Kritiek op Kauthar Bouchallikht’s hoge plek op de lijst van GroenLinks werd weggezet als rechts-extremistische islamofobie verspreid door internettrollen. Maar ook bij een aantal leden van GroenLinks zelf waren er twijfels over haar. Leo van Bergen zette Bouchallikht bij het ledenreferendum over de volgorde van de lijst op een onverkiesbare plek: “Ik ga me niet inhouden omdat kritiek ‘de vijand’ in de kaart speelt”.
Op Facebook werd een hoofddoekdragende moslima toegejuicht nadat ze was aangevallen ‘door rechtse internet-trollen die de pip konden krijgen’. Het bleek te gaan om een vrouw die juist door mij op de GroenLinks-verkiezingslijst naar een onverkiesbare plek doorgeschoven was. Dit niet op grond van de info verspreid in de posts van die internettrollen – die waren volledig aan me voorbijgegaan – maar op grond van informatie van Erdal Balci, over wie vast en zeker veel gezegd kan worden, maar niet dat hij een rechtse internettrol is. Ik reageerde door te vragen of ik – die al nooit PvdD had gestemd vanwege de banden van de top van die partij met de Zevendedagsadventisten – wel uit gezond wantrouwen iemand die openlijk moslim is fiks naar onderen op die lijst mocht zetten, of dat ook ik dan de pip kon krijgen.
Er ontspon zich vervolgens een discussie. Mijn wantrouwen werd niet begrepen.
Was het anders geweest als ze heimelijk moslim was geweest of als ze openlijk christen was geweest? En daarbij, Jesse Klaver is ook gelovig.
Antwoord respectievelijk: ja, want dan had ik het niet geweten. Dat is nu eenmaal de crux van het woord ‘heimelijk’. Maar het was niet anders geweest als ze openlijk christen was geweest. Ook dan had ik haar naar onderen geplaatst. Als voormalig misdienaar in het zuiden des lands die na die periode alles hartgrondig wantrouwt wat naar religie riekt, en dan bedoel ik ook echt iedere religie, zou ik ook een man in een paarse jurk naar onderen plaatsen. Al blijft het voor mij wel verschil maken dat de gemiddelde christenvrouw zich niet vrijwillig door een kledingstuk laat omhelzen dat voor mij altijd een symbool is geweest en altijd een symbool zal blijven van religieuze, patriarchale vrouwenonderdrukking. Dat ook voor Jesse Klaver geloof van groot belang is, doet hier niet ter zake, want hij kon in het referendum niet van plek 1 naar onderen worden gezet. Had dat wel gekund, dan had ik het niet nagelaten.
Je kent haar niet. Misschien kun je het best goed met haar vinden.
Wie weet. Ik sluit het zeker niet uit. Ik heb ook VVD’ers en antroposofen onder mijn vrienden en wellicht zelfs een enkele antivaxxer, al zal dat dan wel een heimelijke zijn. Maar daar gaat het niet om. Waar het om gaat is of ik hen op een verkiesbare plek zou willen van de partij waarvan ik hoop dat die het best de dingen die ik belangrijk vind in het parlement naar voren brengt en nastreeft. En dan is het antwoord: nee.
Je onverdraagzaamheid had ik niet verwacht.
Met onverdraagzaamheid heeft dit niets te maken. Ik probeer op grond van de informatie die ik heb – en die is vast en zeker niet volledig, maar wanneer is dat wel het geval? – zo goed als mogelijk mijn favoriete lijst samen te stellen. Dat is niet onverdraagzaam, dat heet referendum-democratie (waarvan ik, dat wil ik dan best wel toegeven, helemaal niet zo’n fervent voorstander ben. Juist vanwege dat vaak grote gebrek aan informatie).
Ik dacht tot op dit moment met een aardige discussie bezig te zijn, tot de uitsmijter kwam.
Haar geloof doet er niet toe, zolang ze dat geloof maar niet oplegt. De hoofddoek doet er niet toe. Haar bestuurslidmaatschap van een islamitische organisatie doet er niet toe. Waar het om gaat zijn haar gedachten en handelingen. Bovendien, wat jij een ‘aardige discussie’ noemt, is voor haar ernstige realiteit. Zij wordt op het moment zwart gemaakt door enge types, daar heeft ze jou ‘niet ook nog bij nodig’.
Het is een reactie die antwoorden vrijwel onmogelijk maakt. Niet eens zozeer omdat het dragen van expliciete kledij (zoals in dit geval een hoofddoek, maar het kan ook een shirt zijn met het Farmers Defence Force-teken erop) en het bestuurslidmaatschap van een organisatie (een islamitische of een politieke of wat voor organisatie dan ook) wel degelijk zowel handelingen zijn als een uitdrukking van je gedachtegoed. Als dat kledingstuk niet op zijn minst een deel – en waarschijnlijk een niet onbelangrijk deel – van je gedachten reflecteert, trek je het niet aan. Als die organisatie je niks interesseert en je het werk ervan niet belangrijk vindt, verspil je er geen kostbare tijd aan. In dit geval: hoofddoek en bestuurslidmaatschap zijn aanwijzingen, sterke aanwijzingen, van bepaalde ideeën en die ideeën zijn niet de ideeën die ik graag zie in de partij waar ik doorgaans op stem.
Wat mij echt schokte was echter die laatste zin: zij wordt aangevallen door engerds, en dan kom jij ook nog. Oftewel: steun haar zolang zij wordt aangevallen door types die ook jij maar niks vindt. Het zijn opmerkingen die ‘kritiek uit eigen kring’ verdacht maken. Ik vind echter niet iets omdat mensen die ik niet kan uitstaan het tegenovergestelde vinden.
Ik vind iets omdat ik iets vind, ongeacht de opvattingen van anderen. Ik ga dan ook niet alvorens op iets te reageren of te reflecteren eerst kijken ‘wat voor types’ er al iets van hebben gezegd en of ik daar ‘wel bij wil horen’. Ik ga me niet inhouden omdat kritiek ‘de vijand’ in de kaart speelt. Blijkbaar moeten mensen zoals ik – linksstemmend, cultuurminnend, etc. – onze mond houden zolang iemand die volgens de linkse goegemeente ‘deugt’, wordt aangevallen door ‘mensen die niet deugen’. Mooi niet dus.