In de vorige delen sprak ik me uit voor een linkse visie op Europa. Dit is niet alleen nodig om grensoverschrijdende problemen aan te pakken, maar ook omdat een regressieve, cultuur-christelijke visie op Europa aan invloed wint. Dat Europa christelijke wortels heeft, is een feit. Net als dat het christendom na tal van religieuze oorlogen ook weer losgelaten is als dé bepalende factor in Europa. Maar er is een recenter deel van de geschiedenis dat ik wil aandragen als cruciaal voor het huidige Europa.
Een catastrofaal verleden
Zoals eerder benoemd, is iets als een Europese identiteit voor veel progressief linkse mensen niet iets waar ze zich onder willen scharen. In de Europese traditie is veel lovenswaardigs te vinden. Niet alleen het recht op godsdienstvrijheid, maar ook het idee van mensenrechten überhaupt.
Tegelijk riekt het vaak naar een eurocentrisme dat verantwoordelijk is voor veel ellende in de wereld. Niet dat dergelijke vrijheden en rechten zelf eurocentrisch zijn. Vaak is het vooral de toepassing waar het aan schort. Zoals wanneer vrijheden die in principe universeel zouden moeten zijn slechts aan een kleine groep worden toegekend. Wanneer deze idealen zelf als eurocentrisch weggezet worden, gooit men het kind met het badwater weg. Dat neemt niet weg dat het idee van de Europese beschaving werd gebruikt om kolonialisme te rechtvaardigen, en het leende zich ook uitstekend voor fascistische visies op de Europese superioriteit.
Onder dergelijke verschrikkingen vinden we ook de Holocaust. De hoofdverantwoordelijkheid daarvoor ligt uiteraard bij de nazi’s, maar antisemitisme was een breed gedragen Europees fenomeen. Datzelfde geldt voor het ultra-nationalisme dat eraan ten grondslag lag, alsook de koelbloedig rationele uitvoering ervan. Hoewel het verzet in veel landen niet gebagatelliseerd moet worden, zijn er weinig landen die hun handen compleet in onschuld kunnen wassen. De Holocaust was een door en door Europese gebeurtenis en bepalend voor hoe Europa vorm kreeg na de oorlog, zoals ook Gerard Delanty betoogt in zijn boek Inventing Europe.
Het Europese bewustzijn
Wat de Holocaust hierin uitzonderlijk maakt voor Europa is zijn nabijheid. Historisch, maar ook ruimtelijk gezien. Zowel daders als slachtoffers liepen niet heel lang geleden nog door de Europese straten en leverden hun bijdragen aan de Europese maatschappij, wetenschap, en kunsten. Mede hierdoor is de Holocaust zo sterk onderdeel geworden van het Europese bewustzijn.
Ook kolonialisme, slavernij en tal van andere verschrikkingen geven reden tot Europese zelfreflectie. En gelukkig gebeurt dit steeds vaker. Ook gebeurtenissen waar Europa geen rol in heeft gespeeld zouden hiertoe aanleiding moeten geven. Menselijk leed als zodanig zou dit moeten doen. Maar we weten dat dit vaker niet dan wel gebeurt. Leed blijft abstract wanneer het zich te ver weg of te lang geleden heeft afgespeeld. Wanneer de slachtoffers ons vreemd zijn, het niet ónze schuld is.
Pas wanneer leed en verwoesting concreet zichtbaar worden van dichtbij, doen we er echt iets mee. Zoals wanneer centraal Europa tijdens de religieuze oorlogen een vijfde van haar bevolking verloor. Of de Eerste Wereldoorlog fysieke sporen in het landschap achterliet waardoor delen een eeuw later nog steeds onbegaanbaar zijn. Of wanneer de Amsterdamse synagogen na de oorlog leeg achter bleven.
Dit betekent niet dat andere catastrofes genegeerd moeten worden. Maar als het gaat om specifiek een visie op Europa, dan moet dit voortborduren op het al bestaande Europese bewustzijn. Pas daarna kan dit effectief breder getrokken worden. Zoals ook de godsdienstvrijheid van na de religieuze oorlogen aanvankelijk beperkt was tot specifieke christelijke denominaties, maar vervolgens steeds verder uitgebreid werd. Het is mede dankzij de zwarte bladzijden in haar geschiedenis dat Europa de mensenrechten – zowel binnen als buiten Europa – zo hoog in het vaandel heeft staan.
Identiteit en solidariteit
Het zou te idealistisch zijn om te denken dat de Europese Unie na de oorlog gevormd werd enkel en alleen met de gedachte ‘dit nooit weer’; of dat Europa mensenrechten altijd en overal respecteert. Dat neemt niet weg dat de Holocaust een verandering in Europa teweeg heeft gebracht, vergelijkbaar met de verwoestende religieuze oorlogen. Op 6 december jl. bezocht de Duitse bondskanselier Angela Merkel voor het eerst Auschwitz. Daar zei ze dat de verantwoordelijkheid voor de Holocaust onderdeel is van de Duitse nationale identiteit en van Duitsland als een verlichte en vrije democratie. Moet dit niet gelden voor Europa als geheel?
In Polen is het benoemen van elke medeverantwoordelijkheid inmiddels een taboe. Rechts-populisten in heel Europa verwerpen wat ze zien als de constante, vermoeiende verwijzingen naar de oorlog.Dat zijn inderdaad vaak dooddoeners. Maar in plaats van deze net iets te makkelijk af te wijzen (of wat misschien even kwalijk is, deze net iets te makkelijk aan te halen), zouden we lessen moeten trekken uit het verleden.
Erkenning van tragiek en medeplichtigheid leidt tot nederigheid, maar ook tot solidariteit en een verantwoordelijkheid. Voor zowel verleden als toekomst, zowel binnen als buiten Europa. Dit is een gedeelde geschiedenis waarin Europa zich zou kunnen vinden en waar we onze waarden aan kunnen ontlenen zonder te vervallen in een jubelende Europese identiteitspolitiek; of dit nu van de eurofielen of van de eurosceptici is. En is solidariteit niet bij uitstek een linkse waarde?
Beeld: Mabel Amber