Het nieuwe jaar begint ongelukkig voor studenten van de Universiteit Twente: per 1 januari is de voertaal van de universiteit gewijzigd van Nederlands naar Engels. Deze omschakeling wordt gepresenteerd als nobele beslissing, want de inclusiviteit op de onderwijsinstelling zou erbij gebaat zijn. Daarnaast worden studenten beter voorbereid op een internationale arbeidsmarkt. Helaas zijn deze argumenten niets meer dan een rookgordijn voor inkomsten die uiteindelijk ten koste gaan van de binding tussen nationale en internationale studenten, de faciliteiten op de universiteit en de kwaliteit van het onderwijs.
De internationale universiteit en haar sociale cohesie
Laat ik positief beginnen. Het aantrekken van internationale studenten heeft natuurlijk voordelen: zo is het interessant om andere ideeën, culturen en gebruiken te leren kennen. Daarbij zijn andere perspectieven op wetenschappelijke onderwerpen nuttig en leerzaam. Daartegenover staat dat ongeremde internationalisering schadelijk is voor de sociale cohesie op de universiteit.
Loop een dag rond op de mijn eigen universiteit, de Universiteit van Amsterdam: wanneer je iemand wil aanspreken, kom je met Nederlands niet altijd ver. Er is een duidelijke scheiding tussen Nederlandse en niet-Nederlandse studenten. Internationale studenten kunnen maar lastig aansluiting vinden, zo blijkt uit enquêtes van studentenbonden ISO, LSVb en het Erasmus Studenten Netwerk (ESN). Zij concluderen dat buitenlandse studenten klagen over het gebrek aan aansluiting met Nederlandse studenten. Ruim driekwart van de ondervraagden geeft aan meer interactie met Nederlandse studenten te willen en bijna veertig procent geeft aan ontevreden met zijn of haar studentenleven te zijn. Een Roemeense student in Amsterdam beaamt dit in UvA-blad Folia: ‘[…] ik heb vooral internationale vrienden. Ik ken veel Nederlanders via mijn studie, maar dat zijn geen vrienden’.
Praktische problematiek
Wellicht nog belangrijker zijn de praktische problemen waar universiteitsstudenten tegenaan lopen. De rol van de universiteit moet naast het geven van onderwijs ook het bieden van de juiste faciliteiten zijn. Onderwijsinstellingen kunnen namelijk niet verwachten dat studenten degelijke resultaten behalen zonder daarvoor voldoende studieplekken, computers en ruimte te bieden. Helaas falen universiteiten in deze taak. Er zijn veel klachten over te weinig studeerplaatsen, en overvolle colleges zijn geen onbekend fenomeen voor de Nederlandse student.
De cijfers liegen er niet om: de groei van het aantal studenten is bijna verdubbeld. Dit uit zich in colleges die verplaatst worden naar massale bioscoopzalen en in Amsterdam moesten de lessen gegeven worden in een tent, opgezet in de buitenlucht van het universiteitsterrein. Schrijnend, maar waar. Er zijn meer studenten dan de universiteit hebben kan.
Natuurlijk, dit komt ook omdat er veel Nederlandse studenten zijn. Dan komt het neer op een prioriteitsvraagstuk: willen we Nederlandse studenten benadelen ten behoeve van internationals? Nee, zou het antwoord moeten luiden. Er is zeker waarde te hechten aan een groep internationale studenten in ons land, maar het moet op de eerste plaats handelbaar zijn. Dat is nu niet het geval: er is te weinig ruimte op de universiteit. De oplossing is dat de groei moet stoppen of er meer geld moet worden vrijgemaakt om het aantal internationals te kunnen faciliteren. Het is het één of het ander. Hoe dan ook is het helder dat er geen oplossing geboden wordt.
Twente en Amsterdam
De problemen omtrent internationalisering baren niet alleen mij, maar ook de politiek zorgen. Onlangs werden er Kamervragen gesteld over het voertaalbesluit van de Twentse universiteit. De kwaliteit van het onderwijs brokkelt namelijk af door de verengelsing van het onderwijs. Zo blijkt uit de Nationale Studentenenquête dat studenten moeite hebben met het lage niveau Engels dat docenten spreken.
Dick Meijer, docent aan de Universiteit Twente, herkent dit: ‘[door de voertaalovergang van Nederlands naar Engels] ben ik constant bezig mijn studenten in een soort jip-en-janneketaal vraagstellingen voor te leggen. Daarnaast heeft de toegenomen instroom van studenten onmiskenbaar geleid tot hogere werkdruk voor docenten, en dus is er minder aandacht per student.’ Zowel studenten als docenten trekken door deze overhaaste, ongevraagde en overbodige verengelsing aan het kortste eind.
Ook de Universiteit van Amsterdam neemt geen verantwoordelijkheid. In de hoofdstad groeit het aantal buitenlandse studenten elk jaar, maar faalt de universiteit om pragmatisch beleid te maken. Internationale studenten zorgen voor financieel gewin, maar dat weegt niet op tegen de problemen die een overdaad aan internationals veroorzaakt. De kwaliteit van het onderwijs gaat achteruit, de algehele sociale cohesie daalt en bovendien ontstaat door de onbeheerste groei ook een huisvestingsprobleem. In Amsterdam is het voor studenten erg moeilijk om een kamer te vinden, en in Groningen is er zo weinig plaats voor studenten dat de nieuwkomers in tentenkampen moesten slapen.
Burgerschap
Daarnaast is het zo dat we gebaat zijn bij internationaal talent in Nederland. Door hier studenten vrijblijvend te laten studeren, zorgt de universiteit niet voor binding tussen ons land en internationale studenten. Dit heeft tot gevolg dat begaafde buitenlandse studenten zich niet binden met onze arbeidsmarkt en teruggaan naar hun thuisland.
Verder is het ook een principekwestie: in ons land zijn er rechten en plichten, baten en kosten. Van een student die hier jarenlang studeert mag worden verwacht dat deze de taal leert spreken zodat participatie mogelijk is. Natuurlijk, het belang van Engels is duidelijk, maar dit mag niet doorslaan in het eindeloos gedogen van langs elkaar heen leven op de universiteit – juist de plek waar discussie en het uitwisselen van inzichten belangrijk is.
Aandacht voor de student
Kortom, door een gebrek aan oog voor de student verslechtert de kwaliteit van de universiteit. Faciliteiten zijn minder toegankelijk, sociale cohesie verdwijnt en huisvesting verslechtert. Dit zijn onwenselijke situaties die voorkomen kunnen worden door een grens te stellen aan het aantal internationale studenten, ook als dit minder geld oplevert. Wij, studenten, zijn de toekomst, en de toekomst moet alle ruimte hebben om zich te kunnen ontwikkelen.
Als internationalisering doorslaat en daarmee de kwaliteit van het onderwijs – en het gehele studentenleven – verslechtert, heeft dit negatieve gevolgen met weerslag voor ons hele land. Niet alleen zal studeren als onprettig worden ervaren door studenten, wat op zichzelf al treurig is, maar ook zullen wij dalen op de ranglijst van goed opgeleide landen. Het is meer dan onwenselijk dat buitenlandse universiteiten ons inhalen en wij steeds verder wegzakken. Dat zal vanzelfsprekend ook economische gevolgen hebben. Tot slot verhoogt het stressniveau bij studenten door een gebrek aan cohesie en huisvesting in combinatie met de matige toegang tot faciliteiten. Niet alleen voor de welvaart, ook ten behoeve van het welzijn van onze studenten moet kritisch worden gekeken naar onbeheerste internationalisering van het academisch onderwijs.
Beeld: Pixabay