsvoering voor een groot deel bestaat uit intimidatie, vriendjespolitiek en willekeur. Daar komen de meest schrijnende situaties uit naar voren. Maar dat zorgt wel dat mensen in het gareel blijven omdat je vaak persoonlijk wordt aangepakt. Niet eens door de directeuren van de grote bedrijven maar door het middenkader, de directe leidinggevenden. Die accepteren actievoerders niet en die hebben altijd wel een stok om mee te slaan.
‘Wat wij als FNV Schoonmaak de afgelopen tien jaar hebben bereikt, is dat wij heel sterke groepen hebben op strategisch belangrijke plekken. Allemaal lid van de vakbond, die weten hoe het gaat en hoe het werkt.’
U wilt het liefst dat die groepen nog groter en sterker zijn?
‘Ja natuurlijk. Sluit je alsjeblieft aan allemaal.’
Wat ik me afvroeg – vanuit de neoliberale hoek zeggen ze: ‘Dit is gewoon marktwerking. Voor jou tien anderen.’ Wat zegt u?
‘Als hier echte marktwerking zou zijn, zouden de lonen al een heel stuk hoger moeten liggen. De schoonmaakbedrijven, zeker in de Randstad, hebben grote moeite om de vacatures te voldoen. Ze kunnen de mensen niet vinden en ze houden mensen in tijdelijke contracten.
‘Veel schoonmaakbedrijven hebben eigen uitzendbureaus die dat regelen. Het is ook een sector die draait op de draaideurconstructie, erin en eruit. Deze week nog sprak ik een meneer die al acht jaar bij een schoonmaakbedrijf werkt als uitzendkracht. Elke keer wordt hij naar huis gestuurd. Daar zijn er veel van. En ook die mensen zijn niet in staat voor hun rechten op te komen omdat ze heel makkelijk weggestuurd kunnen worden.’
Wat houdt die betere lonen tegen?
‘Schoonmaakbedrijven concurreren elkaar – maar vooral de mensen die het werk moeten doen – de vernieling in. De marges zijn heel smal en dat komt doordat opdrachtgevers voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Niet bereid zijn te betalen wat er nodig is. Over neoliberalisme gesproken …’
Dan moet je dus niet alleen de bazen aanspreken maar ook de opdrachtgevers?
‘Daar zijn we dan ook al tien jaar hard mee bezig. Wij vinden dat opdrachtgevers hun verantwoordelijkheid hierin hebben. In 2010 is op initiatief van de NS en Schiphol de Code Verantwoordelijk Marktgedrag tot stand gekomen, waar ondertussen veel bedrijven en opdrachtgevers bij aan zijn gesloten. En dat helpt al wel wat, maar het is pas een klein stapje in de richting van wat wij willen.
‘Schoonmakers hebben te maken met heel hoge werkdruk. Veel mensen halen hun pensioen niet. Na vijftien jaar schoonmaken krijgen mensen RSI-achtige klachten, ze krijgen last van hun rug, nek, knieën en ellebogen, en mensen vallen dan uit. Dat heeft er alles mee te maken dat mensen niet in staat worden gesteld op een normale manier hun werk uit kunnen voeren door de constante druk.’
De druk van steeds sneller, meer en harder werken?
‘Ja. En de contracten die worden afgesproken, werken dat in de hand. Schoonmaakbedrijven verkopen eigenlijk luchtbellen. Een mooi verhaal naar de opdrachtgevers. Maar in de praktijk wijkt het op alle mogelijke manieren af.’
Wat is jullie vraag aan opdrachtgevers?
‘De Code Verantwoordelijk Marktgedrag vraagt opdrachtgevers om bij aanbestedingen voor kwaliteit te kiezen – en niet voor de laagste prijs. Daarnaast eisen wij naleving van de CAO van het schoonmaakbedrijf. En we zeggen, ga ook eens praten met de schoonmakers, vraag wat zij nodig hebben om hun werk goed te doen, in plaats van altijd alleen maar te praten met experts of schoonmaakbazen.’
Wat kan ik of iedereen die dit leest, doen om jullie te steunen?
‘Je kunt je steun betuigen via onze site SchoonGenoeg. Wij hebben in onze campagnes altijd gemerkt hoe belangrijk de publieke opinie is. Dus dat helpt ons echt, als mensen dat doen. Mensen gunnen schoonmakers heel veel en we hopen ook dat we die steun blijven behouden.
‘Maar we zoeken ook de verbreding, de aansluiting bij de rest van Nederland. Want de dingen waar wij tegenaan lopen, dat zijn dingen waar heel veel werkenden in Nederland mee zitten.’
Gisteren zag ik in het nieuws dat de havenbonden en de politiebonden samen willen optrekken.
‘Ik denk dat het noodzakelijk is dat mensen elkaar weer weten te vinden. We zijn via de individualisering allemaal opgesloten geraakt in hokjes. In de schoonmaak werken de meeste mensen alleen. Hebben geen collega’s om een op een te praten. Er zitten muren tussen schoonmakers en anderen. Schoonmakers worden in kantoren vaak niet gezien als volwaardige collega, terwijl ze een belangrijke bijdrage leveren aan de betere leef- en werkomgeving van heel veel mensen. Die muren moeten we slechten.’
Dus als je op kantoor werkt, praat eens wat meer met je collega’s van de schoonmaak?
‘Ja. Maak eens een praatje, stel elkaar vragen. Schoonmakers mógen dat vaak niet hè, die worden door hun leidinggevenden dan berispt als ze contact hebben met klanten. Maar – gewoon dóen.’
Wat staat er nu te gebeuren?
‘18 en 19 december zijn de laatste onderhandelingsdagen. De 22e hebben wij een grote landelijke bijeenkomst waarin we onze leden voorleggen wat het resultaat is, zodat ze dat kunnen beoordelen. De beslissing is dan aan hen. Ik roep al onze leden op om zijn of haar stem uit te brengen. En dan kan het twee kanten op: of we hebben dan een CAO – of we gaan met verdere, hardere acties het nieuwe jaar in.’
Meer informatie en updates over de acties van FNV Schoonmaak lees je hier.
Foto: Matthijs de Bruijne voor FNV SchoonGenoeg