Ik schreef een filmscenario, gaf het de naam Matmazel en stuurde de tekst op naar een gerenommeerde filmproducent. ‘Dit verhaal moet verteld worden’ was het snelle, enthousiaste antwoord. Ik, de regisseuse en de producent gingen dan samen aan de slag om het verhaal te polijsten en beeldender te maken. Toen we klaar waren en het verhaal na acht maanden hard werken naar het Filmfonds kon gaan voor het eerste groene licht voor financiering, kreeg ik een mail van de producent met de mededeling dat ze in dit ‘woke-tijdperk’ hun vingers toch niet wilden branden aan het verhaal.

Ik was gecanceld.

Voor alle duidelijkheid: voor iemand die plannen en projecten heeft in de culturele sector is het niet handig om bekend te staan als de ‘gecancelde man’. Ik overwoog daarom serieus om deze narigheid voor mezelf te houden. Want de producent liet geen twijfel bestaan over de politieke en culturele omstandigheden waarin we leven. Ze schreef: ‘Er is de zorg dat als we deze film in het huidige klimaat waar ook het Filmfonds deel van is (jullie weten wel waar ik het over heb, de woke-religie, cancelculture), uit zouden brengen, de gevolgen mogelijk ook negatief impact kunnen hebben op ons bedrijf. Hoe stom dat ook is, moeten we daar rekening mee houden.’

Even in het kort waar de geannuleerde film Matmazel over gaat: de 24-jarige ­Manon begint aan een zoektocht naar haar onbekende vader in Turkije. Tijdens dat zoeken wordt ze geconfronteerd met de meest vernietigende botsing van culturen, met de grote strijd van vrouwen voor emancipatie en met de werkelijkheid van de dood die op de loer ligt als vrouwen voor vrijheid kiezen. Wanneer Manon oog in oog staat met gebeurtenissen van leven en dood moet ze cruciale keuzes maken. Na haar reis kijkt ze ook anders naar haar eigen moeder Saskia, die in woord en daad bijdraagt aan dezelfde donkere toekomst voor de vrouwen in Nederland.

Als ik de film had kunnen maken, zou hij gaan over vrouwen die leven onder onmogelijke omstandigheden maar weigeren te buigen voor de onderdrukkende man en diens religie, dogma, feodaliteit, cultuur en wet. Ik heb grote bewondering voor vrouwen als de Turkse Kibadj Hatun die een paar eeuwen na profeet Mohammed met het zwaard in de hand haar mannen mobiliseerde om tegen de Arabische legers te vechten, omdat ze wist dat bij een nederlaag tegen het nieuwe geloof de toekomst van haar kleindochters die van de totale onderwerping zou zijn.

Als correspondent heb ik het werk van Turkan Saylan in Turkije meegemaakt en gezien hoe islamisten haar het leven zuur maakten, omdat haar stichting met succes duizenden meisjes op het platteland richting emancipatie bewoog. Ik ben getuige geweest van hoe mijn tante Nilufer niet alleen voor haar eigen vrijheid vocht, maar ook de meisjes in ons stadje in Turkije bij de arm nam voor de schoonheid van vrijheid.

Om eerlijk te zijn kon ik na de mail van de producent de kracht niet meer vinden om door te gaan. Maar toen kwam de Amsterdamse Lale Gül met haar boek Ik ga leven. Een 23-jarige vrouw die alles heeft geriskeerd om zich los te worstelen van haar onvrijheid. Bovendien haalde de Turkse president Erdogan dezelde week nog een dikke streep door het Istanbul-verdrag dat wat meer bescherming moest geven aan vrouwen in een land waar gemiddeld iedere dag een vrouw door haar man, ex-man of familielid wordt vermoord.
Toegegeven, ik ben naïef geweest door te denken dat Nederland nog steeds een land is waar misstanden, onrecht en gruwel bestreden kunnen worden met verhalen die eerst door een zeef van esthetiek, van kunst en van film zijn gehaald. In een atmosfeer waarin de woke-ideologie regeert, worden dus ook gewone, emancipatoire verhalen door de politiekcorrecte legers de grond in gestampt.

Ik ben gecanceld, niet eens door woke zelf, maar door de angst voor woke-­toestanden. Nu weet ik dat Nederland niet meer de enorme agora is van ideeën, meningen en van de vrije verhalen. Maar ik ga door. Tot mijn laatste adem ga ik door. Want, ik wil in de ogen kunnen kijken van Kibadj Hatun, van Turkan Saylan, van tante Nilufer, van de vrouwen die tegen Erdogan demonstreren, van Lale Gül. Ik wil me niet schamen voor Manon, de jonge vrouw die ik nota bene zelf heb gecreëerd.

Deze column verscheen eerder bij de Volkskrant en is hier met toestemming van, en dank aan, de uitgever en Erdal Balci gepubliceerd door Vrij Links

Foto: Weerapat/Depositphotos

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.

Vorig artikelTalent laat zich niet sturen of knechten, het is een grillig wonder
Volgend artikelMorele ijdelheid in politieke taal versluiert de harde werkelijkheid
Erdal Balci is onder meer journalist, columnist voor de Volkskrant en schrijver van de romans De mooiste leugen en Simonehh en mijn tweelingbroer