Het Amsterdam Museum gaat een andere terminologie hanteren. Waar eerst werd gesproken over de welbekende Gouden Eeuw, een periode waarin economische bloei centraal zou staan, wordt voortaan ‘de zeventiende eeuw’ gezegd. Volgens het museum sluit de oude term de onderbelichte verhalen van de gewone Nederlanders uit. De naamsverandering is naar eigen zeggen inclusief.

Of de nieuwe term inderdaad inclusief is, is twijfelachtig. Wel kun je kritisch zijn of de zeventiende eeuw wel zo goud was. Zihni Özdil dacht daar, tegenover Thierry Baudet aan tafel bij De Wereld Draait Door, het zijne over.  ‘Als je naar de geschiedenis kijkt, zie je dat het leven voor de overweldigende meerderheid totaal miserabel was,’ zei Özdil. Baudet reageerde door te impliceren dat het een ideologisch gedreven verandering is met een oikofoob randje, gedreven door haat voor onze nationale trots.

Natuurlijk, een verandering van hoe we iets noemen mag nooit politiek gedreven zijn. Woorden hebben een belangrijke lading en bepalen hoe we kijken naar zaken. Wat dat betreft heeft Baudet een punt: de straatnaamgekte in Amsterdam die vrijwel elke zeventiende-eeuwse historische figuur weg wilde hebben, is daar een schoolvoorbeeld van. Het in de ban doen van onze geschiedenis helpt immers niets aan het verbeteren van onze kijk op het verleden. Een historische wijziging, of dat om de benaming van een straat of een eeuw gaat, moet altijd in dienst staan van een accurate weergave van de geschiedenis, en nooit in dienst van een politieke stroming.

De vraag is of het Amsterdam Museum hier ideologisch gedreven is. Heeft ‘regressief links’ invloed gehad? Probeert het museum een wit voetje te halen bij politiek-correct Nederland of aandacht naar zich toe te trekken? 

Nee, dat is niet het geval. Wie het persbericht leest, kan slechts tot één conclusie komen: de naam Gouden Eeuw is niet dekkend voor de misère die het grootste deel van het volk beleefde. De economische bloei was vooral voelbaar voor een kleine elite. Het idee dat geschiedenis niet over de bovenlaag moet gaan maar over de gehele bevolking van een zekere periode, kan absoluut geen kwaad. Dit levert namelijk een realistisch beeld op van de zeventiende eeuw, en daar kan niemand tegen zijn. Iedereen is gebaat bij een accurate weergave van de Nederlandse geschiedenis. Misleidende naamgeving hoort daar niet bij.

Daarnaast is de ingreep minimaal. We moeten in ons achterhoofd houden dat het gaat om een naamswijziging, geen debat over de feiten. Van links tot rechts is vrijwel iedereen het erover eens dat een groot deel van de samenleving toentertijd in armoede leefde. Hoe we die periode noemen is van belang, maar we moeten dat belang niet overschatten.

Het is hinderlijk wanneer onze vaderlandse geschiedenis wordt gebruikt voor politieke doeleinden. We zien het bij argumenten voor herstelbetalingen door slavenhandel, bij de eerdergenoemde straatnaamjacht en nu ook bij een onschuldige verandering van hoe een historisch museum de zeventiende eeuw wil noemen. De ophef is daarom niet alleen onterecht maar ook nog eens ver over de top, want vergeet niet: we hebben het over één museum.

Waar Baudet c.s. het Amsterdam Museum van beschuldigen, daar maken zij zich zelf schuldig aan. Het zijn zij, die niet kritisch willen kijken naar ons verleden, die niet de waarheid onder ogen willen zien. Zodra we ook maar een beetje kritisch zijn op onze geschiedenis, schiet (extreem)rechts in de verdediging. Dat is onterecht en onnodig. Nuchterheid en een feitelijke beschouwing zijn gewenst bij een gesprek over de Nederlandse historie.

Kortom, politiek gedreven ideologen moeten onze geschiedenis met rust laten. Hou een open vizier en sta open voor verandering als dit nodig is. Door debat en dialoog komen we tot nieuwe conclusies waarbij de samenleving gebaat is. Alleen op deze manier gaat Nederland vooruit.

Foto: via Amsterdam Museum

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.