In een open brief die recentelijk gepubliceerd werd in Harper’s Magazine – ook in de NRC terug te lezen – nemen 150 schrijvers, columnisten, wetenschappers en andere prominenten van verschillende achtergronden en overtuigingen stelling. Zij spreken zich uit voor het vrije woord en tegen de onverdraagzaamheid en represailles die steeds vaker ingezet worden in de strijd voor sociale rechtvaardigheid.
In deze brief schrijven de auteurs – waaronder Salman Rushdie, Noam Chomsky en J.K. Rowling – dat het vrije woord onder druk staat door deze cancel culture die oprukt in sectoren als de media, de wetenschap, de liefdadigheid en de kunst- en cultuursector. De cancel culture neemt sterk toe in de recent opgelaaide discussie over racisme na de moord op George Floyd en de Black Lives Matters-protesten.
De auteurs stellen duidelijk dat de strijd tegen racisme een terechte, en noodzakelijke, is. Maar deze terechte strijd mag niet leiden tot een valse tegenstelling tussen vrijheid en (sociale) rechtvaardigheid, waarbij vrijheid van meningsuiting opgeofferd wordt onder het mom van de strijd voor sociale rechtvaardigheid.
In de VS woedt deze discussie heviger dan hier, en is de dreiging die uitgaat van de cancel culture ook groter. Vandaar dat deze, vaak ook progressieve, prominenten er zo stevig stelling tegen nemen. Maar ook in Nederland is het debat over racisme – eveneens terecht en broodnodig – fel. Helaas begint ook hier het vrije debat meer onder druk te staan als gevolg van het handelen van sommige activisten, wetenschappers en BN’ers.
Neem bijvoorbeeld het adverteerdersbellen waarmee critici probeerden het programma Veronica Inside om zeep te helpen, naar aanleiding van een foute grap van Johan Derksen. Een poging die geslaagd lijkt te zijn gezien het feit dat de uitzending die bedoeld was om tegemoet te komen aan de critici, ertoe leidde dat de tafelgasten onderling ruzie kregen.
Een ander voorbeeld is de ophef die ontstond naar aanleiding van keuze van de NPO om Jort Kelder een debat over racisme te laten leiden. Activisten, maar ook bijvoorbeeld GroenLinks-jongerenbeweging DWARS, riepen op tot een boycot van dit debat. Ze waren van mening dat Kelder een racist was en er niet gedebatteerd zou moeten worden over racisme, maar er alleen maar vastgesteld kon worden dat racisme een vaststaand feit was. Eenzelfde soort ophef trof recentelijk ook de Diversiteitsbeweging van D66 toen zij een debat organiseerde waar ook FvD-Statenlid Johan Almekinders een van de deelnemers was. Een doodzonde volgens critici, die er schande van spraken dat dit debat überhaupt plaatsvond.
Ook in de wetenschap zien we de gevolgen terug. Emeritus-hoogleraar Meindert Fennema publiceerde recentelijk een sterk opiniestuk op Joop. Hij beschrijft hoe de politieke diversiteit uit de universiteit verdwijnt door diversity officers die erop moeten toezien dat op de literatuurlijsten geen boeken staan die door hén als racistisch of seksistisch worden bevonden. En hoe er werkgroepen opgericht worden waarin docenten en studenten gezamenlijk ten strijde trekken om het hele curriculum te ‘dekoloniseren’. Een schoolvoorbeeld van dat laatste is het statement van University College Utrecht-decaan James Kennedy naar aanleiding van de Black Lives Matters protesten. In dit statement schaart hij zich kritiekloos achter de BLM-beweging en roept hij op tot dekolonisatie van de universiteit. Dit terwijl Kennedy zich eerder nog erg kritisch uitliet over BLM.
We zien een toenemend conformisme aan de eisen en wensen van activisten en hun achterban, in sectoren als de wetenschap, de kunst- en cultuursector en in mindere mate in de media en bij de overheid. Dit werd door Gerben Bakker en mijzelf al beschreven in ons boek Over Politieke Correctheid. Wij lieten zien hoe dogmatische politieke correctheid van activisten kan leiden tot conformistische politieke correctheid en het meebuigen uit angst voor de gevolgen wanneer men dit niet doet.
Vervolgens groeit de intolerantie tegen andersdenkenden, evenals de polarisatie in de maatschappij, met als gevolg dat verschillende kampen zich steeds verder in hun eigen bubbel terugtrekken. Dit is des te pijnlijker omdat juist iedereen in de maatschappij nodig is om tot oplossing voor het probleem dat racisme vormt te komen.
Dit is ook een van de redenen waarom de prominenten uit de hier eerder aangehaalde brief zo stevig stelling namen voor het vrije woord en tegen cancel culture. Zij zien en voelen hoe intolerantie en dogmatiek oprukken in de slipstream van de strijd tegen racisme, en hoe velen zich uit angst voor de gevolgen conformeren aan het geluid en de eisen van een kleine groep radicalen op links. Wanneer dit conformisme steeds verder om zich heen grijpt dreigt ze het gehele progressieve kamp te gijzelen.
Tijd dus voor actie. Wereldwijd hebben veel Angelsaksische prominenten zich uitgesproken, nu is het tijd dat ook in Nederland met name progressieve prominenten zich verenigen en zich luid en duidelijk inzetten voor het vrije woord en voor sociale rechtvaardigheid. Voor het open debat en voor inclusiviteit.Tegen racisme en tegen onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden. Tegen cancel culture en tegen discriminatie.
Progressieven moeten dit moment aangrijpen om niet alleen tegen racisme te strijden, maar óók tegen het aantasten van vrijheid in onze open samenleving. Het een mag niet opgeofferd worden aan het ander. Beiden zijn van groot belang. Laten progressieven zich verenigen om zich hiervoor in te spannen, en de valse tegenstelling tussen vrijheid en rechtvaardigheid te bestrijden.
Beeld: Stefano Pollio via Unsplash