Ik ben niet wit. Als het over mij gaat, is niet-wit een betekenisloze aanduiding, maar ook een overduidelijke. Mijn teint maakt het moeilijk dit feit over het hoofd te zien, vooral in mijn thuisland Zweden, waar ik behoorlijk opval. Dus ik was dan ook een beetje geschokt toen ik een witte feministe werd genoemd – door een witte feministe.

De term wit feminisme wordt gebruikt om een feminisme te beschrijven dat zich richt op de strijd van witte vrouwen, en dat geen aandacht schenkt aan andere vormen van onderdrukking waarmee niet-witte vrouwen te maken hebben. Het is het tegenovergestelde van intersectioneel feminisme, dat in haar beste vorm een erkenning is van het feit dat verschillende vrouwen een verschillende strijd moeten voeren; en in haar slechtste vorm een vorm van ‘victim Olympics’, een wedstrijd in slachtofferschap.

Maar omdat ik de enige niet-witte persoon in de zaal was, begon de ironie om mij een witte feministe te noemen, mijn aanklaagster al snel te dagen. En ze probeerde het uit te leggen: je weet wel, je bent een liberale feministe

Ik draag de benaming liberale feministe met trots en voor mij heeft het niets te maken met wit feminisme. Mijn liberale visie op gender equality is intersectioneel, dat wil zeggen: ik erken dat vrouwen in verschillende culturen voor verschillende uitdagingen staan in de strijd voor de vrijheid van vrouwen. Mijn eigen werk en inzet tegen eercultuur, tegen religieuze oppressie en patriarchale retoriek is het tegenovergestelde van wit feminisme.

Deze woordenwisseling met mijn aanklaagster laat zien hoe slecht veel westerse universitaire studenten begrijpen welke strijd vrouwen internationaal voeren, en hoe slecht ze ook begrijpen wat de rol van de westerse wereld daarin is.

Feminisme is belangrijk voor mij omdat ik opgroeide in een patriarchale Arabische omgeving. Mijn hele leven lang hebben de mensen die met het meest nabij waren, me duidelijk gemaakt dat het – hoewel ik kan studeren en werken – mijn uiteindelijke doel moet zijn om echtgenote te worden en kinderen te krijgen.

Terwijl de rest van de Zweedse samenleving het met deze mindset oneens is, werd deze norm in het gesegregeerde gebied waar ik opgroeide juist heel sterk uitgedragen. 

Als we op familiebezoek gingen waren de vrouwen beperkt tot de keuken, aan het werk, terwijl de mannen aten. Het werd in alles duidelijk gemaakt dat het de taak van de man is om kostwinner te zijn en dat alles wat een vrouw verdient, daaraan ondergeschikt is. En veel van mijn vriendinnen en klasgenotes moesten ook religieuze onderdrukking en eercultuur verduren.

In mijn leven is het altijd provocatief en controversieel geweest om gendernormen te weerstaan, en om openlijk kritiek te leveren op eercultuur en op religieuze onderdrukking. En die houding heeft geleid tot duidelijke sociale sancties. 

Maar mijn situatie is beter dan die van de meeste mensen in de wereld op dit moment. Ik leef in een van de meest egalitaire landen op aarde. En ik kan dus zien hoeveel beter de situatie van westerse vrouwen is dan die van vrouwen in het oosten – met dank aan het liberalisme. Als ik een westerse vrouw zie vechten tegen onrechtvaardigheden die men in het oosten misschien triviaal zou kunnen vinden, voel ik trots. Het laat zien hoe ver ze zijn gekomen in hun strijd voor gelijkwaardigheid.

Gelijkwaardigheid is een voortdurend gevecht: als we zouden stoppen ervoor te strijden, zou ze van ons afgenomen worden. Dat is een les die ik geleerd heb van de geschiedenis van landen als Iran. Dat is waarom ik mijn feminisme intersectioneel vind – ondanks dat westerse feministes mij vaak vertellen dat ik fout zit in de manier waarop de bevrijding van oosterse vrouwen tot stand kan komen.

Voor mij zijn gearrangeerde huwelijken verkeerd, en het maakt daarbij niets uit van welke cultuur ze onderdeel zijn. Vrouwelijke genitale verminking is verkeerd, en het maakt daarbij niets uit waar dat gebeurt. Strikte gendernormen zijn verkeerd, en het maakt daarbij niets uit van welke cultuur ze onderdeel zijn. 

Maar voor veel mensen maakt deze visie mij een witte feministe. Mijn consequente interpretatie van gelijkwaardigheid vinden veel mensen eurocentrisch. Ze vergeten dat vrouwen overal ter wereld en binnen veel etnische groepen vechten voor hun vrijheden.

Ze vergeten dat in Oost-Europa fundamentele vrouwenrechten onder druk staan, zoals de toegang tot veilige abortus. Ik, een niet-witte vrouw, ben toch veel meer bevoorrecht dan veel witte vrouwen op hetzelfde continent als ik. De negatief bedoelde term witte feminist maakt elk echt gesprek over diversiteit in feminisme onmogelijk.

Mijn bezwaar is niet dat een witte vrouw dit tegen mij zei. Iedereen van elke huidskleur die in het westen leeft – inclusief ikzelf – heeft toegang tot een mate van gelijkwaardigheid waar veel andere vrouwen niet eens van durven dromen. Mijn bezwaar is dat de term suggereert dat feminisme over ras zou gaan, en dat liberalisme een westerse uitvinding is die niet overgenomen moet worden door andere culturen.

Mensen die de term witte feministe gebruiken, laten zien dat zij niet intersectioneel zijn. De verschillen in de ervaringen van vrouwen hebben namelijk niets met ras te maken, maar met economische en sociale omstandigheden.

Een vrouw met Aziatische of Afrikaanse achtergrond kan een net zo geprivilegieerd beeld van gelijkwaardigheid hebben als een zogenoemde witte vrouw. Een witte vrouw in armoede kan te kampen hebben met veel van dezelfde barrières als waar minderheden vaak mee kampen.

En zoals de wereld al heel vaak heeft laten zien: economische en maatschappelijke rechten zijn niet afhankelijk van de aanwezigheid van witte mensen, maar van liberale waarden.

Liberaal feminisme staat onvoorwaardelijk voor de vrijheid en gelijke rechten van vrouwen.

Het erkent dat verschillende delen van de wereld dat doel misschien langs verschillende wegen zullen bereiken, maar dat het einddoel hetzelfde is. Gearrangeerde huwelijken, eercultuur en religieuze onderdrukking waren niet feministisch in de middeleeuwen in het westen, en ze zijn niet feministisch in de rest van de wereld vandaag. 

Politieke termen zouden een manier moeten zijn om je standpunt zo eerlijk en open mogelijk weer te geven. Maar er is een verschuiving ontstaan naar het gebruik van zulke termen als negatieve en kleinerende woorden, waarmee ze zinloos worden voor onze communicatie.

Dit geldt evenzeer voor termen als social justice warrior, dat vaak bedoeld wordt als getikte vrouw; voor liberal, dat vaak wordt misbegrepen als socialist; en voor witte man, dat gebruikt wordt als aanduiding voor een zeer geprivilegieerd persoon. 

Maar totdat deze trend weer weggaat, blijf ik een trotse niet-witte witte feministe.

I’m a non-white white feminist werd eerder deze maand geplaatst bij Areo Magazine. Met toestemming van auteur en uitgever voor Vrij Links vertaald door Marieke Hoogwout.

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.

Vorig artikelErgste economische crisis in VS sinds jaren ’30 vraagt om nieuwe Roosevelt
Volgend artikelOnderwerp de kunst niet aan de koopman
Inas Hamdan studeert politicologie, filosofie en economie aan de universiteit van Lund. Als auteur ligt haar focus op thema’s als extremisme, migratie en educatie.