‘Als de regering ontevreden is over het volk, waarom kiest ze dan geen nieuw volk?’
Deze zin van Bertolt Brecht knaagt al geruime tijd aan mijn ziel. Bedoelde hij dat het volk de regering de baas is en haar niet tevreden hoeft te houden, maar andersom? En als het volk haar niet bevalt, dan maar lekker opdonderen en zoeken naar een ander volk?
Hij kon het ook als waarschuwing bedoelen. Wanneer de regering de macht heeft, kan ze ook een nieuw volk kiezen. Of creëren. Vele nationalistische en populistische regeringen hebben dat ook daadwerkelijk gedaan. Zonder zelf te vertrekken hebben deze regeringen etnisch zuivere staten op de wereldkaart geplaatst. Door de vrijheid van (delen van) het eigen volk in te perken, door het te manipuleren, indoctrineren. Of zelfs door gruwelijke daden te verrichten.
Stel dat hij beide bedoelde, dan neem ik zijn waarschuwing heel serieus en streef ik naar een regering die al haar volk serieus neemt en onvoorwaardelijk de vrijheid van iedereen borgt.
Maar hoe doe je dat in inmiddels zo gekleurd Nederland, waar ‘vrij en vrijheid’ een beetje een doorgeschoten recht is geworden, waar iedereen het naar eigen normen en waarden invult, en niet aarzelt om andersdenkenden te marginaliseren, beledigen, isoleren, zelfs met geweld uit te schakelen?
Het lijkt er op alsof vele mini-regeringen in ons land subtiel bezig zijn om een eigen, nieuw volk te creëren dat zuiver is van de besmetting van anderen. Waar ze met (zondags)scholen hun eigen volkjes kneden. En stel dat het echt zo is, hoe moet het dan straks? Waar hoor ik dan bij? Of mijn nog niet geboren kleindochter van een Congolese vader en een Joegoslavische moeder? Moet ze om ergens bij te horen anderen openlijk minachten of discrimineren? Of zich verplicht zus en zo (be)kleden om aan een baan te komen of op straat niet uitgescholden te worden? Of dat haar ouders haar geliefde gaan bepalen? Nou zeg, veel Congolees-Joegoslavische mannen of vrouwen lopen er ook niet rond. Of moet het per se ook nog een man zijn volgens haar ouders? Houd toch op zeg.
Er is veel behoefte om terug in de tijd te gaan, merk ik. En als ik aan Bertolt Brecht denk, wil ik dat niet, ik wil juist vooruit. Vanuit dankbaarheid aan Brecht, en meer van zulke denkers, voel ik me wel verplicht om voor dezelfde vrijheid waarvoor zij vochten, nu te vechten. Voor de generatie van mijn nog niet geboren kleindochter. ‘Wie vecht kan verliezen. Wie niet vecht, heeft al verloren’, zei hij ook.
Ik ben links en vrij wil ik zijn. Mijn ervaringen zijn niet zonder waarde. Ik heb het van dichtbij mee mogen maken hoe een vrije, vreedzame samenleving verwoest is door een paar nationalistische, egocentrische en dogmatische imbecielen. Mijn volk bestaat niet meer, maar zijn spook likt zijn wonden nog steeds, geloof me.
Ik ben links, ja. Ik geloof in een liberale samenleving waar elk individu een waardevolle plek inneemt, doet wat ie wil, bijdraagt aan een groot gezamenlijk belang, zonder anderen te kort te doen. Ik ben voor het eerlijk delen, voor het opkomen voor elkaar, elkaar in nood beschermen, voor een sterke, neutrale overheid die de rechten van mensen in bescherming neemt en zich weet te verzetten tegen ruwe terreur van materialisme en alle vormen van dogmatisme.
Vrij wil ik zijn, ja. Ik heb 47 jaar vrouw mogen zijn, maar als ik dat wil, dan ben ik morgen gewoon een man van 47. Ik wil vrijen met wie ik wil. Word ik per ongeluk zwanger, dan wil ik een abortuspil. Als ik morgen een hoofddoek wil dragen, dan doe ik dat. Wil ik die de volgende dag omruilen voor een korte jurk, dan doe ik dat ook. Over jou wil ik grapjes mogen maken, jou mogen bekritiseren zonder dat je me meteen neerschiet. Wil ik me bekeren tot totemisme, dan is de plofkip mijn totem die je mag, maar niet hoeft te respecteren. En of je het daar mee eens bent of niet, daar kunnen we er wel over praten, maar ik doe wat ik wil. Zolang ik jou niet tekort doe of al helemaal jou, niemand, nooit beschadig. En dat kan wel.
Denk ik zo omdat ik in een seculiere samenleving groot ben geworden? Deels wel, maar de grootste vrijheid heb ik in dit land, Nederland, mogen genieten. Vrijheid die ik tot de dag van vandaag oprecht bewonder. Mijn seculiere onderwijs heeft me met enorme, brede kennis verrijkt. Op school waren wij gelijkwaardig, allemaal stoute, leergierige koppen die op zoek waren naar universele, rechtvaardige waarden gebaseerd op wetenschap. Het accent lag op het gemeenschappelijke, niet op verschillen. Wat je thuis deed, dat mocht je zelf weten. Wilde je dat met anderen delen, dan kon dat in de toneelstukken of literaire avonden die we organiseerden. Ruimte voor marginalisering van anderen was er niet.
Amsterdam kent 188 nationaliteiten. Hoe verbind je ze? Ik denk door seculier onderwijs, vrij van alle dogmatische invloeden. Mijn nog niet geboren kleindochter van een echt gelovige oma moet zich ten alle tijden kunnen verplaatsen in een ongelovige? Zij moet ook de keuze kunnen hebben om in haar oma’s God te geloven, of niet? Religie en alle andere opvattingen zijn thuis te bedrijven en te koesteren. Zij horen bij het recht om vrij te denken en leven, maar zijn niet bepalend voor het vormen van de samenleving waar iedereen een plek verdient. Onderwijs is bedoeld om te leren. Het verbreedt en verruimt ons denken, schept mogelijkheden. Door onderwijs aan religies te koppelen, splitsen we en verdelen we. En beperken we de vrijheid van onze kinderen, die ooit onze regeringen moeten vormen, die ons allen zouden moeten beschermen en niet, omwille van hun eigen ding, anderen vernietigen.
Ja, in deze tijden denk ik vaak aan Bertolt Brecht. Ken je zijn Tegenlied?
Tegenlied
Zouden wij dan maar laten betijen
Bij ‘zo is het en zo blijft het‘ knikkebollen?
Bij gevulde bekers liever dorst staan lijen
Naar de lege grijpen en niet naar de volle?
Zouden wij dan buiten mogen blijven
Ongenodigd in de kou staan en berusten
Daar ‘t heren heeft behaagd ons voor te schrijven
Wat ons toekomt aan lasten en aan lusten?
Beter lijkt het van ons af te bijten
En niet aan de kleinste vreugde te verzaken
En de rampenstichters krachtig te bestrijden
En de wereld echt eens huiselijk te maken!
– Bertolt Brecht
En Zora zegt: ‘Leve het Vrije Links!’