Nederland als progressief gidsland voor seks en drugs. Zo maakten we de afgelopen decennia internationaal furore. Maar hoe is het zover gekomen? En lopen we internationaal nog wel voorop? Bij zijn vertrek uit de Tweede Kamer in 2012 ging Boris van der Ham in zijn boek De Vrije Moraal op onderzoek uit.
Hoe heeft het politieke debat zich in 150 jaar tijd ontwikkeld? Want een praktische omgang met drugs gaat veel verder terug dan de jaren ’60. Anno 2020 werd het volgens Van der Ham hoog tijd voor een herziene versie. Een interview over de waarden van vrijheid.
‘Vrijheid krijgt alleen diepgang als je die steeds op zichzelf blijft bevragen,’ luidt het adagium van De Vrije Moraal uit 2012. Is het acht jaar later weer tijd om de vrijheid opnieuw diepgang te geven?
‘Wat je ziet is dat er het afgelopen jaar veel armoedige debatten plaatsvonden in de Kamer over bijvoorbeeld drugs. Ik besloot met mijn uitgever een herziene versie uit te brengen om het debat in een helder perspectief te zien. Je moet de vrijheid altijd blijven ondervragen. Ik zie dat er in het debat vaak een gebrek is aan de juiste woorden om diepgang te geven aan die vrijheid.’
Wat is er dan zo armoedig aan het debat?
‘Je merkt dat het alle kanten op schiet. De een schreeuwt: alles verbieden. De ander schreeuwt: alles moet legaal. Beide is onzin. We moeten er specifiek beleid op maken. Drugs, wat is drugs? Die verzamelnaam is grote onzin. De werking van iedere drug is totaal verschillend! Coke is een pepmiddel, van XTC wordt je knuffelig en alcohol maakt wat agressiever. Ook wat verslavingswerking betreft zijn er grote verschillen.
‘Aan heroïne raak je snel verslaafd, als je er eenmaal aan begint hef je vrij snel de vrijheid op om op die keuze terug te komen. Daarom zeg ik bij die drug: blijf dat vooral verbieden.’
Heroïne en crack zouden te verslavend zijn, schrijf je in je boek. Maar ben je het er wel mee eens dat de legalisering van een drug als cocaïne juist heel veel voordelen heeft? Kwaliteitsbeheersing, afname van criminaliteit en het voorkomen van talloze moorden, waaronder op onschuldige burgers als advocaat Derk Wiersum?
‘Je kunt best zeggen: XTC en coke behoren niet tot de meest verslavende drugs, dus waarom dan niet reguleren? Maar: XTC en coke hebben totaal verschillende bereidingswijzen. Cocaïne is een landbouwdrug uit Zuid-Amerika, dus als je dat zou willen reguleren dan moet je dat in ieder geval internationaal doen. XTC wordt vooral gemaakt in Nederland. Ook wiet komt uit Nederland zelf. Net zoals je het telen van wiet dus in Nederland, voor de Nederlandse markt, kunt reguleren, kan dat in beginsel ook makkelijker voor XTC.’
Je hebt verantwoordelijkheid in wat je koopt, of het nou een krop sla, kip, of XTC is
In het interbellum was cocaïne legaal in Nederland, dus waarom nu niet?
‘Er was zelfs een cocaïne-fabriek in Haarlem. Maar het grote verschil is dat cocaïne destijds overal legaal was. Nu is het overal illegaal. Dat maakt nogal wat uit. We zitten tegenwoordig in internationale verdragen die deze handel verbieden.’
Zou het wel kunnen, cocaïne op internationale schaal legaliseren?
‘Ja, dat zou kunnen. Sommige politici in Zuid-Amerika zeggen dat je het moet reguleren om de enorme criminaliteit te verminderen. Maar dat is echt maar een minderheid. Toch is de legalisering van een drug als cocaïne niet de nadruk die ik wil leggen in mijn boek. Ja, ik ben theoretisch voor het legaliseren van sommige drugs. Maar wat doe je in de tussentijd? De discussie zou meer moeten gaan over verantwoordelijkheid. De gebruiker heeft verantwoordelijkheid in alles wat hij koopt, of het nou een krop sla, kip, of XTC is.’
Wat bedoel je daarmee?
‘Niet alles moet gewoon maar kunnen. Mensen moeten beter gaan nadenken, ook over zucht naar genot. Mag je in een vrije samenleving mensen de vraag stellen of hun genot en plezier het waard zijn om medeverantwoordelijk te zijn voor een keten van ellende? Wat je vaak ziet is dat progressieven drugs willen legaliseren en daarmee basta. Zoals ik net schetste vind ik dat armoedig. Kijk ook eens naar pornografie. Het wordt gemaakt en is legaal. Dat is in principe ook goed, maar in die hoek van de vrije keuze wordt het vaak erg donker.
‘En al helemaal bij prostitutie. Ik ben voor legale prostitutie, maar dat pleit je niet vrij om de donkere kanten ervan te negeren. Ook moet je een ethisch debat voeren over hoe je de negatieve kanten tot een minimum kunt beperken. Wat vinden we van de leeftijd? Vroeger was het 18 jaar, dat is nu 21 geworden. Is dat de juiste leeftijd? Moet dat misschien nog hoger? Moeten we niet nog meer doen om die donkere hoek van de vrije keuze extra hulp te bieden? Intuïtief is prostitutie niet iets wat je je dochter of zoon zou gunnen.’
In je boek vertel je hoe jij en ChristenUnie leider Seegers in gesprek over prostitutie het op veel lijnen eigenlijk met elkaar eens waren, met name in het schetsen van het probleem, bijvoorbeeld op het gebied van vrouwenhandel. Toch stelt Seegers dat legalisering van prostitutie moreel niet verdedigbaar is. Jij stelt dat het juiste antwoord op prostitutie zou moeten liggen in de lijn: ‘vrijheid en bemoeienis zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden’. Wat bedoel je daarmee?
‘Ik werd samen met Seegers uitgenodigd om in Nieuwsuur met elkaar in debat te gaan over de misstanden in de prostitutie. Ik zei dat je het in principe moet legaliseren, terwijl Seegers zei dat het moreel onjuist is en daarom illegaal moet zijn. Maar we erkennen allebei dat legaliseren van prostitutie niet leidt tot een fantastische situatie. De donkere hoek van de keuzevrijheid ligt continu op de loer. Seegers zou aan de andere kant ook moeten erkennen dat er net zo goed vreselijke misstanden waren toen prostitutie nog niet illegaal was.
‘Ik denk dat je moet zoeken naar een heel specifieke aanpak van de problematiek. Als vrouwen tegen hun zin prostituee zijn is dat anti-vrijheid, dus dat moet je keihard aanpakken. Maar vaak is het niet zo zwart-wit. Vrouwen die in eerste instantie vrijwillig prostituee zijn kunnen daar ook op terugkomen. Het moet kinderlijk eenvoudig zijn om te stoppen, maar dat is het niet.’
Ik ben voor legale prostitutie, maar dat pleit je niet vrij om de donkere kanten te negeren
Wat kunnen we doen voor deze prostituees?
‘Er zijn al uitstapprogramma’s. Dat mag nog actiever worden aangeboden. Prostituee zijn is niet hetzelfde als een baantje op een kantoor.’
Toch is prostituee, alias sekswerker, volgens overheidsnormen een normaal beroep.
‘Maar dat is het niet! De arbeidsverhoudingen die gelden op kantoor moeten we niet willen toepassen op de prostitutie. Bij een kantoorbaan heb je een paar maanden opzegtermijn als je ontslag wilt nemen. Dat moeten we niet willen in de prostitutie. Tegen een prostituee moet je kunnen zeggen: je kunt morgen stoppen als je wilt! Wij steunen je!’
We zien hoe zwaarbevochten vrijheden op het gebied van seksualiteit en drugs steeds meer onder druk komen te staan door enerzijds de opkomst van neo-conservatieven als Baudet en anderzijds de opkomst van de streng-orthodoxe islam. Hoe zie jij deze ontwikkeling? En wat zou hier het juiste antwoord op moeten zijn?
‘Tegen hen zou ik allereerst zeggen: ken de geschiedenis, daar begint het mee. Het is niet zo dat deze vrijheden pas in de jaren zestig realiteit zijn geworden. Het open debat in de politiek over seks en drugs gaat terug tot begin 19e-eeuw. Homoseksualiteit werd bijvoorbeeld al in 1811 gelijkgesteld. Bordelen werden na de Franse Tijd [1795-1814, red] al gelegaliseerd. Deze ideeën zijn dus niet nieuw, ze zijn diepgeworteld in het nationale denken. Wat wij als Nederlanders in het verleden goed hebben gedaan is de praktische benadering, gericht op het verminderen van schade.
‘Bovendien moeten we het debat open en vrij blijven voeren. En dat lijkt soms moeilijker te worden. Op school is seksualiteit steeds lastiger te bespreken, soms door orthodoxe islamitische ouders, maar sowieso is de jeugd soms veel conservatiever. Of je nou van de SGP bent of van GroenLinks, iedereen zou moeten omarmen dat we de discussie over drugs en seks altijd open voeren zodat het niet in de taboesfeer komt. Informatie hebben voorkomt veel gevaar.’
Geeft deze maatschappelijke ontwikkeling je herziene druk anno 2020 nóg meer relevantie denk je?
‘Zeker. Het is belangrijk om goed beslagen ten ijs te komen. Met kracht van argumenten en met de geschiedenis in gedachte. Als wij het open gesprek blijven voeren boeken we al zoveel winst. In Nederland hebben we bijvoorbeeld relatief weinig doden door harddrugs. Waarom? Omdat we het gesprek aangaan. Seksualiteit bespreken we op scholen, daarom hebben we minder tienermoeders dan andere landen. In Nederland wordt het gesprek dus nog steeds open gevoerd maar dat moet wel zo blijven. We moeten waakzaam zijn.’
Hoe langer het duurt, en hoe minder mensen ziek worden, hoe meer vragen er terecht zullen komen over de corona-maatregelen
In je boek destilleer je aan de hand van de geschiedenis een aantal kernwaarden van de vrijheid, en dus ook waar vrijheid grenzen kent. Hoe zie je dit vraagstuk terugkomen in deze coronacrisis wat betreft bewegingsvrijheid?
‘Het is opvallend dat we in een land als Nederland vrij soepel naar onze regering luisteren. Ongeacht of je nou op Rutte hebt gestemd: we volgen zijn adviezen. We zijn snel bereid om onze vrijheid op te geven. En daar is vanuit de ‘vrije moraal’ zeker iets over te zeggen. Allereerst doet de coronacrisis een beroep op het schadebeginsel. Dat liberale beginsel stelt dat je vrij bent, totdat je een ander in zijn vrijheid beperkt. Dus het feit dat we nu even niet in de sportschool kunnen joggen is daarmee in lijn. Immers: jouw vrijheid om te joggen gaat ten koste van de gezondheid van iemand naast jou. Maar de komende weken wordt het spannend.’
Waarom denk je?
‘Een van de redenen dat we onze leiders vertrouwen is omdat we ervan uitgaan dat de vrijheidsonttrekking nuttig en proportioneel is. En dat ze dat doen op objectieve gronden, en ons daarover informeren en ons serieus meenemen. Dus hoe langer het duurt, en hoe minder mensen ziek worden, hoe meer vragen er terecht komen over de corona-maatregelen.
‘En er komt ook een andere fundamentele vraag boven die alles met vrijheid en ethiek te maken heeft, namelijk: het recht op risico. Willen we een samenleving waarin we alle risico op ziek worden willen uitbannen of nemen we dat risico voor lief? Zolang er nog geen vaccin is tegen corona, zal die vraag steeds meer worden gesteld.’
De vrije moraal: seks, drank en drugs in de Tweede Kamer
Boris van der Ham
144 pagina’s, € 17,99