Gesprekken in appgroepen vervangen in deze tijd de kroegbabbels. Veel minder leuk en vaker wat ongenuanceerder gevoerd. Of ze lijken harder omdat de relativerende oogopslag of de ironische toon er niet van af te lezen is.
Ik zit in een voetbal-appgroep, een film-appgroep en een algemene, waarin we er maar wat op los tikken. In de sportgroep wordt ook nog weleens over politiek gekletst. Allemaal mannen van in de vijftig en zestig. Het grappige is dat twee van mijn vrienden er appjes sturen vanuit de zeventiger jaren.
Andere verdeling
Ik probeer er nog weleens in te gooien dat er nu een heel andere verdeling is. Een andere kloof. Die tussen het Nederland met en zonder netwerk. De hippe witte wijken en het Gooi enerzijds en de rest van Nederland anderzijds. Waarbij de kinderen van de eerste twee groepen vaak het netwerk van hun ouders voortzetten. En de wereld van het netwerk is niet links of rechts of wit of zwart. Hoe het netwerk zichzelf ook graag noemt, het is gewoon netwerk versus geen netwerk. Iets van alle tijden.
De groep zonder netwerk heeft alle etnische achtergronden, van allochtoon tot autochtoon en alles daartussenin, want die groep vermengt zich. Niet alleen qua sportclub en werkvloer, maar ze maken onderling ook kinderen, de achterban van Bij1, PVV en Denk.
Wereldvreemde wartaal
De wittewijkers die in meerderheid D66, VVD en GroenLinks stemmen, weten meestal vrij weinig van de multiculturele wijken. Weten niet wat daar allemaal wel en niet goed loopt. Ze kennen de humor van Joop en Ahmed niet. Weten niet wat de zweetberoepen van Priscilla en Fatima voor salaris opleveren en wat je daarmee kunt doen. Ze zijn geen betrokkenen in de discussie over die postcodes. Wanneer ze zich daarmee bemoeien, en dat doen ze graag, levert dat vaak wereldvreemde wartaal op. Vaak stijlvol opgeschreven in de kranten die men binnen het netwerk leest.
De adel deelde de lakens uit, daarna de gegoede koopmanskaste, en uit beide groepen is nu de netwerkkaste gegroeid. Die kaste presenteert zich niet zelden als progressief, maar dat is een vormzaak. En dat netwerk moet in stand blijven. Je zoon of dochter moet een even grote kans maken om museumdirecteur te worden als je ouders. En binnen dat netwerk wil je voor de vorm wel ’inclusieve’ taal gebruiken en best een paar symbolische mensen van kleur toelaten, zolang je het netwerk maar niet met de hele brede massa van de rest van Nederland hoeft te delen. Niet ook nog met Purmerend, Oss of Almere. Want dan blijft er, volgens de kansberekening, voor de bewoners van het eigen monoculturele witte reservaat te weinig over. En dat kan toch niet de bedoeling zijn.
Raspaarden
Dat was nooit de bedoeling. Door de eeuwen heen niet. Dus nu ook niet. Zo rolt de mens. Daarvoor is geen complot nodig. Je hebt nu eenmaal raspaarden en werkpaarden. En soms heten de raspaarden links en soms heten ze rechts. Voor de portemonnee en lifestyle maakt dat geen verschil. Hoogstens een beetje voor de beeldvorming.
Maar dat is een te lang verhaal voor in onze appgroep. Dus dan maar in een columnpje. Al is ook die niet lang genoeg om te voorkomen dat ik te kort door de bocht ga. Voor balans en nuance zou ik een boek moeten schrijven. Zoals René Cuperus en Josse de Voogd dat hebben gedaan.