Precies een jaar geleden, zaterdag 18 mei 2018, verscheen op de opiniepagina van de Volkskrant een oproep aan linkse partijen: ‘Onder de slagschaduw van de etnisch-religieuze tegenstellingen willen wij een appel doen op de moderne progressieven en de oorsprong van onze vrijheid terug in de herinnering roepen. In lijn met het levenswerk van de radicale Verlichters is het anno 2018 hoognodig om pal voor de vrijheid van het individu en geweten te staan.’
Was getekend: Asis Aynan, Femke Lakerveld, Eddy Terstall en Keklik Yücel.
De tekst had een gevoelige snaar geraakt, zo bleek vier dagen later in De Balie in Amsterdam, waar een stevig debat plaats zou vinden over dit ‘Vrij Links-manifest’.
Inmiddels zijn we een jaar verder. Een jaar waarin veel meer debatten volgden; er verschenen interviews in tijdschriften als Vrij Nederland en Nieuwe Revu en kranten als NRC, de Volkskrant en de Telegraaf; en er werden veel – heel veel – bijdragen opgestuurd voor deze website, het platform van Vrij Links, uit alle lagen van de samenleving: van opiniemakers als Erdal Balci en Gert Jan Geling, Tweede Kamerleden als Zihni Özdil (GroenLinks) en Renske Leijten (SP), tot persoonlijke verhalen van sympathisanten die niet bij het grote publiek bekend zijn, zoals van Ali Sayin en Elianne van Turennout.
Kortom, Vrij Links is veel meer dan het manifest geworden: het is inmiddels een beweging, die uit veel meer mensen bestaat dan uit de vier oorspronkelijke auteurs. Maar hoe kijken ze daar zelf een jaar later op terug?
Eddy Terstall: ‘Een jaar geleden kwamen we met een manifest. Een stuk van duizend woorden in de Volkskrant. Het zou eerder twee keer zo lang zijn. Er waren twee thema’s, een sociaal-economisch en een maatschappelijk thema – over persoonlijke vrijheid. Wij kozen voor het laatste, juist omdat het individu een moeilijk thema was geworden op links. Een thema waar op links weer over gesproken moest worden.
‘Een politiek journalist merkte na het verschijnen op: ‘Dit zijn open deuren. Dit vindt toch vrijwel iedereen? Ook op links?’
Femke Lakerveld, inmiddels voorzitter van de stichting Vrij Links: ‘Natuurlijk besefte ik al wel dat er meer mensen, partijen, organisaties zijn die zich bekommeren om onze verworven vrijheden. Maar het manifest heeft ons met hen in contact gebracht. Ondanks de nuanceverschillen of uiteenlopende belangen, heb ik leren zien hoe essentieel onze universele waarden zijn – voor elk individu én voor een vitale samenleving.’
Terstall: ‘Ja. Het zijn open deuren wat er in het manifest stond. En ja, de meeste mensen onderschrijven ook wat er in staat. Ook op links. En toch praten we er een jaar later nog over. Is er een heus platform. Een stichting. Een bestuur. Aanhang. Ontmoetingen.’
Lakerveld: ‘We hebben de steun van vele anderen ervaren voor onze doelen. Steun in de vorm van medewerking, medestand of een luisterend oor. Steun door middel van bijdragen aan het platform – publicaties en donaties – of door Vrij Links uit te nodigen en simpelweg een podium te bieden voor een gedeelde agenda. Soms kwam die steun uit onverwachte hoek: van mensen of organisaties die zeiden ‘Ik weet nog niet of ik het met alles wat jullie zeggen eens ben, maar jullie toon is constructief, verfrissend’. Of: ‘Jullie zijn consistent, want jullie bieden een podium aan het geluid dat jullie belangrijk vinden, maar schromen niet het tegengeluid ook te laten horen’.’
De open strijd van ideeën, waar in het manifest voor wordt gepleit, is dan ook een belangrijke taak van Vrij Links, vindt Lakerveld: ‘Vrij Links gaat vooral over ideeën, niet voor een obligate morele, politieke of economische winst. Vanuit het geloof dat het beste idee uiteindelijk wel aan invloed wint.’
Asis Aynan vertelt hoe dat er in de praktijk uitziet: ‘Sinds de publicatie van het Vrij Links-manifest in de krant heb ik op verschillende plekken in het land de inhoud ervan mogen toelichten. Het waren stuk voor stuk momenten waarin de boodschap van Vrij Links door het publiek werd verkend en onderzocht. Een van de ideeën van Vrij Links die we weer in het debat hebben gebracht, is het aan de kaak stellen van het bijzonder onderwijs. En daar ben ik als onderwijzer enorm blij over en trots op.’
Keklik Yücel hoopt dat de linkse partijen goed opletten: ‘Links herpakt zich alleen als ze weer Vrij wordt. Geen identiteitspolitiek maar waardengedreven politiek. Op de gemeenschappelijkheid van verworven humane universele waarden. Vrijzinnig, progressief en seculier. Links moet weer pal staan voor onze verworvenheden en gaan over onderwijs, werk, wonen, zorg en duurzaamheid. De grote sociale kwestie voor links was en is eerlijk delen van kennis, macht en middelen. Daar komt wat mij betreft bij: het samen doorgeven van vrijheid voor iedereen, niet alleen voor sommigen.’
Lakerveld: ‘De grootste weerklank kwam afgelopen jaar van mensen die zeiden ‘Dit is het geluid op links dat ik al heel lang mis. Hierom zou ik weer progressief en sociaal gaan stemmen.’ Mijn verwachting is dat de eerste politieke partij die weer pal voor de individuele waarden gaat staan, en dit combineert met een sociaal-economisch deugdelijke agenda, de politieke winst pakt. Maar belangrijker nog: een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking dat zich nu verweesd voelt – gewoon hardwerkende mensen met het hart op de goede plek, die het geschreeuw op de flanken zat zijn – zal zich dan weer vertegenwoordigd voelen. Dat democratische principe is belangrijker dan wat voor politieke of persoonlijke winst dan ook.’
Genoeg redenen voor Lakerveld om door te blijven zetten: ‘Als ik dit jaar niet met mijn eigen ogen had gezien waar en hoe we relevant zijn, had ik de handdoek al lang in de ring gegooid en mijn tijd aan andere zaken besteed. Of het nu organisaties of doelen zijn die we een zetje hebben kunnen geven, of dat het die ene jongen, meisje, man of vrouw is die na afloop van een debat naar ons toekomt en zegt: ‘ik durf nu ietsje meer’ en zich gesteund voelt in zijn of haar persoonlijke strijd voor vrijheid – van geweten, van partnerkeuze, van levensbeschouwing -, het is allemaal van waarde. Ik vrees dat we nog lang niet klaar zijn, maar mijn motivatie – en die van mijn collega’s – is na afgelopen jaar onverminderd groot, zo niet groter.’
Terstall: ‘En dat is toch bijzonder, als gevolg van een stukje van duizend woorden.’