BredaPhoto, een tweejaarlijks fotofestival, nam voor de editie van 2020 een installatie van Erik Kessels op in haar programmering. Binnen een week na de officiële opening daarvan heeft PIER15 – een skatepark in Breda waar dit werk, Destroy My Face, te zien was– zich genoodzaakt gevoeld om het geheel te laten verwijderen. Dit alles ‘door de druk van de reacties op social media en de financiers’, zoals bedrijfsleider Rinse Staal van PIER15 zelf heeft laten weten. Er ging een petitie rond en sponsors dreigden contracten te ontbinden, waarmee de voortzetting van dit skatepark in gevaar zou komen.
Een kunstwerk met een nadrukkelijk tijdelijk karakter dat een bepaalde tendens van culturele ‘influencing’ rond extreme cosmetische ingrepen aan de kaak probeert te stellen, is in no time bezweken onder een andere vorm van terloopse influencing. Dat is in zekere zin een bevestiging van de ironie waarmee de installatie in eerste instantie is opgebouwd, maar het is ook een indicatie van een zorgelijke tendens binnen het discours van de beeldende kunsten.
Online rumoer en een petitie
De petitie-opstellers en zij die het hebben ondertekend zijn weliswaar ‘woke’ maar hebben de slaap nog in de ogen, zo lijkt het. Of hebben ze de intenties van de maker wellicht moedwillig verkeerd begrepen? Hier volgt een samenvatting van het rumoer:
Destroy My Face bestaat uit gecomprimeerde archetypen van (voornamelijk) vrouwen die extreme vormen van cosmetische chirurgie op zichzelf hebben laten toepassen en daar vervolgens middels selfies mee pronken op Instagram en aanverwante sociale media. De gezichten op de geprinte foto’s zijn van geen enkel werkelijk bestaand individu maar een ‘mash’ van 800 online gevonden portretten die Kessels, met behulp van een algoritme, liet ‘verbouwen’ tot 60 samengestelde gezichten – die hij vervolgens op groot formaat liet aanbrengen op de skatebaan in Breda.
‘Er kan zo veel meer behaald worden op het gebied van evenementenorganisatie, het kán speelser en gedurfder,’ stelt Skatepark PIER15 op haar website. Niet zo gek dus, dat Kessels door de organisatie van BredaPhoto verzocht is om juist voor deze specifieke locatie een kunstinstallatie te bedenken. Immers: skaters hebben altijd de publieke ruimte gezocht om zich deze toe te eigenen en even zo vaak zijn ze ervan beticht het te vernielen. Erik Kessels heeft voor ogen gehad om deze ‘tegencultuur’ te activeren met betrekking tot onze gedeelde virtuele ruimte, door aspecten daarvan fysiek te maken en tot het belachelijke uit te vergroten.
De skaters van PIER15 werden uitgenodigd om met hun boards over de afbeeldingen te rijden. Door middel van deze participatie zou er dan een interactief ‘gesamtkunstwerk’ onstaan dat zichzelf opheft: na zeven weken van skaten slijten de prints langzaam maar zeker en worden uiteindelijk uitgewist. Of zo was althans de intentie. Het efimerische aspect van de installatie is als het ware een fysieke uiting van de vluchtigheid die de hedendaagse virtuele zucht naar aandacht zo kenmerkt.
‘Ik heb een fascinatie voor hoe mensen selfies maken,’ vertelde Kessels bij het VPRO-radioprogramma Nooit Meer Slapen. Maar hij is ook bezorgd over het toenemende aantal influencers die de laatste jaren zijn komen bovendrijven. Fotografie is een essentieel expressiemiddel geworden voor zowel individuen als bedrijven. Ze willen impact maken, aandacht trekken, invloed uitoefenen. Een norm stellen. En dat gebeurt veelal op humorloze wijze, waarbij mensen van allerlei aard zichzelf nogal serieus nemen.
‘Bah! Walgelijk!’
‘De werkelijke wereld en de virtuele bewerking benaderen elkaar steeds dichter. En als er dan een mogelijkheid is om daarover iets te maken, dan doe ik dat graag,’ stelt Erik Kessels – en dat is niet onopgemerkt gebleven. De organisatie van het festival werd middels een petitie op nogal dringende toon om tekst en uitleg gevraagd. De opstellers van de brief menen namelijk dat hier overduidelijk sprake is van misogynie. Maar hebben ze daarin gelijk? En zelfs als dat al zo zou zijn, is een onmiddellijke vernietiging van het werk dan een te billijken eis?
Er gingen al snel berichten rond op Facebook en Twitter waarmee te kennen werd gegeven dat dit echt niet kan: ‘Bah! Walgelijk!’ Een groep kunstenaars, ontwerpers, fotografen en andere creatievelingen bekritiseren Destroy My Face vanwege de schijnbare goedkeuring van geweld tegen vrouwen, en ze wensen dat het werk van Kessels wordt verwijderd omdat het ‘marginalisering en discriminatie’ zou promoten. ‘[Kessels] negeert volledig de sociale, culturele en/of patriarchale implicaties waarom vrouwen besluiten plastische chirurgie te ondergaan,’ staat te lezen in de petitie. Ter argumentatie tegen het bestaan van dit werk staat ook het volgende:
‘Kunst- en culturele ruimtes mogen niet worden gebruikt als een gemakkelijk excuus om dergelijke botte werken van kunstenaars tentoon te stellen.’ Waarom niet? Nou, menen de ageerders, ‘er zijn meer dan genoeg manieren zijn om een zinvol en empathisch discours te creëren over controversiële onderwerpen’, anders dan wat hier wordt getoond.
Zouden dergelijke argumenten voor het verwijderen van een kunstwerk een rechter kunnen overtuigen? Skatepark PIER15 liet het zo ver niet komen: ‘Het was vooral de vrouwelijke skategemeenschap in de VS die zich gekwetst toonde, nadat beelden viraal waren gegaan. Skatemagazines en sponsoren volgden. Ons voortbestaan stond op het spel, en we zijn allereerst een skatepark,’ legt de bedrijfsleider uit in een verklaring in De Volkskrant.
Kunst mag provoceren
Destroy My Face vraagt aandacht voor de wijze waarop een groeiend aantal mensen (meestal vrouwen) alles lijken over te hebben voor het Insta-perfecte plaatje. Wanneer dergelijke individuele online propaganda offline wordt doorgevoerd dreigt het ‘plastic fantastic’ ideaal het nieuwe normaal geworden. Dit alles zou je als een maatschappelijk probleem kunnen duiden. Voor de critici doet het er allemaal niet toe. Ze schrijven: ‘Skateparken en andere openbare ruimtes moeten plekken zijn die open zijn en gratis te gebruiken door iedereen die wil komen, en waar mensen niet belachelijk gemaakt of beoordeeld mogen worden op basis van hoe ze eruit zien.’
Nou, ze hebben binnen de kortst mogelijke tijd hun zin gekregen. Maar daarmee hebben ze nog niet meteen ook het gelijk aan hun kant.
De hang naar een zekere mate van ego-strelen is op zichzelf niet ongezond, maar Warhol’s ’15 minutes of fame’ zijn allang verdampt tot de enkele seconden die Snapchat een aandachtzoeker gunt. Dankzij de perfectioneerfilters die als app worden aangeboden via sociale media – hoewel Instagram officieel afstand neemt van dergelijke applicaties – kan elk specifiek schoonheidsideaal worden gerealiseerd. En sommige gebruikers van die filters gaan zo ver dat zij naar de cosmetisch chirurg stappen om hun uiterlijk aan te passen aan het ideaalbeeld van de filters. Dat kan uiteindelijk – letterlijk – extreme vormen aannemen.
De verziekende aandachtscultuur, een provocerende kunstenaar als Erik Kessels weet daar wel raad mee. De ‘jiu jitsu’-techniek die hij daarbij hanteert – door de energie van de massa om te zetten naar een tegenkracht, e.g. ‘adbusting’, het saboteren van de oorspronkelijke context – is algemeen bekend. Zie bijvoorbeeld My Feet, rond het fenomeen dat zo veel mensen hun eigen voeten fotograferen, en 24hr in Photos, waarmee hij het enorme aantal foto’s dat dagelijks wordt geūpload fysiek wilde aantonen.
Springen op Trump-kussens
Ook maakte hij in 2017, samen met de Franse beeldend kunstenaar Thomas Mailander, het Photo Pleasure Palace ter gelegenheid van de jaarlijkse fotobeurs Unseen in Amsterdam. Een belangrijk onderdeel van deze absurdistische kermis was de attractie Jump Trump: vanaf een verhoging werd de bezoeker uitgenodigd om op een groot luchtkussen te springen met daarop het gezicht van Donald Trump afgedrukt. Het plezier en de hilariteit van de actie zelf – het springen – en het lachwekkende gevolg – een ingedeukt kussen cq. gezicht van Trump – werd breed gedeeld door jong en oud, man en vrouw.
Er was destijds geen petitie opgesteld, door wie dan ook, waarin werd gesteld dat dit luchtkussen aanzette tot agressie jegens Trump, of dat het een precedent zou scheppen voor geweld tegen politici in het algemeen. Terwijl je toch zou kunnen beargumenteren dat het hier een daad van agressie tegen een bevriend staatshoofd betrof. Maar nee.
Een directe vergelijking gaat hier uiteraard niet op, maar je zou – met een beetje welwillendheid – wel kunnen stellen dat het bij Destroy My Face óók gaat om een creatieve tegenwerping van de aandacht die het onderwerp op zichzelf heeft gericht. Je zou anderzijds kunnen beargumenteren dat de vrouwen in kwestie zich cosmetisch hebben laten mishandelen onder de druk van een dwingende aandachtscultuur. Hoe het ook zij, het betreft uiteindelijk een volwassen deel van de wereldbevolking dat de schijnwerper met instemming op zichzelf weet gericht en dan zou het toch ietwat rigide zijn om de personen in kwestie uitsluitend als slachtoffer neer te zetten.
Helaas. De opstellers van de petitie sporen aan tot zelfcensuur. BredaPhoto zou de verantwoordelijkheid moeten nemen om potentiële aanschouwers te beschermen tegen de immorele kracht die van dit werk uit zou gaan. En ze willen dit statement ook graag (ongevraagd) uitdragen in naam van de Bredase jongeren die van de skatebaan gebruik maken.
Wordt daarmee niet op tragische wijze het oordeelsvermogen van zowel de skaters als van de bezoekers van dit culturele evenement onderschat? In plaats van drastisch over te gaan tot verwijdering van Destroy My Face had PIER15 in samenspraak met de organisatie van BredaPhoto bijvoorbeeld ook kunnen kiezen voor een waarschuwende mededeling bij de ingang van het skatepark. Een aanplakbiljet in de strekking van ‘Wie hier naar binnen gaat loopt het risico gekwetst te worden.’
Je kunt het niet eens te zijn met de zienswijze die uitgebeeld is, of met de uitvoering ervan, maar je helpt immoraliteit niet de wereld uit door de representatie ervan te weren. Bovendien, er wordt met dit werk een zienswijze verbeeld met betrekking tot onze beeldcultuur die wellicht de moeite waard is om overdacht te worden. Kunst, zo lijkt me, geeft bij uitstek ruimte aan een discours waarbinnen ongelijkheid, discriminatie, onrecht en bijvoorbeeld immorele verlangens verbeeld en onderzocht kunnen worden zonder dat deze werken zelf die opvattingen uitdragen.
De uitwassen zijn onuitwisbaar, maar je kan er allicht tegen ageren. Zoiets moet Erik Kessels hebben gedacht bij het maken van deze installatie. Het staat eenieder vrij om de wijze waarop hij uiting geeft aan zijn aversie tegen Insta-perfectie plat en onsmakelijk te vinden, maar de aggressieve wijze waarmee de annulering van Destroy My Face is afgedwongen getuigt wat mij betreft van een via sociale media aangewakkerde hypocrisie. Of erger, van een aanval op de ironie.
Verwerp het afdwingen van zelfcensuur
De opstellers van de petitie wensen anoniem te blijven en hebben een uitnodiging van BredaPhoto, om over Destroy My Face te debatteren, naast zich neergelegd. Ze hebben, naar eigen zeggen, al genoeg moeite in hun aanklacht gestoken en ze willen niet zonder vergoeding op komen draven. Dat is alleszins teleurstellend, helemaal gezien het gekozen thema van het festival: Best Of Times, Worst Of Times. De tijden waarin wij leven zijn complex en daarin duiding aanbrengen is nu juist nadrukkelijk een van de beoogde doelstelling van de curatoren geweest.
Ik maak melding van deze zaak, niet zozeer ter promotie een specifieke kunstuiting, maar eerder tegen de in mijn ogen ongezonde neiging om culturele instellingen onder druk te zetten; om door middel van een petitie zelfcensuur af te dwingen en vervolgens te weigeren om hierover in debat te gaan. Ik voel de behoefte om op te komen voor de maker, het festival en het skatepark zonder per se de uitvoering van deze installatie te verdedigen. Daarover valt allicht te twisten, maar het opeisen van morele zuiverheid binnen het kunstdiscours middels emotionele chantage en een pressiemiddel als deze petitie draagt in mijn ogen niet bij tot een veerkrachtige samenleving. Om Voltaire nog maar eens aan te halen: ‘Wie verlicht is, is verdraagzaam.’
Nu het toch zo ver is gekomen dat Destroy My Face van Erik Kessels onder sociale mediadruk wordt verwijderd stel ik voor om het onder te brengen in het Virtuele Museum voor Kwetsende Kunst.
Noot:
Erik Kessels heeft in een reactie, voorafgaande aan de beslissing van PIER15 om het werk te verwijderen, laten weten dat het hem spijt van de felle reacties tegen Destroy My Face, maar hij verdedigt daarin ook nog steeds zijn intenties.
Foto: BredaPhoto