Forum voor Democratie van Thierry Baudet is op dit moment de grootste partij van Nederland. Het lijkt er sterk op dat de partij zijn steun vooral heeft verkregen door zijn aanvallen op het klimaatbeleid – hoewel het Forum in 2017 nog zijn steun uitsprak voor de energietransitie, niet de enige tournure van Thierry. Jesse Klaver stelde vooraf dat het klimaatbeleid het centrale thema bij de laatste verkiezingen zou zijn, maar dat is dus anders uitgepakt dan hij het bedoelde.
Hoe komt het nu dat er zoveel mensen in Nederland de consensus over de opwarming van de aarde, die op allerlei niveaus bereikt is, niet delen?
Ik kan daar drie verklaringen voor bedenken. In de eerste plaats is het, zoals Al Gore het noemde, een ‘inconvenient truth’. Onze welvaart is voor een belangrijk deel gebaseerd op het gebruik van fossiele brandstoffen, en daar moeten we vanaf. Dat betekent óf minder comfort, óf hogere kosten door alternatieve energiebronnen. Allebei niet wervend; wanneer er dan iemand opstaat die zegt dat het allemaal maar onzin is, krijgt die al snel gehoor.
Dat komt ook omdat lang niet voor iedereen de klimaatverandering een inconvenient truth is. Integendeel: er bestaat al lang in Nederland een stroming die zich verzet tegen alle luxe waarmee we ons omringen, met name als dat gaat over de mensen die Roel van Duijn in de Provotijd het ‘klootjesvolk’ noemde. Binnen de milieubeweging is dit gevoel wijdverbreid.
Dan is opwarming van de aarde juist een ‘convenient truth’: een godsgeschenk om de mensheid tot soberheid aan te zetten. Daarom worden technische oplossingen, zoals kernenergie en ondergrondse opslag van koolzuurgas, systematisch afgewezen. Marianne Thieme was al vegetariër, maar ontdekte het klimaat als argument om ook anderen het vegetarisme op te leggen.
Het is een merkwaardige contradictie dat degenen die zich het meest druk maken over de opwarming van de aarde, ook de felste tegenstanders van kernenergie zijn – terwijl de sceptici daar juist vaak voorstander van zijn. Op 15 oktober 2015 heeft de Tweede Kamer gestemd over een motie waarin gevraagd werd om te worden geïnformeerd over de voor- en nadelen van de thoriumreactor. Er stemden drie partijen tegen: GroenLinks, de ChristenUnie en de Partij voor de Dieren.
Dat zijn nu juist de partijen die zich het drukst maken over de klimaatverandering, maar ze willen zelfs niet geïnformeerd worden over nieuwe klimaatneutrale technologieën. Het lijkt wel of er een religieuze weerstand tegen kernenergie is: kernen die God verenigd heeft, zal de mens nimmer splijten. Dat blijft natuurlijk niet onopgemerkt, en leidt tot wantrouwen over de motieven van de klimaatactivisten.
En dus worden mensen gevoelig voor allerlei drogredenen om maar geen klimaatbeleid te hoeven voeren:
- Laatst was het nog koud, dus hoezo opwarming van de aarde?
- De atmosfeer bestaat slechts voor 0,04 % uit CO2.
- Nederland levert maar een minieme bijdrage aan de wereldwijde CO2-uitstoot.
- Nederland moet niet het beste jongetje van de klas willen zijn – terwijl we juist achterlopen.
Het kabinet, met name minister Eric Wiebes, zou hier op gezaghebbende wijze tegenspel moeten bieden, maar dat lukt niet. Het beleid is in allerlei opzichten onduidelijk of tegenstrijdig, en dat roept de vraag op of Wiebes zelf wel weet wat er aan de hand is. Ook dat stimuleert de klimaatscepsis.
Het duidelijkste voorbeeld hiervan was de verkeerde informatie die in december aan de Kamer werd verstrekt over de gevolgen van het beleid voor de energierekening, waarbij de organisaties die de juiste informatie verstrekten door staatssecretaris Mona Keijzer voor angstzaaiers werden uit gemaakt.
Het heeft mij verbaasd hoe weinig aandacht deze affaire gekregen heeft in vergelijking met bijvoorbeeld de informatie over de Teeven-deal. Dat was ook niet fraai, maar het ging over bonnetjes van vele jaren geleden. Toch kostte het uiteindelijk drie bewindslieden de kop. Hier ging het om een speerpunt van het beleid. Wat ik vooral zou willen weten, is of Mona Keijzer bewust heeft zitten liegen over iets waarvan ze kon weten dat het toch uit zou komen, of dat ze door haar ambtenaren verkeerd is geïnformeerd.
In het laatste geval zou ik willen weten hoe dat dan komt. Komt het omdat topambtenaren alleen nog maar procesmanagers zijn, gespeend van elke inhoudelijke deskundigheid, of omdat de jasje-dasje-dragers van Economische Zaken niet door één deur kunnen met de geitenwollensokken die van Milieu zijn overgekomen? In beide gevallen geeft het geen vertrouwen dat de klimaatdreiging goed wordt aangepakt.
Er zijn veel meer raadsels rond het klimaatbeleid. De Tweede Kamer beslist op een gegeven moment dat een aansluiting op het gasnet niet meer verplicht is voor nieuwe woningen, en het ministerie vertaalt dat via een ondoorgrondelijke redenering in een verbod op nieuwe aansluitingen. Verwarring alom. En de regeling voor subsidie aan woningcorporaties voor woningisolatie blijkt snel voltekend, maar dat leidt bij de overheid niet tot een aanpassing van het budget, ondanks de hoge overschotten. Hoe urgent vindt de regering dan zelf het klimaatbeleid?
Er valt ook geen touw aan vast te knopen hoe wij met houtstook omgaan. Hoewel daar CO2 bij vrijkomt, wordt dat niet meegerekend bij de berekening van onze uitstoot. Die koolstofatomen zijn namelijk nog maar kortgeleden in die bomen opgenomen, dus die eerdere opname wordt gezien als compensatie voor de latere uitstoot – voor een houtkachel thuis kun je zelfs subsidie krijgen.
Maar tegelijkertijd lanceert Shell een programma waarbij koolstof die in nieuwe bomen wordt vastgelegd, ook nog eens geldt als compensatie voor de CO2-uitstoot van onze auto’s. Die opname compenseert dus zowel de uitstoot van de auto als van de eigen verbranding later in de houtkachel. En dan blijkt er in Nederland ook nog op aanzienlijke schaal ontbossing plaats te vinden ter wille van de biodiversiteit, waardoor het aantal bomen dus juist afneemt. En niemand heeft het over de CO2 die vrijkomt bij composteren – terwijl nog eens wordt nagelaten de warmte die daarbij ontstaat nuttig te gebruiken.
Ik denk dat dat Shell-programma misleidend is, omdat die bomen hoe dan ook na verloop van tijd zullen verbranden of verrotten, waarbij de vastgelegde CO2 weer vrijkomt. Maar het biedt wel de illusie dat je, voor 1 cent per liter extra, klimaatneutraal kunt rijden. Van uitlaat naar aflaat: wat zal je dan nog een elektrische auto of, liever nog, een waterstofauto nemen? Bij de klimaatconferentie in Katowice vorig jaar werden de vliegreizen van de deelnemers ook gecompenseerd met het planten van bomen.
Wanneer dat een solide methode zou zijn, kun je het klimaatprobleem voor een koopje oplossen. Het betekent dat je 4 euro per vermeden uitgestoten ton CO2 betaalt. Maar het systeem van handel in emissierechten dat op Europese schaal is ingevoerd, houdt op dit moment in dat de zware industrie 25 euro per ton moet betalen.
Waarom plant de industrie niet ook gewoon bomen? Dat zijn vragen waar Wiebes een duidelijk antwoord op zou moeten geven.
Als je niet in het Shell-programma gelooft, kun je altijd nog emissierechten aankopen via het Europese handelssysteem. Dat kost dan niet 1 cent maar 7 cent per liter – dat valt mee als je kijkt naar de normale fluctuatie van de benzineprijs, want vier maanden geleden was de prijs per liter nog meer dan 20 cent lager.
Daarentegen kosten de voorstellen in het ontwerp-klimaatakkoord voor het verkeer 217 euro per vermeden ton CO2, 192 euro meer dan de zware industrie betaalt – omdat die elektrische auto’s nu eenmaal zo verdomde duur zijn.
Er is duidelijk behoefte aan een systematisch overzicht van de prijs per vermeden ton CO2 bij verschillende technieken, om een rationeel beleid te voeren waarbij overbodige kosten worden vermeden. Nu is er besloten dat iedereen van het gas af moet en een warmtepomp moet nemen, dat iedereen elektrisch moet gaan rijden, en dat kernenergie veel te duur is, zonder de prijs daarvan te kennen. In zo’n overzicht zou het niet alleen moeten gaan om de vermeden uitstoot in Nederland, maar ook of daar uitstoot elders tegenover staat, zoals bij de productie van accu’s voor elektrische auto’s.
Verwarrend is verder dat Nederland voor de zware industrie, naast participatie in het Europese systeem van verhandelbare emissierechten, ook eigen doelstellingen heeft. Wanneer die gerealiseerd worden, komen er dus meer rechten voor andere landen vrij, zodat we in Nederland wel meer geld uitgeven om de uitstoot te beperken, maar het klimaateffect in totaal nul is. Het Planbureau voor de Leefomgeving noemt dat het ‘waterbedeffect’, en ik heb nog nergens overtuigend uitgelegd zien worden waarom dat niet zou gebeuren.
Het is overigens niet alleen het kabinet dat verwarring zaait. De linkse partijen kunnen er ook wat van. Die hebben ineens de klassenstrijd ontdekt, waardoor de vraag wie betaalt voor het klimaat belangrijker wordt dan of we er ook wat aan doen – alsof we ons dat hebben afgevraagd bij het Deltaplan.
Bijna alle partijen willen nu de energiebelasting verlagen, maar realiseren zich niet dat dan het hele kaartenhuis van de energiebesparing in de gebouwde omgeving instort. Dat is er op gebaseerd dat isolatiemaatregelen budgettair neutraal kunnen worden gerealiseerd uit de uitgespaarde energiekosten. Maar dan moeten die energiekosten wel hoog genoeg zijn. Als compensatie kun je dan beter de verhuurdersheffing afschaffen, of het eigen risico bij de ziektekostenverzekering. Ook hier dus geen duidelijk verhaal.
Ik betreur het dat Baudet zoveel aanhang heeft gekregen; niet alleen vanwege zijn opvattingen over het klimaat, maar vooral vanwege de bedreiging voor de intellectuele vrijheid die van zijn woorden uitgaat. Maar met zijn warrige beleid, draagt klimaatkluns Wiebes wel een grote verantwoordelijkheid dat Baudet zoveel aanhang heeft gekregen.