Het is maar de vraag hoe lang Frits Huffnagel nog aan kan blijven als voorzitter van Pride Amsterdam. Naar aanleiding van zijn uitspraken bij het radioprogramma Spraakmakers wordt nu vanuit verschillende kanten geëist dat hij opstapt. Een brede storm van verontwaardiging is opgestoken, en de voorzitter van Pride Amsterdam dreigt slachtoffer te worden van een trial by social media.

Wat gebeurde er precies? In het radioprogramma Spraakmakers gaf Huffnagel zijn mening over de huidige vluchtelingencrisis aan de grens met Turkije en Griekenland. Hierin zei hij onder meer: ‘Die mensen moeten hier niet naartoe. Die hebben geen enkele kans om te blijven. Wij zien een kind en denken dan ‘o wat zielig’, terwijl we niet die vader zien die daarachter staat, die misschien oorlogsmisdaden heeft gepleegd, en een moeder, die daarachter staat, die dat heeft gefaciliteerd.’

Harde uitspraken over een kwetsbare groep. En uitspraken die hem in zijn functie aan te rekenen zijn wanneer Huffnagel daar als voorzitter van Pride Amsterdam had gesproken over LGBTQ+ vluchtelingen. Terecht dat vanuit onder meer LGBTQ+-hoek zijn hoofd wordt geëist, zou je denken.

Feit is alleen dat hij ten eerste daar niet zat in de hoedanigheid van voorzitter van de Pride Amsterdam, maar als spraakmaker. En ten tweede sprak hij ook niet over LGBTQ+ vluchtelingen, maar over de gehele groep mensen die nu aan de Grieks-Turkse grens bivakkeert. Pride Amsterdam heeft inmiddels helder aangegeven voorstander te zijn van de opvang van LGBTQ+ vluchtelingen.

Maar er is nog een derde probleem met de wijze waarop nu opgeroepen wordt tot het ontslag van Huffnagel –  een probleem dat ook raakt aan ons bredere publieke debat. 

En dat is het feit dat de afrekencultuur op sociale media die nu ontstaan is aan de lopende band slachtoffers maakt. Dat gaat meestal als volgt: iemand doet een uitspraak in de (sociale) media, waarna er een Twitterstorm ontstaat van mensen die over deze uitspraak vallen. Soms biedt iemand excuses aan, maar dat is niet genoeg. De persoon in kwestie moet boeten voor zijn of haar uitspraken, zo vinden diegenen die het ermee oneens zijn. 

Werkgevers worden benaderd, er wordt om ontslag geroepen, soms worden zelfs persoonsgegevens gedeeld en wordt er opgeroepen om iemand lastig te gaan vallen. Er is geen ruimte voor excuses, voor nuance of voor debat, maar alleen maar om de roep om het hoofd van de persoon in kwestie onder de denkbeeldige guillotine. 

Zo ook met Huffnagel. Zijn uitspraken kunnen op zijn minst hardvochtig tegenover vluchtelingen genoemd worden. Maar ze zijn niet in strijd met de wet, of met kerndoelstellingen van Pride Amsterdam. En hij heeft ook excuses aangeboden voor deze uitspraken. Waarom moet Huffnagel dan opstappen? Kan hij nu geen goede voorzitter van Pride Amsterdam meer zijn? 

Of moet hij boeten omdat hij in de ogen van sommigen moreel onwelgevallige uitspraken heeft gedaan? Het laatste lijkt hier eerder op te gaan dan het eerste. Wat Huffnagel zei was politiek incorrect in de ogen van sommigen, en daarom moet hij weg. 

In ons boek Over Politieke Correctheid schetsen Gerben Bakker en ik twee vormen van politieke correctheid. De eerste vorm is dogmatisch, waarbij een activistisch moralisme personen met een ‘foute’ mening in de marge drukt of zelfcensuur oplegt. De tweede vorm is conformistisch, waarbij men meedeint met de dominante mening. Het is immers makkelijker om tegen de zaken te zijn die al gevoelig liggen, en daarbij misschien zelf ook nog een duit in het zakje te doen.

Beide vormen van politieke correctheid zijn een verklaring voor de manier waarop verontwaardiging razendsnel momentum krijgt, en voor het gebrek aan publieke bijval voor het tegengeluid. 

Zowel activistische als conformistische politieke correctheid zien we dan ook in deze kwestie terugkomen. In de publieke verontwaardiging, en in het zwijgen aan de kant van degenen die vinden dat hij aan kan blijven – wat niet eens hoeft te betekenen dat ze het ook met hem eens waren.

Nu zien we dit fenomeen ook zeker niet alleen in deze kwestie. Het speelt samenlevingsbreed, van links tot rechts. Van het eisen van het ontslag van een docent van de Universiteit Utrecht die gewraakte uitspraken deed over Thierry Baudet, tot het niet langer laten optreden van de rapgroep Broederliefde op het Zoetermeerse Bevrijdingsfestival vanwege kwalijke uitspraken van een aantal jaren geleden. 

Een dergelijk trial by social media lijkt een middel te zijn geworden, geen doel op zich. Het is een instrument voor mensen om op deze manier in hun ogen foute uitlatingen of fout gedrag aan te pakken, en de verantwoordelijken hiervoor te bestraffen. 

In de kwestie Huffnagel is het vooral het uiterst linkse, Amsterdamse spectrum dat zich roert. In een open brief riepen 95 organisaties op tot tot het ontslag van Huffnagel vanwege zijn ‘xenofobe kijk op vluchtelingen’. De ondertekenaars van deze brief waren onder meer de Amsterdamse afdeling van de homorechtenorganisatie COC, de politieke partij BIJ1, het transgenderfilmfestival TranScreen, Women’s March NL, Kick Out Zwarte Piet, Mama Cash en de feministische actiegroep De Bovengrondse.

De meeste van de ondertekenaars bevinden zich in een spectrum waarbinnen veel waarde wordt gehecht aan de begrippen ‘diversiteit en inclusie’. Dit klinkt nastrevenswaardig, maar de ervaring leert dat juist binnen dit spectrum diversiteit impliceert dat je niet mag afwijken van de heersende mening omtrent dit thema, en dat inclusie staat voor het zo hard mogelijk aanpakken en uitsluiten van andersdenkenden. 

Arjen van Veelen omschreef deze tendens recentelijk in een stuk in De Correspondent als überdiversiteit: een multicultureel geloof dat juist mensen uitsluit. Men is geworden wat men eigenlijk wilde bestrijden: intolerantie. Intolerantie jegens alles dat afwijkt van de eigen opvattingen. 

Het feit dat juist in het linkse, kosmopolitische, spectrum dergelijke tendensen steeds meer de kop opsteken, en dat velen op links er of in meegaan, of – wanneer ze het ermee oneens zijn – er het zwijgen toedoen of zich terugtrekken in het publieke debat, belooft weinig goeds voor de toekomst van links. En dus ook niet voor de toekomst van het op humanitaire wijze opvangen van vluchtelingen in Europa. 

Indien de voorstanders van vluchtelingenopvang zo rechtlijnig opereren en niet bereid zijn om afwijkende perspectieven te dulden of begrip op te brengen voor gevoelens van weerstand die in de samenleving leven rond vluchtelingenopvang, is het een niet onlogisch gevolg dat steeds meer mensen zo juist in de armen worden gedreven van conservatieve tegenstanders van een humanitaire aanpak. 

Beter zou het zijn dat de critici van Huffnagel nu, in plaats van zijn hoofd te eisen, het debat met hem aangaan en de samenleving proberen te overtuigen van zijn ongelijk. Of dat zij, zoals diverse gemeenteraden inmiddels gedaan hebben, meedoen aan de oproep tot de opvang van  vluchtelingenkinderen in Nederland. Zelf het goede voorbeeld geven in plaats van alleen maar te wijzen naar het fout zijn van de ander, en er zo voor te zorgen dat er in de samenleving echt wezenlijk iets verandert.

Foto: Momentmal

 

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.