Op de Vrij Links Kieslijst staan vrijzinnige kandidaten van politieke partijen die op 17 maart meedoen aan de Tweede Kamerverkiezingen. Aan de hand van zes vaste vragen bevragen we tot aan de verkiezingen in een serie interviews een aantal kandidaten op hun vrijzinnige en sociale gehalte. Alles om het de zwevende kiezer te vergemakkelijken.
Vandaag deel 4: Fabian van Hal, de nummer 3 van Splinter.
De Vrij Links Kieslijst bestaat uit politici die zich in het publieke debat manifesteren op Vrij Linkse thema’s als mensenrechten, vrijheid, secularisme, maatschappelijke en economische (on)gelijkheid of de insteek in het debat over diversiteit. Ook jij bent genomineerd. Waarom zou een Vrij Linkse kiezer nu juist op jou moeten stemmen?
“Omdat er verandering nodig is op links, in het geheel. En niet alleen over de kleine concrete voorstellen, maar ook over de hele denkwijze. We moeten links meer zien als een brede volkspartij met een eigen verhaal, vooral op thema’s als immigratie en integratie. Links is nu niet heel groot, maar iets meer dan 30 zetels. In vergelijking met het rechtse blok niet groot genoeg om verandering teweeg te brengen. Links kan groot worden door de progressief-liberale veren weer aan te trekken en weer een brede volkspartij te zijn waarin iedereen zich kan herkennen.
“Als je op papier kijkt naar de verkiezingsprogramma’s van partijen als PvdA en GroenLinks is er weinig mis. Er zijn heel veel dingen vooral heel goed, sociaal-economisch en groen beleid bijvoorbeeld. Maar op het gebied van sociaal-culturele thema’s heeft links geen eigen verhaal. Het enige wat wij als linkse beweging zeggen, is dat het verhaal van rechtse partijen als de PVV en FvD stom is. Nu is het verhaal van rechts niet het juiste, maar ik vind wel dat we kritisch mogen kijken naar wat er fout gaat bij de integratie en minderheidsgroepen, waar we een eigen verhaal op kunnen maken dat wél redelijk is.
“We moeten af van de woke cultuur die elke discussie – en dat zijn vooral de thema’s als racisme, immigratie en integratie, die ontzettend belangrijk zijn – doodt en we moeten ons niet constant alleen maar afzetten tegen PVV en FvD. We moeten met een eigen verhaal komen. Ik vind het zonde dat de discussie daarover nu niet gevoerd kan worden omdat je al snel als een racist gezien wordt, of islamofoob.”
Je bent zelf weggegaan bij GroenLinks, had dat met deze dingen te maken?
“Het is zeker ook de woke cultuur geweest. Ik heb sociale cohesie altijd al heel belangrijk gevonden, en de sleutel tot sociale cohesie is een stevig integratiebeleid. Het is belangrijk dat mensen zich Nederlander voelen.
“Ik denk dat dat echt is misgegaan, het moment dat als Marokko speelt, dat er dan rellen zijn met mensen met Marokkaanse roots die zich meer Marokkaan dan Nederlander voelen. Dat soort dingen konden niet aangekaart worden bij GroenLinks en dat vind ik jammer. Maar het zit ook in kleine dingetjes, bijvoorbeeld op het congres van Dwars [jongerenafdeling van GroenLinks, red.]. Daar werd geturfd hoeveel mannen er spraken en hoe lang. En in de sprekersrij mochten dan niet meer dan vier mannen staan. Dat vind ik zonde.”
Kort samengevat staat Vrij Links voor vrijheid van levensovertuiging, vrijheid van levenspad en vrijheid van liefdespad. Welke van die drie vrijheden – als je móet kiezen – vind je het belangrijkste?
“Ik denk dat vrijheid van levenspad eigenlijk alles samenvat. Het in praktijk brengen van de overtuiging die je hebt en het in praktijk brengen van je liefde, die kunnen eigenlijk niet zonder vrijheid van levenspad. Dat is waar Vrij Links voor staat, en ook wij willen emancipatie in elke hoek van de samenleving. Dat betekent dat je niet weg moet kijken als er een tekort aan emancipatie is in minderhedengemeenschappen.
“En daar hoort bij dat je orthodoxe of conservatieve krachten geen hand boven het hoofd moet houden. Door te denken in religieuze minderheden als slachtoffers gebeurt dat helaas wel – met het gevolg dat er nog steeds geen gelijkheid tussen mannen en vrouwen is op sommige plekken. Dus ja, levenspad is wel het belangrijkst daarin. Zonder levenspad heb je die andere twee ook niet.”
Hoe zou jij dat bevorderen als Kamerlid?
“Aan de ene kant heb je sociaal-economische verheffing, dan spreek je over het minimumloon dat omhoog gaat. Huizen die bijgebouwd moeten worden waardoor de huizenprijzen dalen. Dat zorgt allemaal voor vrijheid, een goed sociaal vangnet en een degelijk huis. Het onderwijs toegankelijk maken hoort daar ook heel erg bij, dus ik wil af van het leenstelsel waardoor mensen moeilijker een hypotheek kunnen krijgen; ik ben heel erg voor de basisbeurs. Deze dingen geven de basis om kansengelijkheid te creëren, en met kansengelijkheid kun je je talenten waarmaken.
“Aan de andere kant mogen orthodoxe religieuze stromingen mensen niet beperken in wie ze zijn. Dat is een directe beperking van de vrijheid van het levenspad. Die vrijheden moet je actief waarborgen. Daar hoort ook bij dat je stopt met buitenlandse financiering van religieuze instellingen en dat je verbiedt dat scholen kinderen weigeren op grond van hun levensovertuiging. Er is te weinig aandacht, bij uitstek op links, voor sociaal-culturele conservatieve stromingen die heel veel macht hebben in bepaalde groepen. Die belemmeren mensen om te kunnen zijn wie ze zijn. Dan hoor je ook wel over Vrij Links: “het is islamofoob omdat ze moslims weg willen.” Dat is A, niet waar, want B, die kritiek vanuit Vrij Links gaat over orthodoxe uitwassen van religies, niet over religies in het algemeen. En C, het is kritiek op intolerante ideeën, niet op mensen. Ik zou daar heel graag iets aan willen doen in de Tweede Kamer of daarbuiten.”
Het klinkt enorm redelijk, en binnen Vrij Links zijn veel mensen het daarmee eens. Waarom denk je dat de toon zo vaak wordt dat mensen die dit opperen ‘islamofoob’ of ‘xenofoob’ genoemd worden?
“Ik denk dat dat komt omdat er nog steeds gedacht wordt uit een slachtofferschap. Dat minderheden slachtoffer zijn van PVV’ers. Dat ze gediscrimineerd worden, is in bepaalde gevallen ook zo, dat is onomstotelijk waar. Maar op een andere manier worden ze ook nog steeds niet gezien als gelijken. Dat komt omdat veel mensen minderheden ‘zielig’ vinden omdat het debat zo vaak over hen gaat. Daardoor ontstaat een soort beschermingsreactie: iedereen die ook maar een beetje kritiek heeft op de islam, of dat nu op de gematigde of de orthodoxe is – ‘iedereen die ook maar met zijn poten aan onze minderheden komt, die beledigt ons’. Dat slachtofferschap vind ik zo zonde, dat je hen niet ziet als volwaardige mensen die zich kunnen verdedigen en ook zichzelf moeten kunnen verantwoorden.”
Veel Vrij Links sympathisanten zullen het idee van de woke cultuur herkennen. Ik vraag me wel soms af, in hoeverre maken wijzelf er niet soms ook een karikatuur van? En in hoeverre is het echt een structureel probleem?
“Mijn ervaring is dat het bestaat. Maar je hebt natuurlijk de Twitterwerkelijkheid en de echte werkelijkheid is iets anders. Soms heb ik wel een beetje het idee dat ik daardoor word overgenomen. Dan zit je in de trein te Twitteren en dan kijk je om je heen en zie je al die mensen en dan denk je “die zijn hier allemaal helemaal niet mee bezig, joh”.
“Maar ook in de echte werkelijkheid sijpelt het door. Een voorbeeld: minister Van Engelshoven van D66 heeft een wet bedacht waardoor de etniciteit van studenten geregistreerd zou worden om dan diversiteit op universiteiten te creëren. Dat vind ik heel kwalijk. Er zou ook veel meer geld naar diversity officers gaan terwijl er in de landen om ons heen al heel veel goede papers zijn geschreven waaruit blijkt dat diversity officers geen effect hebben. En überhaupt is diversiteit op universiteit zo’n compleet uitvergroot onderwerp omdat ze zich vergelijken met de steden waarin ze zich bevinden – maar als je het landelijk vergelijkt dan is het echt prima, dan zijn universiteiten al een redelijke afspiegeling van de maatschappij. Daar zijn we echt goed op weg.”
Ben je in je werk of privé-leven wel eens aangelopen tegen belemmeringen in deze vrijheden?
“Zeer beperkt, gelukkig. Maar mijn moeder komt uit Roemenië en ik heb op een heel elitair – wel leuk, maar iets te elitair – categoriaal gymnasium gezeten. Heel veel leuke dingen beleefd, maar het was wel echt een heel eenzijdige groep. Ze waren ook af en toe een tikkeltje xenofoob. Toen ik ooit zei dat mijn moeder uit Roemenië kwam ben ik daar wel bijna een jaar lang mee gepest. Ik was toen een jaar of 14 denk ik.”
We hadden het net over jouw kritiek op woke. Als ik jou zo hoor dan klinkt ook wel door dat je begrip hebt voor een bepaalde kern van die standpunten.
“Natuurlijk, je kan het erover eens zijn dat institutioneel racisme bestaat, en tegelijkertijd wel twisten over de hoeveelheid waarin. De toeslagenaffaire bijvoorbeeld heeft echt bewezen dat institutioneel racisme wel degelijk kan bestaan. Het is heel kwalijk.
“Maar ik ben het niet eens over hoe het debat gevoerd wordt, dat sommige mensen worden uitgesloten en niet gehoord zouden moeten worden. Het is niet rationeel en we zouden het moeten kunnen hebben over alle onderwerpen. Dáár ageer ik tegen, en niet tegen het al dan niet erkennen dat (institutioneel) racisme bestaat.”
Kunst raakt aan al deze vrijheden. Het is dan ook helaas een feit dat kunstenaars wereldwijd vaak geraakt worden door harde repressie in dictaturen. In Nederland is een toenemende neiging om kunst te willen tegengaan als die vermeend ‘kwetsend’ zou zijn. Hoe kijk jij naar ‘kwetsende kunst’ en wat is, if any, jouw favoriete, door anderen als kwetsend ervaren kunst?
“Dat zijn de Mohammed-cartoons. Niet omdat ik denk “wat zijn die toch mooi” of “wat is de inhoud toch ongelofelijk raak” maar omdat het zo belangrijk is om te beschermen. Het is namelijk de kunstvorm die het meest onder druk staat, spotprenten, en dan vooral over de Islam. Het is bizar wat daardoor gebeurd is, heel recent nog de docent die in Frankrijk onthoofd is. Daar maak ik me wel echt zorgen om. Het is niet dat ik denk, “laten we kwetsen om te kwetsen” maar je moet wel vrij zijn om het te maken zonder fysieke consequenties.”
Ben jij zelf wel eens gekwetst door kunst?
“Zelfspot is heel belangrijk, dus nee, ik ben actief niet gekwetst.”
De lockdown heeft ons land zowel sociaal-cultureel als sociaal-economisch zwaar onder druk gezet. Wat heeft dit voor jou veranderd in je visie op de samenleving?
“We dachten en denken nog steeds dat Nederland alles heel goed op orde heeft. Maar de lockdown heeft laten zien dat de scheurtjes die we in het beton van onze samenleving hebben groter worden. Bijvoorbeeld mensen die hun baan verliezen waarvoor de opvangregelingen beperkt zijn. Maar ook de wachtlijsten die bij de GGZ al enorm waren en nu nog groter worden, mensen kunnen niet terecht bij een psycholoog.
“Dat is niet gek want onder Edith Schippers is de hele mentale zorg afgebroken uit het idee van zelfredzaamheid. En dat hele idee slaat nu als een zwiepende tak keihard terug. Want nu zie je dat mensen het niet altijd zelf kunnen en al helemaal niet in een lockdown. Dus ja, het vergroot de problemen die we al hadden en ik denk dat het een goede les is om daar na de lockdown weer hard aan te werken.”
Als je premier wordt met een absolute meerderheid, op welk beleidsterrein ga je dan wát als allereerste regelen?
“Dan zou ik een vernieuwd immigratie- en integratiebeleid willen dat ruimer wordt dan het nu is. Bijvoorbeeld: de 500 kinderen uit Moria zijn voor ons meer dan welkom. Ook moeten we een Europese verdeelsleutel hebben; en die verschrikkelijke Turkije-deal waarbij vluchtelingen vaak onder erbarmelijke omstandigheden leven: daar moeten we vanaf.
“We zetten de grenzen als Europa dan dus wat meer open, maar vanaf het moment dat je in Nederland bent, gelden er integratie-eisen. Ik zou bijvoorbeeld het taalniveau heel erg willen verhogen en daarvoor is er simpelweg meer geld nodig. Privatisering is ook een heel groot probleem. Mensen moeten zelf voor een deel van hun inburgeringscursus gaan betalen, terwijl juist deze mensen vaak niks hebben.
“Ik vind wel dat je als overheid ook geld beschikbaar moet stellen om Nederlands te kunnen worden, dus taalbegeleiding en hulp met het vinden van werk. Zeker doen, vanaf dag één. Je hebt rechten en plichten. Het is beschikbaar, en als je de hulp aanneemt, kun je Nederlander worden, maar als je dat niet doet, gaat het nog lastig worden.”
Dan over Splinter zelf, waarom is het terecht dat van de vele kleine partijen die meedoen aan de verkiezingen juist deze partij een podium krijgt bij ons?
“Ik denk dat er veel raakvlakken zijn met Vrij Links. Vrij Links is een organisatie die het debat wil voeren over elk onderwerp. Dus heilige huisjes bestaan eigenlijk niet, dat vind ik ontzettend mooi. Thema’s als integratie, immigratie en sociale cohesie komen heel vaak terug bij Vrij Links. Daarnaast is Vrij Links ook een club die weinig op heeft met de hele woke cultuur. Vrij Links wil ook consequent zijn daarin en daardoor een ander links geluid vertolken dat nu vertolkt wordt. Ik denk dat Splinter daar heel erg bij aansluit. Ik heb zelf meegeschreven aan het verkiezingsprogramma van Splinter en ik heb heel veel inspiratie geput uit Vrij Linkse waarden. Wij zijn denk ik de enige partij die het woord woke gebruikt in het verkiezingsprogramma.”
In jullie programma omschrijven jullie identiteitspolitiek zelfs als “vergif”.
“Ik denk dat het het vergif is dat links zelf inneemt. Ik denk echt dat de grootste reden dat links niet zo groot is als het was of had kunnen zijn,is dat wij veel te veel zijn meegegaan, als links geheel, met die Amerikaanse woke cultuur. Geen eigen verhaal over immigratiethema’s; veel te veel focus op het ‘paaien’ van minderheden; slachtofferschap in plaats van mensen als individu zien; de electorale belangen die daar ook bij meespelen. De Deense sociaal-democraten hebben op een gegeven moment een heel andere koers ingezet. Ze hebben echt het vertrouwen van de bevolking teruggewonnen. Ik denk dat links dat hier ook in zich heeft. Al vind ik het Deense model toch een tikkeltje te rechts omdat ze ook oorlogsvluchtelingen willen beperken.”
Daar zit dus wel een risico in. Je zegt zelf dat ze misschien ook een tikkeltje te rechts zijn, maar dit zie je ook met de VVD en het CDA, die stiekem hele harde woorden zijn gaan gebruiken. En dan is er ook het feit dat Mark Rutte veroordeeld is voor het maken van discriminerend beleid. Is er dan niet een risico dat intolerantie er echt in gaat sluipen? Zeker met de polarisatie die er al is, met aan de ene kant de ‘woke’ mensen en aan de andere kant de ‘racisten’ van Vrij Links, zoals sommigen ons beschrijven?
“Daar heb je gelijk in. Dat moeten we zeker niet hebben en die kant moeten we zeker niet op gaan. Maar dat is geen reden om het niet te proberen. Ik zeg ook niet dat je het moet doen vanuit electorale belangen om weer groot te worden, ik zeg het omdat ik er oprecht inhoudelijk in geloof. Ik denk dat veel mensen zich niet herkennen in linkse partijen, en dat ze dan alleen nog naar rechts kunnen. Want ze hebben maar één kant die hier een stem aan geeft, en links doet dat niet, nul. En dan vraag je er een beetje om. Links moet die kant weer op.”
Denk je dat dit een verhaal is dat aan kan slaan bij de minderheden waarover we het hebben?
“Ja, ik denk het wel. Misschien niet bij iedereen, zoals bij zeer streng-gelovige conservatieve minderheden. Maar wel bij mensen die zich onderdrukt voelen door hun geloof, die er niet vanaf durven stappen. Het zullen er misschien niet veel zijn, maar ik weet 100 procent zeker dat ze er zijn. Die vastzitten in de bible belt, of die op mensen van hetzelfde geslacht vallen maar dat niet durven te zeggen. Voor die mensen zijn wij er als Splinter, om emancipatie te leveren in die hoeken van de samenleving.”
Dit is een partij die sterk inzet op individuele autonomie van het Kamerlid. Hoe ga je met dit Splinter-principe een sterk collectief verhaal uitdragen?
“Het ding is, het verkiezingsprogramma stel je met zijn allen vast. Daar is iedereen het grotendeels mee eens en die lijnen zijn duidelijk. Maar als je een Kamerperiode van vier jaar in gaat, zijn er altijd zaken die naar boven zullen komen waarvan je niet weet dát ze komen. En dan kan het zijn dat niet alleen jij als fractie, maar ook de achterban verdeeld is. Dat is heel natuurlijk, dus is het dan raar dat je als fractie hetzelfde stemt. En het is ook zonde, want dan komen nieuwe ideeën niet naar buiten.
“Als je er als onafhankelijk Kamerlid toch anders over denkt, dan heb je juridisch gewoon het recht om anders te stemmen, en in de praktijk zou dat ook zo moeten zijn. En het is heel belangrijk dat nieuwe ideeën niet onbesproken blijven onder het mom van ‘fractiediscipline’, dat is echt zonde. Maar we zullen effectief zijn hoor, want je hebt het partijprogramma en de lijn van de partij is heel erg duidelijk.”
Jullie streven naar een minderheidskabinet dat regeert aan de hand van wisselende consensus. Is dit niet juist een enorm probleem in de Nederlandse politiek, het constante gepolder en het constante gediscussieer naar zouteloze middenwegen?
“Aan de ene kant is het waar dat dit veel gebeurt, maar aan de andere kant is het gewoon zo dat er überhaupt een meerderheid voor beleid moet zijn in het parlement. Het probleem met een vaste coalitie is dat je Kamerleden hebt die wel claimen van de wetgevende macht te zijn en onafhankelijk van de regering, maar die dan tóch blind met de regering meestemmen. Met wisselende consensus voorkom je dat. De effectiviteit zal dan misschien wat minder zijn maar de rol van het parlement als controleur van de regering wordt dan wel weer beloond. Ik denk dat dat een nastrevenswaardig doel is.”
Op wat voor manier denk je dat het zaken ten goede kan komen die op dit moment echt vastlopen door partijpolitieke kwesties?
“De democratische legitimiteit toch wel. Juist door dat polderen weet je zeker dat je een meerderheid hebt die niet blind met de regering meestemt zoals je nu heel veel ziet. Zeker de VVD waarbij Kamerleden gewoon bij de eerste termijn hun hele betoog richten op het verdédigen van de regering. Dat is niet de rol die je als parlementslid moet hebben, je moet juist de regering controleren en niet jouw standpunten presenteren als aanprijzingen van de regering. Ik vind dat tekort doen aan de rol van een kritisch Tweede Kamerlid.”
Jullie lijken vooruitstrevend met ICT, bijvoorbeeld met het open source-ledenplatform. Dit klinkt als een goede ontwikkeling – zijn hier nog concrete zaken waar jullie je op willen richten?
“We zijn heel veel met privacy bezig. We hebben echt de kennis in huis, de nummer 2, Marjan Schnetz is ICT-deskundige. Het is ook heel erg belangrijk, bijvoorbeeld bij de problemen omtrent de vaccinatieregistratie en de vervelende vertraging die daardoor is gekomen. Maar ook de toeslagenaffaire is begonnen met een ICT-systeem dat niet op orde was, waardoor mensen wel de toeslag konden aanvragen, hem sowieso kregen, en er niet op voorhand kon worden gecontroleerd of mensen er recht op hadden. En door dat systeem heeft de ‘Bulgarenfraude’ plaats kunnen vinden, waarna die wetgeving ook weer veel strenger is geworden, en daardoor is dat hele wantrouwen jegens die ouders ontstaan. Mensen denken vaak dat ICT geen sexy onderwerp is en saai is – maar het kan echt enorme invloed hebben.”