Vaak wordt mij gevraagd of ik vrijzinnige, klassiek liberale diversiteitstrainingen ken, of dat ik er wellicht een kan ontwikkelen. Ik ken een aantal goede programma’s die diversiteit aankaarten op een vrijzinnige manier. Hier, hier en hier zijn drie voorbeelden te vinden. Ik ken helaas geen specifiek vrijzinnige diversiteitstrainingen. Daar is een goede reden voor!
Het ligt niet in de aard van vrijzinnigen om mensen te trainen in hoe ze denken.
Vrijheid van het individu en daarmee de vrijheid van geloof zijn twee belangrijke pijlers voor het klassiek liberale, vrijzinnige denken. Pluralisme is ook een belangrijke kernwaarde: de idee dat verschillende denkbeelden naast elkaar kunnen en moeten bestaan en dat dit ten goede komt aan kennisontwikkeling en morele vooruitgang. Dit wordt vaak “viewpoint diversity” of “de marktplaats van ideeën” genoemd. Hierdoor kun je geen vrijzinnige trainingssessie in ethiek hebben. Het is namelijk niet vrijzinnig om mensen te trainen in specifieke morele, politieke, religieuze opvattingen of filosofische standpunten. Een vrijzinnige discussiegroep daarentegen is wel goed mogelijk.
Op je werk is het heel redelijk en zeker nodig om regels te hebben tegen het uiten van vooroordelen of vijandigheden naar mensen, of tegen discriminatie op het gebied van ras, sekse, seksualiteit, nationaliteit, geloofsovertuiging, genderidentiteit, gewicht, handicap enzovoort. Het strookt ook volledig met het vrijzinnige, klassiek liberale gedachtengoed om het belangrijk genoeg te vinden over deze onderwerpen bijeenkomsten te houden. Vooroordelen en discriminatie zijn namelijk onvrijzinnig. Er is niks onvrijzinnig aan wanneer een werkgever er zorg voor draagt dat iedereen weet dat veroordelend gedrag niet goedgekeurd wordt. Er is ook niks onvrijzinnig aan een werkgever die ervoor zorgt dat je werkomgeving zo inclusief en prettig mogelijk is.
Hoe zou zo’n bijeenkomst of serie bijeenkomsten eruitzien? Ik zal een suggestie doen hoe dit kan werken. Ten eerste moeten ze geleid worden door een begeleider die dat op vrijzinnige wijze doet.
Er zou tijd vrijgemaakt kunnen worden, zodat werknemers bijeen kunnen komen om te discussiëren over het bereiken en in stand houden van een inclusieve werkomgeving. Het gesprek zou dan als uitgangspunt hebben dat racisme en andere vormen van onverdraagzaamheid onacceptabel zijn en bestreden moeten worden op het werk. Een ander uitgangspunt zou dan zijn dat er een veelvoud aan morele kaders is van waaruit men onverdraagzaamheid kan bestrijden en dat verscheidenheid aan standpunten een belangrijk onderdeel is van diversiteit. Inclusiviteit betekent dat alle standpunten overwogen kunnen worden of ze nou van een meerderheid of minderheid afkomstig zijn.
De begeleider zou kunnen beginnen met vragen hoe mensen uit de groep naar een onderwerp kijken. Ten behoeve van dit hypothetische scenario zullen we racisme onder de loep nemen. Alle deelnemers zullen worden aangemoedigd hun definitie van racisme te delen. Ze zullen ook vrij zijn om hun standpunt niet te delen, het is immers onvrijzinnig om te eisen dat een werknemer zijn waarden, gedachtes en overtuigingen deelt. De desbetreffende persoon kan vinden dat dit privé is of kan nog geen duidelijk standpunt hebben gevormd. Het kan zijn dat diegene hierdoor niet het zelfvertrouwen voelt om die gedachtes te delen.
De geformuleerde definities kunnen op een bord geschreven worden, vervolgens kunnen de groepsleden uitgenodigd worden om de voor- en nadelen te bediscussiëren. Als we realistisch zijn zal het grootste verschil van standpunt liggen tussen of racisme een persoonlijke vooringenomenheid op basis van ras is of dat het een grotendeels verborgen systemisch probleem is van onderdrukkende macht dat in de maatschappij opereert langs raciale lijnen. De voordelen van elk van deze definities kunnen bediscussieerd worden om een gemeenschappelijke basis of overlap te vinden. Sommige mensen die vinden dat racisme iets van het individu is, kunnen bijvoorbeeld erkennen dat een veelvoud van racistische individuen een machtssysteem kunnen vormen dat raciale minderheden achterstelt. Anderen die geloven dat racisme een machtssysteem is, kunnen erkennen dat individuen de keuzevrijheid hebben om racistische ideeën af te wijzen. Echter, niemand zou gedwongen moeten worden om dit te erkennen en het zal geaccepteerd worden dat er verschillende ideeën zijn over wat racisme is binnen de groep. Groepsleden die erop staan dat andere meningen niet toegestaan zijn, zullen hun mening toegevoegd zien aan de lijst van verschillende meningen, echter zij zullen niet toegestaan worden de bijeenkomst te laten ontsporen.
Tijdens de bijeenkomst zullen mensen uit de groep uitgenodigd worden om te vertellen vanuit welk ethisch kader ze tegen racisme zijn. Een klassiek liberaal zou kunnen zeggen dat het beoordelen van mensen op hun ras, in plaats van als individu, kan resulteren in feitelijke fouten en onliberale stereotypering. Diegene zou kunnen zeggen dat simpelweg het tegengaan van beoordeling op ras de beste manier is om racisme tegen te gaan. Echter, een marxist zou kunnen zeggen dat sociale klasse de grote oorzaak van ongelijkheid is. Diegene kan het punt maken dat door de nadruk op rassenongelijkheid te leggen men de werkende klasse verdeelt, waardoor het moeilijker wordt om de klassegerelateerde ongelijkheden aan te pakken. Grote kans dat een social justice-voorvechter zal zeggen dat, voor het tegengaan van racisme, de gemeenschap zich bewust moet worden van de onbewuste raciale vooroordelen die we door socialisatie hebben opgedaan, en we eraan zouden moeten werken om die te ontmantelen.
Tegelijkertijd kan een conservatief of een libertair beargumenteren dat mensen een persoonlijke verantwoordelijkheid hebben om alle rassen gelijk te behandelen, maar dat ze ook persoonlijk verantwoordelijk zijn voor hun eigen succes, en dat te veel verantwoordelijkheid bij de gemeenschap neerleggen het individu machteloos maakt. Vanuit een religieus-ethisch kader zou iemand kunnen betogen dat racisme verkeerd is omdat we allemaal door God gemaakt zijn, of zich beroepen zich op theologische teksten uit hun specifieke geloofstraditie als basis om racisme tegen te gaan. Waarschijnlijk zullen de meeste mensen zeggen dat racisme dom en kwetsend is en dat we aardig en zorgzaam naar iedereen moeten zijn, niet alleen naar onze collega’s. De begeleider kan alle kernpunten noteren om vervolgens over de voor- en nadelen van ieder punt een brainstormsessie te houden.
Er zijn veel van dit soort vragen die je zou kunnen stellen en een goede begeleider zal in staat zijn om aan te moedigen tot discussie en ontstane meningsverschillen over de te berde gebrachte punten in goede banen te leiden. Zo stelt diegene de medewerkers in staat om na te denken over racisme op manieren waarop ze dat niet eerder gedaan hebben. Het wordt op deze wijze geen trainingsbijeenkomst, maar een kans om dieper na te denken over ras en racisme door meer te leren over de verscheidenheid aan standpunten met betrekking tot racisme. Mensen in de groep die niet op een beleefde manier hun meningsverschillen kunnen delen, zullen worden gevraagd weg te gaan.
Er zullen, vanzelfsprekend, mensen zijn die geen lering willen trekken uit andermans standpunten over racisme en zelfs ethische bezwaren kunnen hebben dat hen verplicht wordt om hieraan deel te nemen. Een deel van deze mensen zal waarschijnlijk social justice-voorvechters zijn die geloven dat alle andere standpunten behalve een bepaald standpunt racistisch zijn. Ook vinden die mensen waarschijnlijk dat het moeten aanhoren van andere standpunten schadelijk is voor niet-witte mensen en dat het hen onveilig zal doen voelen. Anderen zouden kunnen vinden dat er al veel te veel over ras gepraat wordt en dat er gewoon niet meer over praten de beste manier is om racisme uit de wereld te helpen. Deze mensen kunnen aangemoedigd worden om toch te komen en hun standpunt uit te leggen. Echter, wanneer ze hun bezwaar op ethische gronden herhalen, zou het onvrijzinnig zijn om ze te dwingen hierin. Voor deze mensen kan een eenvoudige beleidsregel geïmplementeerd worden waarin gesteld wordt dat het uiten van raciale vijandigheid, vooroordelen en discriminatie op het werk niet toegestaan is en van hen kan dan worden gevraagd dat ze toezeggen zich hieraan te houden.
Dit hypothetische vrijzinnige discussieprogramma klinkt heel eenvoudig en dat klopt. Echter, er is een verschil tussen eenvoudig en makkelijk. In het huidige klimaat is het onwaarschijnlijk dat dit soort sessies gemakkelijk zullen verlopen. Het is veel waarschijnlijker dat er verontwaardiging zal ontstaan door alleen al de suggestie om bijeenkomsten te organiseren om verschillende manieren te bespreken waarop mensen racisme begrijpen en een om scala aan kaders te bespreken vanwaaruit het mogelijk is dit tegen te gaan. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat een dergelijke bijeenkomst als bewijs kan worden aangedragen dat het bedrijf de menselijkheid van mensen van kleur ter discussie stelt, ook al is het uitgangspunt dat racisme onacceptabel is en ook al is het doel van de bijeenkomst om manieren te bediscussiëren om racisme tegen te gaan. Gezien de mogelijk negatieve ontvangst van deze sessies, zal het extreem veel moed vragen van werkgevers om deze bijeenkomsten te implementeren en de begeleiders moeten mentaal sterk in hun schoenen staan en zeer bedreven zijn in diplomatie en onderhandeling. Ik hoop dat sommigen deze uitdaging aan durven gaan.
Dit artikel verscheen eerder bij Counterweight en is hier met toestemming van, en dank aan, Counterweight en de auteur geplaatst.
Vertaling uit het Engels door: Carla Langerak.