Ik ben bang om dit stuk te schrijven – en dat is het probleem.

Na de brief in Harper’s Magazine heb ik verbijsterende voorbeelden gezien van oneigenlijke argumenten. Critici hebben de motieven en de oprechtheid van bepaalde ondertekenaars aangevallen, alsof beschuldigingen van hypocrisie – terecht of niet – de principes in de brief zelf ongeldig zouden kunnen maken. 

Veel critici zeiden dat de cancel culture waartegen de brief zich uitspreekt, niet eens bestaat, ondanks een schijnbaar oneindige rij voorbeelden. Misschien nog verontrustender zijn de mensen die het bestaan ervan niet ontkenden, maar die de term cancel culture huilie-huilietaal vonden voor de gevolgen van slecht gedrag, een argument dat riekt naar ‘tja waarom draag je dan ook een kort rokje?’

Die aanvallen, met het venijn en het bijtende zuur dat er vaak mee gepaard ging, hebben het punt van de brief alleen maar bewezen. Eén vorm van kritiek was wel heel teleurstellend: de bewering dat de brief alleen maar een uitbarsting is van bevoorrechte elites met grote invloed die huilen omdat ze eindelijk eens door nobodies tot de orde worden geroepen – de nobodies, de massa mensen die vroeger geen stem hadden, maar nu een macht bezitten die het establishment en zijn poortwachters niet meer kunnen onderdrukken. 

Maar in hun geestdrift tegen de brief, lijken deze deugdzame strijders één ding te zijn vergeten. Ik ben ook een nobody, en veel mensen zoals ik zijn het niet eens met jullie.

Ja, veel ondertekenaars hebben invloed en prestige. En wat zij naar hun hoofd krijgen geslingerd, is dat ze dus helemaal niet gecanceld kúnnen worden (al is dat wel hard geprobeerd). Dus waarom dan dat gehuil? 

Ondanks dit expliciete statement in de brief – ‘De inperking van het debat, zij het door een repressieve overheid of door een intolerante samenleving, schaadt onveranderlijk degenen die geen macht hebben, en maakt democratische participatie door iedereen moeilijker’ – missen de criticasters het punt volledig. De ondertekenaars doen dit namens degenen van ons die niet immuun zijn tegen gecanceld worden. Ze doen het voor mensen zoals ik, die veel meer te verliezen hebben.

Ik zou hierdoor daadwerkelijk alles kunnen verliezen, en dat is waarom ik bang ben. 

De verlammende gevolgen hiervan voel ik al het grootste deel van mijn volwassen leven, maar ik hoef niet heel ver terug te gaan om er voorbeelden van te laten zien. Na de moord op George Floyd wist ik wat de reactie van veel van onze instituten en van mijn sociale kringen zou zijn, hoe de argumenten zouden klinken, en hoe ver ze van mijn eigen gedachtegang af zouden staan.

Terwijl de protesten uitbraken, er slogans werden geroepen en memes werden gedeeld, voelde ik me als een atheïst aan tafel bij het dankgebed: ik kon niet meegaan in veel van wat ik zag en hoorde omdat het niet klopte volgens mij. Ik geloof dat black lives matter, maar ik kan geen steun geven aan Black Lives Matter wanneer zo veel van hun retoriek warrig is, oneerlijk of gebaseerd op onjuiste interpretaties van de data.

Ik verwerp racisme en verzet me ertegen, maar ik kan niet naar eer en geweten huidige varianten van anti-racisme steunen omdat zo veel van hun stellingen en argumenten onzinnig, cirkelredeneringen, en zelfs in zichzelf racistisch zijn. Ik houd van transmensen, respecteer ze en ik voel diepe compassie met ze. Ik ontken ook van geen enkel mens diens fundamentele mens-zijn noch diens recht om te bestaan, maar ik kan mijn eigen begrip van de wetenschap achter biologische sekse niet verloochenen.

Geen enkel van deze perspectieven komt vanuit haat of onwetendheid – integendeel juist. Ik voel me diep betrokken bij het oplossen van het probleem van politiegeweld, bij het uitbannen van racisme en haat waar die zich ook maar voordoen, en bij het bereiken van een echt gelijkwaardige samenleving waarin iedereen vrij is te leven zoals zij zelf willen.

Juist omdat ik deze problemen onderken, voel ik me vol overtuiging betrokken bij het daadwerkelijk en eerlijk benaderen ervan. We kunnen ze niet oplossen als we de feitelijke werkelijkheid ontkennen. En we kunnen ons doel om samen een betere wereld voor iedereen te bouwen, alleen bereiken als we effectief kunnen communiceren – juist ook als we het oneens zijn.

Het moeilijke is dat alleen al dit te zeggen, gevaarlijk is. Ik heb een geweldige baan en voel mij waardevol in mijn werk, voor de eerste keer in mijn leven. Wat verschrikkelijk zou het zijn om deze kans te verliezen door een tweet of een artikel dat verkeerd wordt geïnterpreteerd door onbekenden op het internet. Het is volkomen begrijpelijk voor mij – en veel mensen zoals ik – om te bedenken dat dit het risico niet waard is, en om stil te blijven. 

Maar deze dynamiek is onhoudbaar en, ondanks mijn instinct tot zelfbehoud, vind ik het noodzakelijk dat ik me uitspreek, hoe aarzelend ook, omdat ik wil proberen op een zinvolle en productieve manier bij te dragen aan het debat. Het hindert me als mensen dingen zeggen en doen die geen steek houden. Het breekt mijn hart als ik ons verder en verder zie afwijken van het pad naar vooruitgang omdat we niet kunnen – of willen – communiceren. 

Ik spreek ondanks dat ik bang ben voor de mogelijke repercussies – want hoe kunnen we een betere wereld bouwen als wij niet samen open en eerlijk het debat aangaan? 

Dat is de spil waar de brief in Harper’s om draait: ik kan het mis hebben over alles, en ik ben bereid te horen waarom, maar ik moet de kans krijgen om het mis te hebben.

Ik moet de ruimte hebben om niet alleen mijn mening te kunnen geven, maar ook om te weten dat mijn leven niet instort omdat ik op een punt toevallig anders denk dan de menigte. We moeten compassie met elkaar hebben en elkaar het voordeel van de twijfel geven, ondanks onze meest basale instincten en de social media platforms die die instincten – cynisch genoeg – stimuleren.

Ik heb er bijna elke dag van mijn leven wel naast gezeten, en er was geen enkele keer dat ik geen beter mens werd na een meelevende correctie. Als ik bang was geweest om iets te zeggen of te doen, of als mensen hadden gereageerd met alleen maar gelijkhebberige woede, dan zou ik misschien helemaal nooit iets geleerd hebben.

Ik ben een nobody, maar ik probeer te zijn zoals veel van de ondertekenaars van de brief – om anderen te inspireren en te helpen zoals ik geïnspireerd en geholpen ben door hen. Ik ben een nobody, maar ik wil denken in de openbaarheid, bijdragen aan een productief debat, en mijn ideeën laten uitdagen, veranderen en ontwikkelen. Ik ben een nobody, maar ik zou de brief met trots hebben getekend als ik was gevraagd, omdat ik de principes die erin worden hooggehouden – oprechtheid, burgerschap, in goed vertrouwen debatteren – hoog in het vaandel draag.

In weerwil van de kritiek, nam de brief het op voor de nobodies. Ik steun hem omdat het belangrijk voor me is dat nobodies ertoe doen; dat nobodies de kans krijgen om te spreken, te bevragen, het mis te hebben.

Alle gevestigde, heersende ideeën te mogen bevragen en te mogen uitdagen, zonder bang te hoeven zijn – dat is het fundament waarop de open, vrije samenleving is gebouwd, en dat is wat de brief wilde zeggen. 

Maar de brief bezit geen magische kracht. Hij kan mijn levensonderhoud niet beschermen. Hij kan mijn reputatie niet beschermen, hoe gering die ook mag zijn. Het enige dat de brief kan doen is oproepen tot een betere manier van denken en doen. De rest is aan jou – en aan ons allemaal.

Ik steek hier mijn nek uit. Om mijn punt te maken heb ik bepaalde ketterijen geuit, zwart op wit, waar iedereen het kan zien. Ik ben niet de enige die zo denkt, maar het wordt gewoonlijk niet in deze vorm hardop gezegd, door mensen die zo weinig bescherming hebben tegen de reacties die er vaak door ontketend worden. Het doelwit staat nu op mijn rug, goed zichtbaar voor iedereen die erop wil mikken. Wat gaat er nu met mij gebeuren? Welke waarden wil jij belichamen als je mij wilt benaderen en wat ik geschreven heb? De waarden in de brief zijn een goede start.

Cancel culture bestaat – maar samen kunnen we het beëindigen.

Vertaling van I’m a nobody. The Harper’s Letter was for me, gepubliceerd op 18 juli 2020 op Areo Magazine. Met dank aan Areo Magazine voor hun toestemming tot vertaling en publicatie. 


Meer lezen over Angelo Eduardo

Beeld: Pexels via Pixabay

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.