Naar aanleiding van Lale Gül’s roman Ik ga leven hield het Duitse Jungle World een interview met Femke Lakerveld, actrice en mede-oprichter van Vrij Links, over religiekritiek en cultuurrelativisme in Nederland: Ich bin für Solidaritätspolitik statt Identitätspolitik. Hieronder de vertaling van dit interview.
De jonge schrijfster Lale Gül uit Amsterdam heeft een autobiografische roman geschreven over haar conservatieve islamitische opvoeding. Het boek maakte veel los in Nederland. Het leidde tot brede maatschappelijke debatten, maar ook tot bedreigingen aan het adres van de schrijfster, die intussen onder politiebescherming staat. Wat waren de reacties op Gül’s boek?
Ik zie grof gezegd drie type reacties: Kritiek van conservatieve moslims, van grove bedreigingen tot het wegzetten van de auteur als “nestbevuiler”. Daarnaast is er veel waardering, zowel uit linker- als uit rechterhoek, voor zowel het boek als voor Gül’s moed om het te schrijven. En tenslotte is er kritiek of simpelweg het negeren door een deel van cultuurrelativistisch links. Lale Gül past niet in hun eendimensionale discours van witte onderdrukkers en zielige migranten.
Hoe beoordeel je deze reacties?
Allereerst is elke vorm van bedreiging niet alleen verwerpelijk en ongrondwettelijk, maar ook gevaarlijk. Het smoort het debat in een open samenleving. Zodra mensen gecensureerd worden of zelfcensuur plaatsvindt omdat de druk te groot wordt, is het gedaan met de vrije ideeënstrijd. Overige kritiek is uiteraard geoorloofd. Ik hoef het er niet mee eens te zijn maar sta wel voor het recht voor eenieder – dus ook die van de orthodoxe moslim – die kritiek te uiten. Lale Gül sprak zich recent in een interview zelf ook uit voor radicale vrijheid van meningsuiting. Wat ik echter laf vind is Lale Gül weg te zetten als nestbevuiler – vanuit orthodox-religieuze hoek –, of te zeggen dat ze rechts in de kaart speelt – zoals delen van links doen. Dat is een nare manier om iemand in een bepaalde hoek te drukken zonder ook maar enigszins op de inhoud in te gaan.
In Nederland waren er al zulke moedige vrouwen – zoals Ayaan Hirsi Ali, die als criticus van de Islam bekend werd.
Wat dat betreft heb ik hoop: Lale Gül krijgt meer steun dan Ayaan Hirsi Ali destijds, ook vanuit links. Meer dan dat, prominente politici en opiniemakers spreken uit hoe dapper en moedig ze haar vinden – een belangrijke tendens die ook elders is terug te zien. Zo steunden alle linkse partijen in de Tweede Kamer de motie van Femke Merel van Kooten-Arissen voor goede opvang en begeleiding van geloofsverlaters. Of burgemeester Halsema, die Lale Gül vroegtijdig bescherming aanbood. Dit is niet de eerste keer dat Halsema vanuit een progressief-liberale traditie opkomt voor vrijdenkers.
Zie je in Nederland verdere tekens van een dergelijke ontwikkeling?
In de kunst en literatuur komen vrije geesten en onafhankelijke denkers bovendrijven. Lale Gül, maar ook Vrij Linksers als Erdal Balci en Asis Aynan zijn in die zin deel van een stroming schrijvers die zich niet meer weg laat drukken als “de allochtone stem”. Ze bekritiseren fundamentalisten maar ook de polderambtenaren en politici die hen lang in een eigen zuil opsloten, terwijl de rest van Nederland ondertussen ontzuilde. Eindelijk gaat het om het individu. Hun verhalen zijn universeel.
Velen op links kiezen uit reflex vaak partij voor islamitische instituties wanneer deze bekritiseerd worden. En diegenen die kritiek uiten bewegen zich evenzeer vanuit een reflex naar rechts. Is dit voorspelbare patroon nu aan het veranderen?
Nederland kent een lange traditie van auteurs die met hun protestantse of katholieke jeugd afrekenen – met veel ondersteuning door progressieven. Mensen als Lale Gül, die zich uit een orthodox-islamitische gemeenschap ontworstelden, liepen vervolgens aan tegen de muur van cultuurrelativistisch links: zogenaamde progressieven waarvan je eigenlijk zou mogen verwachten dat ze opkomen voor onderdrukten. Veel te lang werd binnen dit links geluisterd naar zelfbenoemde vertegenwoordigers van bepaalde maatschappelijke groepen, zonder recht te doen aan het individu, aan minderheden binnen minderheden. Door te zeggen: “hun cultuur is simpelweg anders dan de onze”, sloot men de ogen voor ondemocratische tendensen en andere misstanden. Lale Gül geeft hier in haar boek een sprekend voorbeeld van. In de moskee werden pamfletten van de Partij van de Arbeid uitgedeeld. De kinderen moesten die aan hun ouders geven zodat deze sociaaldemocratisch zouden stemmen. “Maar als ze werkelijk ‘sociaal’ waren, waarom hielpen ze haar dan niet ontsnappen?” vraagt Busra, de hoofdpersoon in het boek, zich af. De kritiek op dit soort “salonsocialisme”, zoals Lale Gül dit noemt, vind ik volledig terecht.
Vrij Links als initiatief gaat ook terug op dit dilemma. Wat ligt achter het idee van een “vrijzinnig links”?
Wij pleiten ervoor dat kritiek op macht, religie of ideologie – op dogma’s van welke vorm dan ook – voor links vanzelfsprekend zou moeten zijn. Evenals het staan voor de vrijheid van meningsuiting, wat te vaak aan rechts overgelaten wordt. Sinds onze oprichting in 2018 hebben we veel “Lales” leren kennen – vrouwen én mannen van allerlei afkomsten die zich hebben ontworsteld aan de voorschriften die hen door anderen opgelegd werden. We horen vaak dat onze beweging voor hen een “thuis” is. Lale Gül hoort net als Vrij Links tot een beweging tegen het relativistische denken op zowel links als rechts. Ik hoop dat haar verhaal en dat van iedereen die min of meer hetzelfde ervaren heeft een kentering teweegbrengt.
Hoe stel je je die verdere ontwikkeling voor?
Ik hoop dat linkse partijen zullen opschuiven in de richting van een consequente solidariteit. Eén waarin wordt afgerekend met het racism of lower expectations en de dubbele standaard, bijvoorbeeld als het gaat om vrouwenrechten. Maar zolang links passief of actief een verbond aangaat met de orthodoxe islam komen we niet vooruit. Eigenlijk is het heel simpel: antidemocratische uitingen, racisme, vrouwenhaat en homofobie moet je even hard verwerpen ongeacht uit welke politieke of culturele hoek het komt.
Zijn er ook concrete hervormingen die je kan nastreven?
We hebben in Nederland bijvoorbeeld het volstrekt verouderde grondwetsartikel 23 dat de overheidsfinanciering van religieus onderwijs vastlegt. Religieuze scholen kunnen nog steeds docenten of kinderen die niet “in de leer” passen weigeren, omdat ze bijvoorbeeld homoseksueel of ongelovig zijn. Dit zou iedereen die voor progressieve en vrijzinnige waarden staat een doorn in het oog moeten zijn. Voor sommige kinderen is de school de enige plek waar ze in aanraking komen met andere ideeën dan die ze van huis uit meekrijgen. Op school hoor je met allerlei ideeën en waardesystemen in aanraking te komen, het zelfstandig denken en de individualiteit van kinderen horen gestimuleerd te worden.
Dit punt staat centraal in Lale Gül’s boek: Het kleine zusje moet naar een islamitische school, vooral omdat Lale op de openbare school zogenaamd te veel individualisme meekreeg.
De hoofdpersoon in haar boek zegt dat het feit dat er in haar tijd nog geen islamitische school in de buurt was, haar redding is geweest. Het is niet verrassend dat Lale Gül ervoor pleit de subsidies voor religieus onderwijs af te schaffen. Ook hierin zijn we bondgenoten.
De afgelopen jaren zijn nieuwe partijen die zich sterk op een migranten-identiteit gericht hebben gegroeid. Hoe zie jij deze ontwikkeling?
Vanuit democratisch oogpunt vind ik het een goede ontwikkeling wanneer partijen het geluid van minderheidsgroepen kunnen versterken en dit leidt tot een meer pluriform geluid in de politieke arena of het maatschappelijke debat. De vraag is echter of dat wel zo werkt en wie zich dan vertegenwoordigd voelt. De diversiteit binnen groepen is veel groter dan vaak wordt aangenomen.
Wat zou een betere optie zijn?
Binnen Vrij Links valt het me altijd weer op hoe vele gemeenschappelijke waarden mij verbinden met mensen met een totaal andere culturele achtergrond. Ook hebben “witte” arbeiders en migranten misschien wel meer met elkaar gemeen dan vaak wordt aangenomen. Het denken in kleine groepen op basis van culturele afkomst of identiteit leidt af van wat ons verbindt en schaadt de progressieve politiek. Liever zie ik een brede volkspartij die zich inzet voor de sociaaleconomisch kwetsbaren voor de vrijheden van élke burger, ongeacht afkomst of culturele identiteit. Doe mij maar meer solidariteitspolitiek en minder identiteitspolitiek.
Vertaling: Lorenzo Girardi
Foto: Huub Zeeman