Kijk naar onze nieuwe regering en zie de kers op de taart van de huidige wereldorde van de welgestelden. Ons kabinet als de vlag van de mondiale overwinning van de rijke, gelukkige minderheid. Het resultaat van veertig jaar propaganda en gelobby voor globalisering en neoliberalisme. Nu kan de rijke minderheid achterover leunen en van haar succes genieten. Maar wat als haar grote zege een pyrrusoverwinning blijkt? Wie gaat straks de strijd aan tegen het fascisme dat steeds luider op de deur klopt? De linkse, progressieve arbeidersklasse? Verrek, die is natuurlijk wereldwijd structureel afgebroken.
Het was in de zomer van 1993 toen een grote menigte in het Turkse Sivas na het vrijdaggebed massaal in beweging kwam. Ze omsingelden het hotel waar schrijvers, kunstenaars, muzikanten zaten die voor een conferentie waren gekomen. De boze menigte was razend, ze moesten niets hebben van de aanwezigheid van deze ‘ongelovigen’ in hun stad en het hotel werd in brand gestoken. Turkije verloor 37 van zijn beste zonen en dochters.
Dertien jaar voor deze aanslag had het Turkse leger een staatsgreep gepleegd en als eerste de linkse studentenbeweging en de progressieve arbeidersklasse vernietigd. In Sivas reikten de vlammen ten hemel die dag, de vooruitstrevende arbeidersbeweging van voorheen was er niet meer om die mooie mannen en vrouwen te beschermen.
Vanwege het trauma van de Sivas-aanslag hebben de beelden van de man met de enorme fakkel voor de deur van Sigrid Kaag mij behoorlijk aangegrepen. Voor de gewone Nederlander is ‘fakkelman’ Max van den B. een idioot die Kaag en haar familie intimideerde. Voor mij is het vuur dat hij bij zich droeg hetzelfde vuur als in Sivas. Vuur van achterlijkheid; gemaakt in pre-moderne tijden, opgepookt in de Middeleeuwen, nimmer uitgedoofd.
Geen politieke stroming die zich beter organiseert dan het fascisme. Of het nu wordt gedreven door ultranationalistische gevoelens, door religieus fanatisme of door het oerinstinct tegen verandering en wetenschap; de zwerm van het fascisme is altijd perfect compact omdat zijn angsten groot, zijn boodschap simpel en zijn overtuiging sterk zijn.
In hun niet te stillen honger naar meer geld, comfort en macht hebben de kapitaalkrachtigen van de wereld stelselmatig de ‘lastige’ arbeidersklasse afgebroken en daarmee de weg geplaveid voor de terugkeer van dat fascisme. Het grote geld heeft een wereld gecreëerd waarin de grenzen niet belangrijk zijn, maar dan alleen voor de investeerder en voor de rijkaard. In deze wereldorde geen plek voor de werkende massa’s die in die politieke georganiseerdheid niet alleen solidair waren met elkaar, maar ook het idealisme uitdroegen van de bevraging van religie en groepsdenken.
Interessant om te melden is dat onderzoekers Sirianne Dahlum, Carl Henrik Knutsen en Tore Wig in 2019 in The Washington Post schreven dat ze naar de rol van protesten bij democratiseringsprocessen hadden gekeken en zagen dat zonder de sterke wil van een sterke arbeidersklasse bevrijdingsbewegingen niet van de grond komen. Zonder een goed georganiseerde arbeidersklasse krijgen dictaturen en fascisme al honderdtwintig jaar vrij spel.
De werkelijkheid van nu is de akelige afwezigheid van die progressieve arbeidersklasse. En te midden van het gevaar van het groeiende fascisme, van het religieus fanatisme en van de feodaliteit in stadscentra heeft men hier maar het ‘verbinden’ omarmd. Nu de achterlijkheid van alle kanten op ons afkomt en de linkse, georganiseerde arbeiders van voorheen er niet meer zijn om het fascisme te bestrijden, kan alle achterlijkheid wellicht zoet gehouden worden met pogingen om te verbinden. Maar iedere keer als ik het woord ‘verbinden’ hoor, denk ik aan de vrouw die dacht dat de glimlach op het gezicht van Bokito een groots gebaar van hun vriendschap was.
Deze column verscheen eerder bij De Volkskrant en is hier, met toestemming van en dank aan de uitgever en Erdal Balci, gepubliceerd door Vrij Links.