De afgelopen maand was een culturele wervelstorm. Na de dood van de Afro-Amerikaanse George Floyd door een blanke politieagent was het hek van de dam. Overal in het westen schoten antiracisme-protesten als paddenstoelen uit de grond. Veel Nederlanders sloten zich hierbij aan, of voelden op zijn minst sympathie met de beweging. Discriminatie en racisme zijn natuurlijk ernstige misstanden, die serieuze schade aanrichten in onze samenleving.
Toch zit er achter delen van de bekende ‘Black Lives Matter’ beweging zelf een schadelijke denkwijze. Er wordt op een aantal gebieden gebroken met verlichtingsidealen die onderdeel uitmaken van de wetenschappelijke methode.
We hebben het hier over Critical Race Theory, CRT in het kort. Deze theorie focust – zoals de naam al doet vermoeden – op ‘rassenrelaties’ in de moderne wereld. Het is een denkwijze die op een aantal punten de moderne westerse wetenschap afwijst. Een voorbeeld is de oproep om een discipline als wiskunde te ‘dekoloniseren’. En deze afwijzing is fundamenteler dan velen zich realiseren. Om te kijken hoe ingrijpend deze verwerping is, moeten we terug naar de oorsprong van de moderne wereld.
Het begin van de (vroeg)moderne tijd wordt vaak ergens tussen 1500 en 1600 geplaatst. Sterk verbonden aan die tijd was de zogeheten ‘wetenschappelijk revolutie’. Hierin werd de basis gelegd voor de moderne wetenschappelijke methode. De nadruk kwam te liggen op de validiteit van waarnemingen, experimenten en causale relaties. De geboorte van de ‘wetenschappelijke revolutie’ wordt vaak geplaatst in 1543. Dit was het jaar van de publicatie van ‘De revolutionibus orbium coelestium’, geschreven door Copernicus. In dit boek beschrijft hij de voor die tijd baanbrekende theorieën over de werking van het zonnestelsel.
Het verschil met de door religie en dogma’s gedomineerde samenleving van daarvoor was dan ook enorm. Dit wil overigens niet zeggen dat we van een totaal dogmatische samenleving ineens overgingen naar een compleet ‘rationele’ samenleving. Toch was het een eerste stap naar het ontwikkelen van een wetenschappelijke methode, waar observatie, replicatie en falsificatie centraal staan. In de eeuwen daarna zijn er vele wetenschappelijke stromingen geweest die de accenten anders legden: dan weer meer op observatie en empirie, en dan weer meer op twijfel, introspectie en falsificatie. Toch bleven de fundamenten van de wetenschappelijke methode – op enkele uitzonderingen na – min of meer intact.
Dit is nu anders. De beginselen van CRT – bekend van termen als ‘wit privilege’, en het hedendaagse gebruik van ‘institutioneel racisme’ – zijn juist zo problematisch omdat ze niet falsifieerbaar zijn. De theorieën zijn niet te ontkrachten, en dat maakt ze moeilijk te beoordelen in een wetenschappelijk kader.
Gesprek is niet mogelijk
Een van de meeste basale principes van wetenschap is de mogelijkheid om middels een gesprek tussen gelijken, ofwel “practicing logical reasoning”, tot nieuwe inzichten te komen. De waarde van de bijdrage wordt afgemeten aan de kracht van het argument of het bewijs dat ervoor gevonden kan worden. Natuurlijk zal dit ideaal niet altijd volledig bereikt worden, maar het streven ernaar is de basis van een constructief gesprek.
Binnen CRT is dit echter uit den boze. Elk gesprek is in den beginne al ongelijk. Boeken als de bestseller ‘Why I no longer talk to white people about race’ betogen dan ook dat een gesprek aangaan met ‘witte mensen’ geen zin heeft, omdat zij een andere uitgangspositie hebben. En dus starten de deelnemers in dit gesprek niet als gelijken.
Ook wanneer iemand het niet eens is met de argumenten van de Critical Race Theory zelf, dan wordt dit binnen de theorie toegeschreven aan ‘white fragility’ – lees: witte kwetsbaarheid. Er is dus geen enkele mogelijkheid om tot een gesprek te komen, aangezien elke uitspraak in de context van de ‘rassenrelaties’ wordt geïnterpreteerd.
‘Mensen kunnen identiteit niet overstijgen’ volgens CRT
Bij CRT ligt de focus, zoals de naam als suggereert, op je ‘ras’. Zo bestaan er op sommige universiteiten specialisaties zoals ‘Whiteness Studies‘. Je ras is vrijwel allesbepalend voor je ervaring in de samenleving. Er bestaat niet zoiets als objectieve feiten, aangezien ze gemodereerd worden door de ‘bril’ van je huidskleur.
Dit staat in schril contrast met het liberalisme, waar het bijvoorbeeld belangrijk om middels observatie of logische redenering universele regels te herleiden, onafhankelijk van je sociale positie. Wetten of hypotheses kunnen geformuleerd worden om de theorie (of de samenleving) als geheel beter te maken.
Door CRT worden universele principes echter niet als afdoende gezien. Sterker nog, universalisme wordt gezien als een ‘wit’ of ‘westers’ construct. Er wordt dan ook vaak gepleit voor een bepaald voorkeursbeleid om dit tegen te gaan. Denk aan het instellen van quota’s of het doen van herstelbetalingen aan complete bevolkingsgroepen. Zo ligt er een wetsvoorstel klaar in de Amerikaanse staat Californië om het verbod op discriminatie af te schaffen. Het doel hiervan is onder andere om studenten te kunnen voortrekken op basis van kleur. Terwijl er natuurlijk ook genoeg witte achtergestelde studenten zijn.
Feiten zijn machtsstructuren
Een ander belangrijk aspect is het wantrouwen jegens feiten en data. Ook deze zijn volgens deze ideologie onderdeel van een blanke – mannelijke – machtsstructuur die louter dient als middel om de ‘mensen van kleur’ onder de knoet te houden. Het noemen van feiten kan dan ook gezien worden als een aanval, of een uiting van diezelfde ‘witte’, mannelijke, heteroseksuele of westerse superioriteit.
Een treffend voorbeeld hiervan kun je vinden in de ‘gender’-discussie – critical gender theory is ook onderdeel van het ideologische raamwerk van CRT. Vaststellen dat een man en vrouw biologisch verschillend zijn, kan je al gauw het label ‘transfoob’ opleveren. Volgens Critical Race Theory zijn deze uitspraken slechts dekmantels voor de machtsstructuren, in dit geval vaak de ‘witte’ patriarchie.
Terug bij af
Rede en moderniteit worden resoluut van de hand gewezen. Wat blijft er dan nog over? Macht. Daar gaat het om. Wie de macht heeft, bepaalt. Degene die aan de ‘top van de sociale piramide’ zit, moet bij voorbaat gewantrouwd worden. De nadruk wordt dan ook niet gelegd op politieke en economische hervormingen. Dat zou immers ‘te westers’ zijn. De enige oplossing is om mensen op belangrijke posities te zetten op basis van hun kleur. Toch is de kans groot dat dit een streng gesegregeerde samenleving zal creëren, met speciale rechten voor de ‘onderdrukten’, en herstelbetalingen gedaan door de ‘onderdrukkers’.
Ik denk dat de meeste mensen wel kunnen aanvoelen dat dit niet tot een meer begripvolle en harmonieuze samenleving gaat leiden. Eerder het omgekeerde, zoals we al kunnen zien in de steeds grotere polarisatie tussen bevolkingsgroepen. Groepen die eerst misschien als goede buren naast elkaar leefden, maar nu door CRT gedwongen worden elkaar in termen van rassen met verschillende posities te zien.
Racisme en discriminatie zijn complexe problemen die zich over verschillende scheidslijnen manifesteren. De beste kans die we hebben op verbetering is om iedereen in Nederland als gelijken te behandelen, en de samenleving over de gehele linie te verheffen. Dit kan met extra aandacht voor onderwijs, huisvesting en meer persoonlijke begeleiding voor hen die moeite hebben om mee te komen in de Nederlandse maatschappij. Ook kunnen op persoonlijk vlak de vooroordelen doorbroken worden door simpelweg met elkaar in gesprek te komen. Zonder een politieke agenda die erachter schuilt.
Was het maar zo dat er een anti-racisme pilletje bestond die deze minder leuke kant van de menselijkheid plotsklaps zou kunnen genezen. De simpele oplossing bestaat echter niet, en we zullen als samenleving kleine stapjes naar verbetering moeten zetten.