Als je, zoals ik, docent veiligheidskunde bent en je bezighoudt met complexe, gevoelige en actuele vraagstukken als radicalisering, terrorisme, sociale spanningen, migratie en racisme, dan heeft de actualiteit altijd een directe impact op je werk. Ik begon als docent in de zomer van 2015, toen Europa – net als in de daarop volgende maanden – geteisterd werd door een golf van aanslagen. Een van de taken die ik direct op me nam was het organiseren van bijeenkomsten waarin experts met onze studenten in gesprek gingen over dit onderwerp.
Want ik merkte dat dit leefde in mijn diverse collegezaal. Studenten hadden uiteenlopende gevoelens bij deze aanslagen, en als docent is het soms lastig om in al die emotie de juiste toon te vinden. Maar de bijeenkomsten die ik organiseerde konden op veel deelname rekenen. Het gesprek dat er gevoerd werd deed recht aan de gevoelens die er leefden en vormden ook een leermoment voor veel studenten.
Normaliter zou ik ook nu, na de aanslag op Samuel Paty door een jihadistische terrorist, weer een dergelijke bijeenkomst organiseren. Maar behalve dat het nu herfstvakantie is, bestaan mijn colleges vrijwel uitsluitend uit het in een scherm kijken en tegen een camera aanpraten, terwijl studenten via een chat reageren. Niet bepaald de dynamiek die je zou willen hebben wil je een dergelijk belangrijk doch gevoelig onderwerp bespreken.
Ik kan dus moeilijk zeggen wat er nu precies leeft onder mijn studenten. Maar het is wel duidelijk wat er nu leeft in de samenleving. Aanvankelijk was het redelijk stil na de aanslag. De coronacrisis, de afgebroken vakantie van de koning en de herfstvakantie zullen er ongetwijfeld invloed op hebben gehad. Maar de stilte die op deze gruwelijke aanslag volgde was vrij akelig, zoals Fidan Ekiz ook al terecht benoemde in haar programma De Vooravond. De moord op George Floyd maakte bijvoorbeeld een golf van protesten wereldwijd los. Hoe kan het dat de moord op Samuel Paty nu alleen maar protesten in Frankrijk losmaakt?
Zijn we wellicht als samenleving jihadismemoe? Dat zou kunnen, na decennia van terrorisme, maar dat zouden we toch niet mogen zijn. De aanslag op Samuel Paty laat zien dat we die luxe niet hebben.
Zijn we bang voor verdere polarisatie omtrent dit onderwerp? De geschiedenis leert dat na elke jihadistische aanslag er ook een golf van islamofobie door de getroffen samenleving zwiept. Deze angst zelf is dus terecht, maar zou geen reden mogen zijn om dan maar helemaal te zwijgen wanneer er terreur plaatsvindt. Of zijn er in deze periode simpelweg andere problemen die meer onze aandacht hebben, zoals corona? Met reden zou je denken, maar tegelijkertijd: het een hoeft het ander niet uit te sluiten. Zowel corona als de terrorismedreiging verdienen onze uitgebreide aandacht.
Als docent vind ik het vooral bijzonder dat verenigingen van leraren op dit gebied erg stil waren. Je zou denken dat deze aanslag vooral ook hen raakt. Inmiddels is er wel het een en ander – betrekkelijk laat – losgekomen. Politici spreken zich uit, evenals columnisten en opiniemakers. Media berichten over welke impact deze aanslag op docenten heeft en er is aandacht voor het bespreekbaar maken van moeilijke vraagstukken in het klaslokaal. Uiteraard is er altijd een groep die deze gebeurtenissen wenst te bagatelliseren, net zoals er bij extreemrechtse aanslagen ook altijd een groep is die dán ineens liever weg kijkt. Dit is een feit waarmee we helaas zullen moeten leren leven.
Het debat is nu op gang gekomen, en met deze bijdrage hoop ik daar ook mijn steentje aan bij te dragen. Ik vind het belangrijk dat docenten zich ook in deze discussie mengen, en voor zover mogelijk ook dit onderwerp bespreekbaar maken met hun leerlingen of studenten. Als er een les is die we kunnen trekken uit deze vreselijke gebeurtenis, dan is het dat juist docenten de plicht hebben om dit soort moeilijke vraagstukken op te pakken. En om door het bespreekbaar maken daarvan een bijdrage te leveren aan een samenleving die meer weerbaar is tegen terrorisme. In de diepe hoop dat ooit de dag komt dat het niet langer nodig is om dit soort onderwerpen in het klaslokaal of de collegezaal te hoeven bespreken.
Beeld: Neonbrand, via Unsplash