Weinig crises hebben de moderne wereld zo overvallen als de coronacrisis. En ook weinig crises hebben ertoe geleid dat burgers in onze samenleving zo gemakkelijk op zo korte termijn fundamentele rechten en vrijheden hebben opgegeven aan de overheid. Met een goede reden, dat zeker. Want op dit moment kunnen we het coronavirus alleen verslaan door opofferingen te maken, en door het individu ondergeschikt te maken aan het collectief.
Maar tegelijkertijd is het ook noodzakelijk om nu al kritisch na te denken over de manier waarop we straks, wanneer deze crisis voorbij is, omgaan met de gevolgen ervan en het vinden van een balans tussen veiligheid en vrijheid.
We kunnen hiervoor lering trekken uit de recente geschiedenis waarbij crises hebben geleid tot de aantasting van rechten en vrijheden. De aanslagen van 9/11 en de War on Terror leidden in diverse landen tot aantasting van de burgerrechten en privacy. Burgers gaven dit vrij gemakkelijk op omdat de angst voor terrorisme overheerste. De angst voor het coronavirus – of andere infectieziekten – kan zo mogelijk nog groter worden.
Immers, nu is er niet meer ‘slechts’ een onbestemde dreiging van ‘anderen’ – nu kan ieder mens gezien worden als een potentieel gevaar. Dit kan aanleiding vormen voor een toekomst waarin burgers meer bereid zijn om rechten en vrijheden op te offeren om zo (een gevoel van) veiligheid tot stand te brengen.
Is het nog mogelijk om straks, wanneer deze crisis voorbij is, weer terug te keren naar de normale situatie van voor de crisis? De wetenschap verschaft ons in dit opzicht weinig hoop. Onderzoek naar landen die veel te maken hebben gehad met infectieziekten, laat zien dat de inwoners van deze landen aantoonbaar vaker een voorkeur hebben voor autoritaire leiders en vaker conservatief stemmen. Meer autoritarisme kan dus zeker tot de mogelijkheden van de toekomst behoren. De open samenleving staat mogelijk op het spel.
In de afgelopen weken hebben we als samenleving in ongekend tempo een aantal fundamentele rechten en vrijheden buiten werking gesteld, waaronder het recht op vrij reizen en de vrijheid van vergadering. Opnieuw, hier waren zeer goede redenen toe. En we mogen er op dit moment ook zeker op vertrouwen dat de overheid te goeder trouw handelt. Maar de geschiedenis laat zien dat het intrekken van rechten zelden tijdelijk is. Wat zal dit alles gaan betekenen voor onze toekomst?
Zal het er een worden waarin we overgaan tot een model van Chinese staatsrepressie, waarbij virussen op succesvolle wijze bestreden kunnen worden, maar tegelijkertijd individuele rechten en vrijheden ofwel niet bestaan, ofwel op grove wijze geschonden worden?
Gaan we op grote schaal onze privacy inleveren door bijvoorbeeld altijd temperatuurmeters te dragen, waarbij we niet alleen snel kunnen weten of we koorts hebben, maar ook andere gegevens bekend kunnen maken die door overheden of bedrijven geoogst kunnen worden? Zullen we – mocht de huidige situatie verslechteren, of dit virus op een later moment op nog hevigere wijze terugkeren – evolueren in de richting van een staat waar bijvoorbeeld per decreet wordt geregeerd?
Hoe ver zijn we bereid te gaan voor het verschaffen van (een gevoel van) veiligheid voor onszelf en de mensen om ons heen? En hoeveel rechten en vrijheden zijn we bereid om voor deze veiligheid in te leveren? De opofferingen die we nu maken als samenleving, zijn op dit moment ook wat we moeten doen om dit killervirus de baas te worden. Voor onze zieken, voor onze ouderen, voor onze artsen en verplegers in de frontlinie.
Maar we mogen in de strijd tegen dit virus en bij toekomstige maatregelen nooit de proportionaliteit van deze opofferingen, nooit de vrijheden die we ervoor opgeven en nooit de macht die we de overheid verschaffen, uit het oog verliezen. Want precies dát waarvoor we de strijd tegen het virus voeren, staat ook hier op het spel. Immers, we voeren het gevecht tegen dit virus niet alleen voor onszelf, en onze naasten, maar ook voor onze manier van leven.
Het is daarom onze plicht als burgers van dit land om kritisch toe te blijven zien op de huidige ontwikkelingen; en ervoor te zorgen dat we ons niet uit angst en uit een verlangen naar veiligheid overgeven aan autoritaire tendensen. Het is zaak dat we dit nu, in het heetst van deze crisis, al gaan doen. Omdat we ons niet opnieuw mogen laten overvallen door zorgwekkende ontwikkelingen.
Dit betekent concreet dat er in de eerste plaats niet alleen debat nodig is over het zo goed mogelijk bestrijden van het coronavirus, maar ook over hoe ver we bereid zijn te gaan in deze strijd.
We moeten nadenken over het balanceren van risico’s en maximale controle, van individuele verantwoordelijkheid en collectieve maatregelen, en van vrijheid en veiligheid. Alleen op die manier kunnen we werken aan een toekomst waarin we niet alleen dit virus en eventuele toekomstige virussen kunnen verslaan – maar tegelijkertijd ook de samenleving in stand houden die we nu hebben opgebouwd, en de rechten en vrijheden die daaraan ten grondslag liggen.
Foto: Gerd Altmann