Van de week* zag ik de koningin op het journaal, in een kort item over dakloze jongeren die in Haarlem worden opgevangen. Het nieuws was dat de opgevangen daklozen online hun verhaal mochten doen aan de koningin. Eerst zagen we Máxima zoomen met een jonge vrouw, daarna werd een kort interview getoond met die jonge vrouw met de naam Athicha; op haar 17de uit het huis gezet en sindsdien in een slopende strijd verwikkeld geraakt voor woonruimte. Het item liep toen ten einde, ik meende een echo gehoord te hebben van de schreeuw van een verloren strijd.
Huiveringwekkend was het beeld van de online-ontmoeting tussen een schatrijke koningin in haar paleis en Athicha. Maar voordat ik verderga; in dit stuk ga ik niet in op het ijzingwekkende karakter van de leden van ons koningshuis waar men, ondanks het door de eeuwen opgestapelde vermogen, geen greintje gewetenswroeging voelt over hun fiscale uitzonderingspositie in de grondwet. De belastingvoordelen waar alleen onze monarchen recht op hebben, is een speer in het hart van de gelijkwaardigheidsbeginsel in een rechtsstaat en haalt in feite een streep door artikel 1. Maar dit wisten we allemaal al, ik ga het over Athicha hebben.
Athicha liet in de betreffende NOS Journaal-uitzending de cameraploeg de kamer zien waar ze tegenwoordig mag wonen. Zo dartel als kinderen die dezer dagen in de sneeuw spelen liep ze de woonplek in en zei: ‘Dit is het. Klein maar fijn. Wasbak, bed, bureau, oké uitzicht.’
De kamer − voor de manlief van Máxima: anderhalve stap in de breedte en drie voetstappen in de lengte − is nu alles wat Athicha heeft. Ze heeft in deze koude dagen eindelijk een plek om te wonen en vertelde daar opgewekt over aan Máxima.
Denkend aan de strijd die Athicha heeft moeten leveren voor die piepkleine ruimte besefte ik eens te meer dat het ons nooit zal lukken om alleen aan de hand van kunst, literatuur en film het leven te begrijpen. Soms vertelt een zwaar bevochten kamertje het allerbeste verhaal van een land. Een kamer, de immense opluchting bij de vrouw die die ruimte mag betrekken, een koningin voor wie die ruimte niet groot genoeg is om als wc-ruimte te fungeren aan de andere kant van de verbinding: de beangstigendste episode over het verleden en over de toekomst van Nederland, binnenkort in de bioscopen…
Aan de rand van de afgrond heeft Athicha een plek gekregen die haar voorlopig voorziet van de meest basale menselijke behoefte in deze 21ste eeuw, in het land van de vermogendste mensen van de wereld en is ze nu de gelukkigste mens op aarde.
Ik weet niet of de journalisten van de NOS zich ervan bewust zijn, maar ze hebben met hun reportage de schrijnendste werkelijkheid van onze tijd laten zien. En dat in 1 minuut en 5 seconden. Een werkelijkheid waarin de mensen tegenwoordig zo intens blij zijn met een kamertje van 1,5 bij 2,5 meter dat ze blind zijn geworden voor het grote verschil tussen hun kamertjes en de pracht en praal van het paleis van de vrouw aan de andere kant van de Zoom-lijn.
We zijn dus op het punt beland dat schrandere jonge vrouwen al euforisch zijn bij het perspectief op een eigen plekje en het daarbij horende scheutje geluk. Is iedereen dan van al zijn dromen beroofd? Ligt het zaad dat in de jaren zestig en zeventig in West-Europa werd gestrooid en waarvan de sociaal-democratische vruchten voor de mooiste tijd zorgden die de mensheid heeft gekend, volledig in de as na de neoliberale brand? Moeten we geen illusies meer koesteren voor een menswaardig bestaan, nu men hier niet anders is gewend dan dat je van geluk mag spreken als je een dak boven je hoofd hebt? Zijn we nu definitief de mislukte kinderen van de dappere generaties voor ons?
Ik keek naar dat item met Athicha en koningin Máxima en kon niet anders constateren dan dat de overwinning die het grote geld heeft behaald op de grote massa groot is geweest. Die overwinning is de blindheid waarmee de mensen tegenwoordig kijken. Zoals in India de vermogende man vanwege de dagelijkse herhaling van het tafereel de bedelende medemens niet meer ziet, zo worden hier reportages uitgezonden waarin een jongedame in grote vreugde aan een schatrijke koningin vertelt hoe gelukkig ze is met een kamertje.
De mensen van een verloren oorlog, tot op het bot verdeeld in religie, sekte, nationaliteit, afkomst en nu identiteit. Woonachtig in een kamer, iets groter dan het graf. Allang vergeten waar het werkelijk om gaat.
*Deze column verscheen eerder bij de Volkskrant en is hier met toestemming van, en dank aan, de uitgever en Erdal Balci gepubliceerd door Vrij Links.
Beeld uit: Dakloze jongeren in gesprek met koningin Máxima | NOS