Na de les zei ik tegen de studente: ‘Ik hoop maar dat je nog een beetje heel bent.’ Haar kwartje viel niet.
‘Ik ga stuk,’ had ze steeds tijdens de les gezegd als iemand een grappige of gevatte opmerking maakte. Waar komt die uitdrukking eigenlijk vandaan? De Dikke van Dale en het Smibanese straatwoordenboek boden geen oplossing. Waarschijnlijk is het een verbastering van je kapot lachen.
Ik associeer stukgaan met iets niet meer (aan) kunnen, breken.
In de tekenfilms die ik vroeger op televisie zag, ging regelmatig een figuur letterlijk stuk, omdat hij ergens tegenop liep of een loden bal op z’n hoofd kreeg. Daar moesten wij kinderen dan weer om lachen, maar wij waren het niet die stukgingen. Wij lagen dubbel.
Stuk gaan ze overigens wel in de bewerking van het non-fictie boek Mocro Maffia. Ik heb de serie niet gekeken, omdat ik de perverse drang om problemen uit de Marokkaanse gemeenschap op het filmdoek te prostitueren niet meer aan kan zien.
De Berber die een dragende rol heeft in de Nederlandse film kent de laatste jaren twee smakeloze smaken: een meedogenloze crimineel of islamitische jihadist. Ik betoog hier geen racisme, maar iets veel ernstiger: platte decadentie.
De onlangs verschenen debuutfilm en Oscarinzending Instinct van actrice Halina Reijn toont die platte decadentie op formidabel treurige wijze. Het verhaal dat door romanschrijver Esther Gerritsen is geschreven gaat als volgt. Een psychiater behandelt Idris in een tbs-kliniek. Zij is eigenlijk toe aan vakantie, maar gaat toch door met haar werk. Ook heeft ze een problematische relatie met haar moeder. De psychiater heeft bindingsproblemen, terwijl haar zus daar nul last van heeft. Intimiteit vindt alleen plaats als ze verdoofd is door de alcohol. Ook voelt de psychiater zich aangetrokken tot haar patiënt.
En Idris, tja, hij zit vast omdat hij zich herhaaldelijk heeft vergrepen aan vrouwen, die hij natuurlijk ook gruwelijk mishandelde. Het personage Idris kent geen diepgang en is van bordkarton, maar gromt wel lekker gevaarlijk en draagt een bontkraag.
In de geschreven media werd Instinct groots ontvangen: ‘Uitstekend’ (Het Parool), ‘Een nagelbijter van jewelste’ (Dagblad van het Noorden), ‘Actuele thriller’ (Elsevier), ‘Knap regiedebuut’ (NRC). Alleen het Algemeen Dagblad durft de film ‘psychologie van de koude grond’ te noemen, wat een understatement is.
Waarom worden er geen films gemaakt over echte thema’s uit de Berbergemeenschap, zoals schizofrenie, sociale mobiliteit, verborgen homoseksualiteit, repatriëring bij dood, gemengde relaties en ga zo verder? In het roemruchte essay Niemand heeft oog voor het vreemde. Moedwil en kwade trouw bij blanke schrijvers (NRC, 1997) van Anil Ramdas staat het antwoord: ‘Mensen van de wetenschap bijvoorbeeld, of journalisten en belangrijker nog: romanschrijvers. Van hen moet je verwachten dat ze over het talent beschikken om zich met meer te identificeren dan met variaties op zichzelf. Het is hun beroep om zich te verplaatsen in het leven van anderen, onbekenden, vreemdelingen, buitenlanders.’ Dat is de makers niet gelukt, want ‘ze herkennen uitsluitend wat ze al kennen en verbannen het vreemde en het onbekende naar de oorden van vage schimmen of exotische objecten van de lust’.
De laatste Nederlandse film waar de Marokkaanse figuur niet in een ranzige fantasie werd gedoopt, is de kinderfilm Polleke van Ineke Houtman, gebaseerd op een boekenreeks van Guus Kuijer. Aan alles zie en voel je dat er met kennis en zorg is gehandeld. Ik zal hier niet uit de doeken doen waar Polleke over gaat. De film staat bij NPO Start. Het is echt beter dan die ellende van nu. We gaan er stuk aan.