Zonder dat we het merken staat ook in Nederland de godsdienstvrijheid onder druk, schrijft Gert Jan Geling. Discriminatie van atheïsten, angst voor deze groep, of haat tegen hen, wordt over het hoofd gezien. Het wordt volgens Geling dus tijd dat we ‘atheofobie’ erkennen en ons ertegen uitspreken, net zoals we dat voor andere groepen doen, zodat de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging van álle Nederlanders wordt gegarandeerd.
Islamofobie, of beter gezegd moslimdiscriminatie of moslimhaat, is een onderwerp dat vandaag de dag veel aandacht krijgt in de politiek, de media en de samenleving. Niet zonder reden, want het verschijnsel neemt toe en veel moslims in Nederland en andere Europese landen ondervinden er de gevolgen van. Het is dan ook terecht dat er vanuit de overheid wordt opgetreden tegen de discriminatie van moslims; dat de samenleving een tegengeluid laat horen op discriminerende en haatdragende geluiden tegen deze groep.
Daarnaast is er ook veel terechte aandacht voor homofobie (homohaat), antisemitisme (Jodenhaat), en ook steeds meer voor transfobie (haat tegen transgender mensen) en afrofobie (haat tegen mensen met een Afrikaanse achtergrond). Maar in dit rijtje van vormen van discriminatie tegen bepaalde groepen ontbreekt nog een groep: atheïsten. De term ‘atheofobie’ – discriminatie van, angst voor of haat jegens atheïsten – roept waarschijnlijk bij slechts weinigen een gevoel van herkenning op; laat staan dat de noodzaak om aandacht hieraan te besteden duidelijk is.
Meest vervolgd
Dat we hier een blinde vlek voor hebben is niet heel gek, aangezien Nederland een in meerderheid niet-religieuze samenleving is. Maar wereldwijd zijn het toch atheïsten die de meest vervolgde groep zijn. In vrijwel alle landen ondervinden zij in enige vorm inperking of aantasting van hun rechten en vrijheden. In dertien landen, allen overwegend islamitisch, staat zelfs de doodstraf op atheïsme, zo blijkt uit het Freedom of Thought Report 2018 van de internationale humanistische koepel (IHEU) dat recentelijk is verschenen.
Maar niet alleen in het buitenland, ook in Nederland staan de rechten en vrijheden van atheïsten onder druk. Wanneer je in Nederland vanuit orthodox- of evangelisch-christelijke, orthodox-joodse of hindoeïstische kring uit je geloof wil stappen, dan is je vrijheid hiertoe vanuit je directe omgeving in sommige gevallen zeer beperkt.
Atheïsten met een islamitische achtergrond, ook wel ex-moslims genaamd, die vanwege het verlaten van de islam hun geboorteland hebben moeten ontvluchten en daarom in Nederland asiel aanvragen, ondervinden in asielzoekerscentra dezelfde religieuze intolerantie waarvoor zij uit hun vaderland gevlucht zijn.
Godsdienstvrijheid onder druk
De groep die middenin de Nederlandse samenleving het sterkst atheofobie ondervindt, zijn de hier geboren en getogen ex-moslims: Nederlanders die islamitisch zijn opgevoed, maar die van hun geloof zijn gevallen. In islamitische kringen leven nog steeds veel negatieve opvattingen over atheïsten, en het verlaten van de islam is binnen die religie formeel verboden. De ‘horizontale’ godsdienstvrijheid, dat wil zeggen niet vanuit de overheid maar vanuit de samenleving gegarandeerd, staat hierdoor in Nederland onder druk, zonder dat we dit beseffen. Onze overheid geeft ons immers alle vrijheid hierin. Maar door atheofobie is deze vrijheid vanuit de samenleving lang niet in alle gevallen voor iedereen aanwezig
Het wordt dus tijd dat we ook in Nederland het bestaan van atheofobie erkennen en ons best doen om dit probleem te bestrijden. Zowel vanuit de overheid, door middel van het strafbaar maken van discriminatie van atheïsten en het organiseren van anti-discriminatiecampagnes over dit onderwerp, als vanuit de samenleving, door tegengeluid jegens discriminerende en haatdragende geluiden naar deze groep te laten horen. Door ons uit te spreken tegen atheofobie, kunnen we ernaar streven om het atheïst zijn binnen alle lagen van de bevolking te normaliseren en opkomen voor de vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing voor álle Nederlanders.
Afbeelding: Vervolging en discriminatie van atheïsme wereldwijd; donkere rode kleuren betekenen meer vervolging en discriminatie, groene meer vrijheid en gelijkheid. Gemaakt door Bob.Churchill, Wikimedia Commons, op basis van gegevens van de IHEU.