Het sociaaldemocratische gedachtegoed draag ik een warm hart toe, vanwege het streven naar een kleinere kloof tussen kapitaalvermogenden en mensen zonder kapitaal. Want daar zit namelijk het echte verschil tussen rijk en arm. Groeiende economische ongelijkheid is de basis voor de steeds groter wordende tweedeling in de maatschappij. Dat zie je op alle fronten van de maatschappij terug: van het onderwijs tot aan de huizenmarkt. 

Wanneer linkse politici spreken over economische ongelijkheid valt de discussie veelal terug op multinationals en grote bedrijven. Politici stellen vaak voor om de belastingdruk voor bedrijven te verhogen, om zo andere zaken zoals klimaatmaatregelen, de zorg of het onderwijs te bekostigen. Klinkt goed, zou je zeggen. Tegelijkertijd zijn het ook makkelijke redenaties als je het mij vraagt. Want is een hogere belastingdruk voor bedrijven eigenlijk wel zo links?

Hoewel bedrijven winstbelasting betalen, dragen zij de lasten van deze belasting niet per se zelf. Dit is een belangrijke nuance. Een bedrijf is slechts een juridische constructie. De inventaris van een bedrijf kan immers geen belasting dragen. Een olietanker of een fabrieksmachine kan dat evenmin. De belasting wordt linksom of rechtsom gedragen door natuurlijke personen, mensen van vlees en bloed. Milton Friedman, Nobelprijswinnaar voor de Economie, legt dat aan de hand van de free lunch myth haarfijn uit.

Het idee achter de free lunch myth is dat winstbelasting voor bedrijven op drie manieren kan worden afgewenteld. Allereerst kan een verhoogde winstbelasting resulteren in een hoger prijsniveau: de producten worden duurder. Op deze manier wordt de belasting afgewenteld op de consument. Ten tweede kan winstbelasting worden afgewenteld op de werknemer, bijvoorbeeld wanneer er gekort wordt op de lonen. Tot slot kan winstbelasting ervoor zorgen dat er minder winst te verdelen valt onder de eigenaren van bedrijven. Dit zorgt voor lagere dividenden en in dat geval wordt de winstbelasting afgewenteld op de aandeelhouder. In de praktijk zal de winstbelasting afgewenteld worden op een combinatie van alle factoren: consument, werknemer en aandeelhouder.

Met deze kennis in het achterhoofd is het interessant om te observeren welke van deze drie groepen relatief het grootste deel van de belasting draagt. In een onderzoek over de toekomst van de vennootschapsbelasting uit 2003 kwam prof. dr. Ruud de Mooij tot de conclusie dat de vennootschapsbelasting voor tussen de veertig en zeventig procent wordt afgewenteld op werknemers.  Hoewel er discussie bestaat over het precieze percentage, is De Mooij in ieder geval niet de enige die dit denkt. In zijn onderzoek van verwijst De Mooij onder andere naar een enquête onder economen van Amerikaanse universiteiten uit 1995. Zij schatten dat dit percentage op ongeveer zestig procent ligt.

Kortom, dit zou betekenen dat de rekening van een hogere belastingdruk voor bijvoorbeeld Shell en Unilever grotendeels wordt betaald door haar medewerkers, en niet door haar aandeelhouders.

Hoewel er een kans is dat al deze economen er compleet naast zitten, zouden deze bevindingen in ieder geval als voer voor discussie moeten dienen. Is onze strijd tegen multinationals en grote bedrijven wel zo rechtvaardig als we denken?

Het linkse credo ‘grote bedrijven moeten meer belasting betalen’ is volgens mij niet gestoeld op een haat aan bedrijven, maar op de hoop op een eerlijkere verdeling van de welvaart. De strijd daarvoor moet onverminderd door worden gevoerd, maar wel op de juiste manier.

Links moet haar vizier op multinationals en grote bedrijven misschien verbreden naar een kijk op aandeelhouders. En in het grotere plaatje niet alleen de aandeelhouders, maar alle kapitaalvermogende individuen betrekken. Het rendement op vermogen is namelijk permanent groter dan de groei van inkomens. Zolang vermogen slechts belast blijft zoals op dit moment het geval, is zal de economische ongelijkheid – helaas –  alleen maar toenemen.

Foto: Pixabay

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.

Vorig artikelOver leven na de laatste genocide: het verhaal van de Jezidi’s
Volgend artikelWe gaan stuk 
Andrej Josic studeert economie aan de Erasmus Universiteit. Hij was voorzitter van het LAKS (scholierenbond) en, politiek actief voor de PvdA, ook voorzitter van de JS in Rotterdam.