Het identiteitsdenken kunnen we inmiddels wel een nieuwe religie noemen. Met dogma’s (‘witte schuld’), schriftgeleerden (Gloria Wekker), heilige schriften (Witte Onschuld), heiligen (Sylvana Simons) en martelaren (Jeffrey Affriyie). Deze nieuwe identiteitsreligie is onderdeel van een wereldwijde religie die vooral in de Verenigde Staten de wind in de rug heeft. Wezenskenmerk ervan is een frontale aanval op het liberalisme, de moderniteit en de vrijheid, zoals James A. Lindsay en Helen Pluckrose schrijven in hun Manifesto Against the Enemies of Modernity.
Lindsay en Pluckrose beschrijven de kern van moderniteit als: de representatieve democratie, de individuele vrijheden, het tijdperk van de wetenschap, de ratio boven het bijgeloof. Bovenal, het individu mag denken, geloven, lezen, spreken, twijfelen, bevragen, kritiseren, argumenteren en ideeën bedenken of afwijzen in de zoektocht naar de waarheid. Het antimoderne links plaatst nu een directe aanval op alles wat de moderniteit ons heeft gebracht.
Belangrijk is volgens hen te begrijpen dat de aanval op de moderniteit van twee kanten komt: van antimodern links én van antimodern rechts, door Lindsay creatief ‘patriotically correct’ genoemd. Ook antimodern rechts komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten en heeft zich genesteld in de uiterst-rechtse vleugel van de Republikeinen.
Samen vormen antimodern links en antimodern rechts een tweekoppige draak die de het moderne denken bedreigt. Wetenschap en de rede zijn verdacht – want ‘bevooroordeeld’. Waarheid bestaat alleen in de fanatieke overtuigingen van de eigen groep.
Linkse antimodernen beweren ijskoud dat wiskunde gedekoloniseerd moet worden en dat witte journalisten geen ‘zwarte schrijvers’ mogen interviewen. En ondanks het schijnbare hyperindividualisme van de LGBTTTQQIAAPAGPGB-lettercodes – we hebben in elk geval wat te kiezen – denkt antimodern links uitsluitend in collectieven en categorieën. Bij antimodern links is het denken morsdood. Zelfs de boerka kan op volledige instemming rekenen van antimodern links en is inmiddels verheven tot vrijheidssymbool, een mooi stukje politieke marketing voor het salafisme.
Rechtse antimodernen zijn intussen ook volop bezig hun eigen werkelijkheid te creëren, een resurrectie van een mythisch en idyllisch verleden. De inzichten van de ‘gewone man’, het ‘gezond verstand’, de ‘natuurlijke orde der dingen’ en de in beton gegoten ‘nationale cultuur’ verdragen geen tegenspraak. Liefst wil men terug naar de periode van vóór de burgerrechtenbeweging en een enkeling zelfs naar de 19e eeuw. In de VS hebben deze paleoconservatieven de wind in de rug gekregen door de groeiende weerstand tegen de antimoderne linkse beweging. Antimodern rechts wil terug naar kerk, gezin, vlag, leger en vaderland. Geen vrolijk wereldbeeld, maar passend in een trend die wereldwijd zichtbaar is.
In het Verenigd Koninkrijk beantwoorden fanatieke Brexiteers elke vorm van tegenspraak met beschuldigingen van land- of volksverraad. In Nederland heeft het FvD mede de wind in de rug gekregen omdat de gifmengerij op links over witte schuld steeds meer afkeer oproept. Ook deze tegenreactie neemt soms al een antimoderne vorm aan. Een aantal FvD-aanhangers kan niet wachten om onder aanvoering van de profeet Thierry te beginnen met een cultuuroorlog, en met blanke identiteitspolitiek – elementen die we eerder al bij de PVV zagen. Het ene soort intolerante denken faciliteert en legitimeert zo het andere.
De identiteitsreligie krijgt in ons politieke en mediaklimaat ruimte, zuurstof en exposure omdat de gevestigde linkse partijen het gewoon laten gebeuren of het adopteren – zoals PvdA-er Lodewijk Asscher die zich ongevraagd ging bemoeien met de kleur van Pieten op de NPO.
Klassiek links heeft over linkse onderwerpen weinig tot niets meer te melden. GroenLinks roept vrijwel dezelfde dingen als de VVD: marktwerking, open grenzen, vrij verkeer van kapitaal en een klimaatakkoord waar de laagstbetaalden het minst aan hebben. Bestuurlijk Nederland weet het beter, referenda zijn leuk zolang de kiezer op het standpunt van de middenpartijen stemt, en mediavrijheid is leuk zolang er niet teveel afwijkende meningen worden geuit. GroenLinks, D66 en PvdA zijn nu wat het CDA decennialang was: hoeders van de status quo, uit op het behoud van hun posities in bestuurlijke netwerken.
Met name D66 en GroenLinks – net als de PvdA onder Cohen – bewegen zonder met de ogen te knipperen mee met onzinnige eisen als een per decreet opgelegde diversiteit in de cultuursector en de gedwongen heropvoeding van ‘witte’ ambtenaren. Grondwet en rechtsstaat blijken onderhandelbaar te zijn zodra de gevoeligheden van kleine plukjes moslimfundamentalisten en BIJ1-fanatici opspelen – zoals bij de Amsterdamse Kunstraad die stelt: ‘onder het mom van het recht op vrije meningsuiting wordt het inclusieve klimaat dat Amsterdam wil nastreven bedreigd’.
Dit is een zelfgecreëerd monster: de ‘juiste’ gedachten opleggen en de ‘verkeerde’ gedachten uitbannen vanwege de illusie van co-existentie met fanatici. Alsof salafistische fundamentalisten ooit een niet-islamistische overheid boven hen zullen accepteren.
Door grondrechten en vrijheden op te offeren op het altaar van de fundamentalisten of van de identiteitscultus, plavei je juist de weg voor een mogelijke dictatoriale stroming van rechts – een Nederlandse Bolsonaro – die ‘orde op zaken ‘ gaat stellen. Want als de middenpartijen toch al de vrijheid van meningsuiting, media, expressie, religiekritiek, wetenschap en opinie hebben aangetast om de tere zieltjes van BIJ1-ers en fundamentalisten te sparen, dan kan een Nederlandse Bolsonaro deze aanpak simpel kopiëren. Alle aantastingen van onze burgerrechten door links scheppen immers een precedent.
Traditioneel links moet ophouden met BIJ1, DENK en NIDA naar de mond te praten. Het zelfgecreëerde monster zal anders de traditionele partijen opeten.
Beeld: Gerd Altmann