Toch maar weer even over de vertrouwenscrisis tussen de burger en de politiek. De wederzijdse vertrouwenscrisis, waarover ik regelmatig in dit clubblad schrijf. Nu vooral weer over het vertrouwen dat de burger in de overheid heeft. Vertrouwen dat tegenwoordig veel minder vanzelfsprekend is.
Al tikkend kijk ik met een schuin oog naar het Afghanistandebat over evacuatiegate. Ook daar komt niet alleen klunzigheid naar buiten, maar ook onbetrouwbaar handelen vanuit vak DK.
Weer een turfje op de lijst van zaken waarbij de Kamer weer eens niet, niet tijdig of niet voldoende is geïnformeerd. Ditmaal niet over voorkennis van de bewindslieden over de urgentie van snelle evacuatie. Het kabinet negeerde vanaf maart noodkreten van internationale partners over de situatie.
De lijst groeit en groeit. En de Kamer is de kiezer, hoe je het ook wendt of keert. Vak DK is bang voor de Kamer. Het probeert de Kamer zoveel mogelijk buiten de besluitvorming te houden.
Liegen
Is dat te hard hoe ik dat zeg? Vak DK probeert immers toch steeds een meerderheid te halen in die Kamer. Via vaste stramienen weliswaar en met een hermetisch regeerakkoord onder de arm, maar toch. Er zijn steeds weer minstens die 76 zetels pro geweest de laatste jaren.
Een deel van de informatie achterhouden is ook liegen. Een 95%-waarheid is moreel nog even weinig waard als een 5%-waarheid. Het is nog steeds een zonde.
En het achterhouden van informatie aan een gremium dat leidend is in ons democratische stelsel, is zeer kwalijk. En kwalijk is een understatement.
Hiaat
De dag dat het evacuatiedebat plaatsvond, was het de ’internationale dag van de democratie’. Voorzitter Vera Bergkamp herinnerde de Kamerleden er nota bene aan. En dat op een dag dat het democratische hiaat in onze gesloten bestuurscultuur wederom evident werd.
En de omvang van dat hiaat ligt op straat. Het publiek ziet, hoort en voelt het. Links publiek, rechts publiek. Wit en zwart. Rijk en arm. De vertrouwenscrisis groeit. Het is in deze situatie dat de overheid een beroep doet op de bevolking voor het delen van persoonlijke informatie om toegang te krijgen tot publieke ruimtes. Medische gegevens.
Ik heb alle vertrouwen in de door de moderniteit gedreven wetenschap. Ik heb ook geen enkele fiducie in welke primitieve alternatieve geneeswijze dan ook. Ik geloof in cijfers, metingen en ratio. En daarom vertrouw ik artsen wel en alchemisten en dansleraren of feestboek niet.
Wantrouwen
Maar ik begrijp heel goed dat het vertrouwen van velen ten opzichte van de overheid enorm gedaald is. Ik denk en meen te kunnen weten dat de vaccins dagelijks en wereldwijd bewijzen dat ze honderden miljoenen mensen kunnen behoeden voor het ziek worden door een grillig en daardoor gevaarlijk en vaak dodelijk virus.
Maar in een sfeer van wantrouwen, van vaak begrijpelijk groeiend wantrouwen, snap ik heel goed dat de overheid lang niet door iedereen en lang niet in alle gevallen wordt vertrouwd. En die overheid lijkt ook de burger onvoldoende te vertrouwen; ze lijkt vooral weinig vertrouwen te hebben in haar vermogen om die burger nog te bereiken.
In plaats van dat men voldoende autoriteit denkt te hebben om de burger te overtuigen van het nut en de veiligheid van de vaccins, neemt men toevlucht tot een dwingend drukmiddel om tot een hogere vaccinatiegraad te komen: de coronapas. En dat is een verkapte vorm van dwang. Een zwaktebod. Een riskante strategie ook. Zeker in het licht van het zeer broze en afbrokkelende vertrouwen tussen publiek en politiek.
Waarom geen actieve benadering van de burger met een open en sluitend verhaal over het belang van vaccinatie? Of heeft men de handdoek geworpen? Legt men zich er inmiddels bij neer dat de vertrouwensbreuk daarvoor al te groot is? Spreekt men door het introduceren van het coronapaspoort dit besef zwijgend uit?
*Deze column verscheen eerder bij de Telegraaf en is hier met toestemming van, en dank aan, de uitgever en Eddy Terstall gepubliceerd door Vrij Links