Deze lezing werd door Hizir Cengiz uitgesproken bij de opening van de tentoonstelling Foute Boeken? in het Huis van het Boek.
Vogels ruien: zij verruilen hun versleten veren voor nieuwe. Geleedpotigen, reptielen, amfibieën en ongewervelden vervellen. Zij kruipen uit hun oude huid. En de mens is in staat om zijn opvattingen achter zich te laten en nieuwe te omarmen.
Ik verander ook, telkens weer. Vandaar dat elke opvatting precair is.
Ik neem op dit moment een houding aan, zodat het lijkt alsof ik het allemaal zeker weet. Ik zal stellig zijn, terwijl de vraag die met de tentoonstelling, ‘Foute boeken?’, wordt gesteld en het vraagstuk ‘diversiteit’, waarover ik mijn licht mag laten schijnen, zeer complex zijn. Volgende week kan ik er weer anders in staan, omdat ik iets lees of hoor waardoor mijn visie kantelt. En dat mag – volgens mij.
Losjes vasthouden aan je ideeën is eng. Het verlangen naar zekerheid, naar harde grond, is groot. Maar de vooruitgang als mens moet logischerwijs in verandering zitten. En, niet alleen als individu, maar ook als samenleving.
Hoezo vroeg het museum mij een column voor te dragen over diversiteit? Hoeveel heeft het te maken met de tentoonstelling? Boeken waarin onder andere slavernij, kolonialisme, nationaalsocialisme en homohaat voorkomen, gaan over thema’s die veel groter zijn dan het vraagstuk diversiteit. Alleen, stel dat ze fout zouden zijn, wie zou dan überhaupt dat soort boeken moeten verbieden? De overheid? En hoe ver zou dat moeten gaan? Het lijkt mij onwenselijk. Het is een taak van de samenleving om het af te keuren. Niets meer.
Het is voor de hand liggend dat veel van deze onderwerpen onwenselijk, onwettig, verachtelijk en verwerpelijk zijn. Maar, deze geschiedenis moeten we – voor zover die nog niet achter ons ligt – verkruimelen tot brokstukken, en te midden van die brokstukken moeten we een heden (blijven) opbouwen. De wenselijke verandering komt voort uit het durven zien van dat wat in het verleden onwenselijk was – of: dat wat nog altijd onwenselijk ís.
Tegelijkertijd: we hoeven ons als individu, of behorende tot een bepaald ras, niet te schamen voor de beschaving die we eens waren. En we hoeven ons er niet verantwoordelijk voor te voelen. Hallo witte mensen, ik zeg het nog eens voor u: u hoeft u niet te schamen voor de geschiedenis, u was niet medeverantwoordelijk. De enige verantwoordelijkheid die wij gezamenlijk dragen, is hoe wij met de gevolgen van dat verleden omgaan. En ja, die gevolgen zijn er. Het verleden is nog altijd niet geheel achter de rug.
En, als we dat wat in het verleden is gebeurd – bijvoorbeeld het publiceren van propagandaboeken, dan wel boeken vol antisemitisme – willen staven aan het heden, dan zou het ons alleen maar trots moeten maken dat wij veranderd zijn. Dat wij ons ontwikkeld hebben, onze ouders, dan wel voorouders, zijn ontstegen.
Om terug te komen op de discussie rondom diversiteit: ik zou, nu ik hier voor u sta en zo naar u kijk, kunnen zeggen dat er een gebrek aan diversiteit is. Ik zou kunnen zeggen dat alles wat ik zie witheid is. U bent wit, bijna allemaal – een paar uitzonderingen daargelaten. Ik zou kunnen zeggen – ondanks dat ik geen enkel idee heb wat uw naam is, waar u vandaan komt, wie u bent – dat u vol privileges zit, gewoonweg omdat u wit bent.
Als we kritiek hebben op het feit dat er gebrek aan diversiteit is, beschuldigen we veelal de witte Nederlander, maar het werkt niet een kant op.
Er zijn mensen die wel voor een groep witte Nederlanders kunnen staan en beweren dat als zij in de zaal kijken er een gebrek aan diversiteit is. Een spraakwaterval over institutioneel racisme en white privilege. En de witte Nederlanders uit het publiek laten het dan over zich heen komen.
Zet drie witte mannen naast elkaar en je hebt diversiteit. Zet drie mannen met roots in Turkije naast elkaar en je hebt diversiteit. Rechts-populisten zien Turken als uniform, evenals: Marokkanen, Surinamers, moslims, migranten. De diversiteit binnen die groepen wordt al dan niet bewust miskend.
Maar, misschien is het een fout die überhaupt veelal wordt gemaakt binnen de discussie: dat diversiteit op de eerste plaats wordt gekoppeld aan etniciteit.
Dit is geen pleidooi tegen diversiteit – allesbehalve. Het is een pleidooi voor een brede opvatting van diversiteit.
Maar het komt goed. Zolang we niet over en weer zieken, de kracht van woorden niet vergeten en deze en soortgelijke discussies niet voornamelijk leggen in handen van pessimisten: politici, stichtingen die hun subsidie binnen willen harken, schrijvers die hun boeken willen verkopen, journalisten en zelfbenoemde opiniemakers die in de schijnwerpers willen staan.
Het komt goed. Diversiteit is een kwestie van tijd. Mijn vader kwam naar Nederland en ploeterde hele dagen in kassen, waar hij fruit en groente plukte. Mijn moeder spreekt nog altijd zeer gebrekkig Nederlands. Hun zoon staat nu voor u, studeert aan een van de beste universiteiten aan de opleiding rechtsgeleerdheid in Europa en is freelance journalist
Diversiteit moet niet om kleur en etniciteit an sich gaan. Het gaat om die diepere laag, het is een samenspel van alle onderdelen van iemands identiteit: daar waar iemand vandaan komt, zijn of haar klasse, de ervaringen die diegene meeneemt en om de ideeën die iemand heeft. Het kapitaal van iemand. En die ideeën kunnen veranderen. Je kan als mens veranderen, jezelf ontstijgen. En, wij kunnen – uiteraard daar waar nodig – hen die ons voorgingen, hun wereldbeeld, tradities, cultuur, woordgebruik en boeken ontstijgen.
Grote foto: lezing van Hizir Cengiz in de Centrale Bibliotheek Den Haag
Fotograaf: Frank Jansen, Huis van het boek
Kleine foto van de auteur: fotograaf Mounir Raji
De expositie Foute Boeken? is nog tot 1 maart 2020 te zien in het Huis van het Boek in Den Haag.