Keyvan Shahbazi is publicist en cultureel psycholoog. Als beleidsadviseur werkte hij 17 jaar voor diverse ministeries; tegenwoordig is hij verbonden aan de Politieacademie. In augustus ontstond er grote ophef rond een van zijn columns in de Volkskrant, waarin hij NRC-columniste Carolien Roelants en Iran-deskundige van de Volkskrant, Peyman Jafari, noemde als ”fellow travellers’ van het islamisme’.
Shahbazi legde uit protest zelf zijn pen neer voor de Volkskrant, maar kan niet zwijgen over repressie. ‘Als ik had kunnen zwijgen over mijn progressieve denkbeelden, woonde ik nog in Iran.’
Je stopte zelf uit protest met je column in de Volkskrant nadat toenmalig hoofdredacteur Remarque in een uitzonderlijke redactionele reactie schreef dat je column ‘zo niet geplaatst had mogen worden.’ Hoe heb je dat ervaren?
‘Ik heb heel veel steun gekregen, van wetenschappers, columnisten en journalisten die lieten zien dat mijn column op feiten was gebaseerd. Als deze column ‘niet kon’, dan zou De Volkskrant elke week wel excuses aan iemand moeten aanbieden, stelden ze. Maar er bleven ook mensen stil van wie ik dat niet had verwacht. Die stilte is pijnlijk. Je moet opboksen tegen een veroordeling die publiekelijk is uitgesproken.
‘Zonder overleg met mij, en zonder mij de kans te bieden mijn column verder te onderbouwen, zijn excuses aangeboden aan de mensen die ik in mijn column noemde. Vervolgens zijn er twee tegenstukken gepubliceerd, waarin ik onder andere voor ‘homofoob’ werd uitgemaakt.
‘Daarnaast heeft Remarque op de site publiekelijk zijn excuses aangeboden aan deze mensen. De column – die al zes weken bij de Volkskrant lag – ‘had zo niet geplaatst mogen worden’, omdat ik me zou hebben bezondigd aan ‘persoonlijke aanvallen die aan smaad grenzen’, meldde hij. Als reactie op een opiniestuk door een gezaghebbende hoogleraar die mij verdedigt en die stelt dat mijn column ‘weinig welwillend’ is gelezen, plaatst Remarque voor de tweede keer een stuk met beschuldigingen. Dan blijkt bovendien dat hij in de negen jaar van zijn hoofdredacteurschap nog nooit eerder zijn excuses heeft aangeboden. Zo werd ik in mijn eigen krant met de grond gelijk gemaakt. Dat is pijnlijk.
‘Maar mijn analyse was heel zakelijk. Het regime in Teheran liet Iraanse Nederlanders, in Nederland, op straat voor de ogen van hun kinderen executeren – maar dat werd door de ‘Iran-deskundige’ van de krant in een paar woorden weggezet als ‘onwaarschijnlijk’. Daar ageerde ik tegen, en inmiddels is zijn ongelijk nógmaals bewezen. Ik vind het heel onverantwoord dat een krant maar één ‘Iran-deskundige’ heeft, met het risico dat alles door een ideologisch filter aan de lezers wordt weergegeven. Maandenlang heb ik geprobeerd daar ook intern bij de Volkskrant aandacht voor te vragen, maar de beloofde afspraak met de betrokken buitenlandredacteur kwam nooit tot stand.
‘En ik wees er in diezelfde column op dat het apekool is dat de NRC-columniste verkondigde dat ‘Iran geen theocratische dictatuur is’. Wie het nieuws volgt, ziet dat toch ook zelf?’
Je zegt: de stilte is zo pijnlijk. Waarom?
‘Het is heel moeilijk om er een vinger op te leggen. Want het is stil. En je kunt mensen niet beschuldigen: ‘waarom ben je stil, waarom kijk je de andere kant op?’. En toch voel je daardoor de veroordeling. In een conservatieve samenleving als de Iraanse moet je je diep, diep schamen als je een afwijkende mening hebt. Dan ga je een morele grens over. Het gaat dan niet om feiten of argumenten, maar om ‘immoreel gedrag’. En datzelfde moralisme – dat voel ik heel sterk bij links in Nederland. Op het moment dat je een afwijkende mening hebt, dan word je moréél veroordeeld. Terwijl het mensen zijn van wie ik denk: jij moet het hier toch mee eens zijn?
‘Als je vijanden dat doen, dan kun je je schouders ophalen. Maar als mensen dat doen die je als je geestverwanten ervaart – progressieve mensen – dan raakt het je heel diep.’
Had je het beter gevonden als een van de stille mensen een stuk had geschreven waarin hij woord voor woord zei waar hij het oneens was met jouw column?
‘Natuurlijk! Dan kun je met elkaar in gesprek. Als iemand je op inhoud tegenspreekt dán weet ik wat zijn argumenten zijn. Ik had gewoon feitelijk mensen geciteerd, daar kun je niet tegen zijn!
‘In veel zogeheten kwaliteitskranten mag je geen scherpe mening meer hebben. Ja, wel over het christendom, maar niet over de islam. Die rubriek zondagscolumnisten, waar ik toe behoorde, had als ondertitel ‘prikkelende opinies van een vaste club auteurs …’ Maar je mag niet over iets essentieels schrijven. Kranten worden steeds lichter. ‘Het wordt herfst, wat voor soep gaan we maken?’ Is dat een kwaliteitskrant vandaag de dag? Of al die persoonlijke, particuliere grieven en overpeinzingen? Waarom zou ik die moeten lezen?’
Waar zou een kwaliteitskrant nu over móeten gaan?
‘Over de essentiële vraagstukken van de samenleving. Over de vrijheid van meningsuiting.’
Wat maakt dat jij vrijheid van meningsuiting zonder aarzelen noemt als meest essentieel?
‘Omdat het de zuurstof is van de samenleving. Een columnist moet durven roeren om zuurstof in het water te krijgen, anders gaat het rotten en worden de bacteriën actief. Niet alleen in het opinieklimaat maar in de hele samenleving, en juist over onderwerpen waar niet over gesproken mág worden.’
Door mijn emancipatoire, linkse gedachten ben ik in Iran op mijn zeventiende op een martelbank terechtgekomen
In 1983 vluchtte je uit Iran, waar je gevangen hebt gezeten juist vanwege je denkbeelden. Je bent nu psycholoog, je werkt, schrijft en je hebt een gelukkig gezin. Maar je blijft je uitspreken tegen repressie in welke vorm dan ook. Hoe is het voor jou om in een land te leven waarin de meeste mensen – ik sluit mezelf niet uit – vergeten lijken te zijn wat (religieuze) oppressie is?
‘Dat is eenzaam. Onbegrepen. Het is de pijn dat ik, als ik me uitspreek, soms zelfs geassocieerd word met extreemrechts – met mijn eigen vijand. Je linkse vrienden, mensen van wie je steun verwacht, leveren je uit. Dat voelt als verraad. Soms doet dat zelfs fysiek pijn. Ik heb in Iran met mijn eigen ogen homoseksuelen op straat aan de galg zien hangen. Maar als ik me afvraag hoe het kan dat Michel Foucault, het Franse links-intellectuele kopstuk en zelf openlijk homoseksueel, in 1978 onder indruk van ayatollah Khomeini voor meer respect heeft gepleit door het Westen voor het islamisme; als ik zeg dat hij daar later toen de homo’s werden opgehangen nooit op terugkwam, dán laat de hoofdredacteur van de Volkskrant mij op de site van mijn eigen krant voor homofoob uitmaken. In een verder ook rammelend stuk.’
‘Juist door mijn emancipatoire, linkse gedachten ben ik in Iran op mijn zeventiende op een martelbank terechtgekomen. Om al die gedachten waar links voor zegt te staan: vrijheid van meningsuiting, vrijheid van gedachte, emancipatie van vrouwen, van andersdenkenden, van homoseksuelen. De vrijheid dat je een religie mag afvallen.
‘En als dat de rode draad in je leven is, en je komt hier, en je hebt de verwachting dat hier mensen zijn die jouw gedachten steunen, die je vrienden zullen zijn? Dan blijkt het ineens de omgekeerde wereld.
‘Laatst zei iemand tegen me: ‘Jij beredeneert alles vanuit logica. Maar er spelen bij gelovigen ook emoties.’ Wat moet ik daarmee? Het is niet goed of het deugt niet. Als je emotie laat zien, ben je de ‘getraumatiseerde vluchteling’ die niet serieus te nemen is, die vanuit ‘zijn particuliere ervaring’ spreekt. Redeneer ik zakelijk vanuit de rede, dan houd ik niet genoeg rekening met de emoties van de gelovigen …
‘Maar de stilte die valt als je je uitspreekt, vind ik erger dan welke tegenspraak ook. Het genegeerd worden door mensen van wie je dacht dat ze naast je zouden staan.’
Op het moment dat iemand een Midden-Oosterse afkomst heeft, dán wordt hij in categorie beoordeeld
Dat negeren, waarom is dat zo, denk jij?
‘Omdat wij de islamkritiek aan extreemrechts hebben overgelaten – hebben uitverkocht. En omdat de emancipatie is uitbesteed aan de VVD. Veel linkse mensen hebben het gevoel gehad: ‘als je mensen die er anders uitzien, bekritiseert op hun ideeën, dan ben je een racist’. Terwijl ik zeg: beoordeel mensen gewoon om wie ze zijn – en ga niet omdat iemand gebrekkig Nederlands spreekt of er anders uit ziet of een andere afkomst heeft, ineens andere criteria voor het debat hanteren. Dát is pas racisme.’
En dat zie jij gebeuren?
‘Natuurlijk! Dat is de grondslag van dit alles. Dat je mensen die blond zijn en blauwe ogen hebben, individueel beoordeelt op hun gedachten en hun meningen – maar op het moment dat iemand een Midden-Oosterse afkomst heeft, dán wordt hij in categorie beoordeeld. En het bekritiseren van ideeën van individuen uit die denkbeeldige ‘groep’, wordt dan ineens als een soort racisme tegen een hele ‘groep’ beschouwd.
‘De hoofdredacteur van Charlie Hebdo, die er niet meer is – die heeft het héél goed gezegd: stel dat alle moslims die in Frankrijk wonen, mórgen de islam afzweren. Denk je dat ze dan niet meer gediscrimineerd worden door extreemrechts?’
Wat wilde hij daarmee zeggen?
‘Dat het racisme en de discriminatie vanuit extreemrechts niets met hun religie te maken heeft, en alles met hun afkomst. En omgekeerd, op het moment dat je een religie en een ideologie bekritiseert, dan discrimineer je geen mensen. Mensen hebben rechten, maar ideeën niet.’
Wat zou je graag zien in Nederland?
‘Denk vrij, denk onafhankelijk. Ik zou willen dat mensen vrijer, oprechter en dapperder waren. Kijk hoeveel mensen in het Midden-Oosten hun leven geven zodat anderen ooit enigszins dezelfde vrijheid kunnen hebben als wij hier hebben.
‘Mensen zijn niet zielig omdat ze er anders uitzien of elders zijn geboren. Mensen zijn ook geen vertegenwoordigers van een groep waar ze qua uiterlijk op lijken. Probeer iedereen te beoordelen als je gelijke, en op grond van zijn of haar individuele denkbeelden en meningen. Stóp met mensen te zien als vertegenwoordiger van een groep die jij in je eigen hoofd gemaakt hebt. Die ‘groep’ bestaat helemaal niet.
‘Ik word er dagelijks mee geconfronteerd dat je met een andere afkomst, geen recht hebt op je eigen identiteit. Want dat wordt vóór je bepaald. ‘Moslim’. ‘Iraniër’. ‘Vluchteling’. Je hebt geen recht op je eigen individuele persoonlijke mening, nee, ook dat wordt van tevoren over je aangenomen. En als je probeert daar onderuit te komen, dan ga je een morele grens over. Dat hoort niet. Je behoort je te gedragen zoals men denkt dat ‘de groep’ waar jij qua uiterlijk op lijkt, zich zou moeten gedragen. Als dat geen racisme is, weet ik niet wat het is.’
Schud dat vermaledijde cultuurrelativisme van je geest af
Hoe zou je willen dat mensen in een vrij – en misschien door die vanzelfsprekende vrijheid verwend? – land zich zouden inzetten tegen repressie, hier of elders?
‘Schud dat vermaledijde cultuurrelativisme van je geest af. Mensen die in Teheran, Baghdad, Ankara, Damascus of Caïro wonen, zijn mensen precies zoals jij en ik. Beoordeel ze met dezelfde maatstaven als je Nederlanders beoordeelt. Waarom zouden vrijheid, gelijkheid en democratie voor ons hier belangrijker en waardevoller zijn dan voor hen daar?
‘Ik ben afkomstig uit een kleine voorstad van Teheran. Tijdens de protesten van afgelopen weken hebben de paramilitairen van het regime alleen al in dat stadje meer dan honderd demonstranten doodgeschoten en meer dan duizend mensen opgepakt. Dat weet ik uit een zeer betrouwbare bron.
‘Verdiep je eens in hoe het is om in onvrijheid te moeten leven. Hoe het voelt om dagelijks die ketenen aan je gedachten te moeten meezeulen. Hoe het is om continu de vrees te voelen dat je gemarteld kan worden, dat je leven voortijdig met veel pijn kan worden beëindigd, dat je je kinderen niet zult zien opgroeien, dat iemand anders beslist over je leven en welzijn, hoe het leven is als je bij elke auto die op straat stopt te moeten vrezen dat je naar binnen getrokken kunt worden en voorgoed verdwijnen. Hoe het voelt als dan ‘s avonds de bel van de voordeur gaat. Hoe het voelt als de geheime dienst je man of je vrouw tegen je opzet. Ja, dat gebeurt dagelijks in Iran.
‘De documentaires van Thomas Erdbrink over Iran die bij links ineens zo populair werden, die pretenderen een andere kant van Iran te laten zien. Ja, er wonen heel veel progressieve, seculiere mensen in Iran, zowel gelovig als ongelovig. Maar de prijs die daarvoor dagelijks wordt betaald, díe laat hij niet zien.
‘Dat mensen er ook dansen, alcohol drinken en muziek maken … dat komt niet door de Iraanse overheid. Dat komt door al die doden, al die overvolle gevangenissen, door de strijd die wordt geleverd. Dat komt door alle demonstraties en opstanden die bloedig worden neergeslagen, door de strijd voor gelijke rechten van de vrouwen die elke dag weer op straat worden opgepakt, en gemarteld. Dát vertelt hij niet. Over de massagraven zwijgt hij. En dan ontstaat bij de kijkers een beeld alsof het de overheid is die die vrijheid en luchtigheid voor een deel toestaat. Dat klopt niet.’
Hoe moet een tolerante samenleving zich weerbaar maken tegen intolerante ideologieën, van welke politieke kleur dan ook?
‘Ik vind het begrip ‘tolerantie’ een problematisch begrip. Ik wil niet ‘getolereerd’ worden – dat zou niemand moeten willen. Je accepteert een idee, een ideologie, een denkbeeld, of je accepteert het niet. En als je het niet accepteert, dan moet dat een consequentie hebben. Dan moet je je daarover uitspreken.
‘Eén ding moet je niet doen: negeren. De andere kant opkijken en hopen dat het vanzelf overgaat. In West-Europa zijn wij te vaak geneigd om zo met de politieke islam om te gaan. Maar intolerante, onacceptabele ideeën, meningen, gedragingen gaan niet weg als je de andere kant op kijkt. Ze nemen juist in kracht toe.’
Mag ik die vraag dan beter herformuleren als: hoe moet de vrije samenleving, de democratische rechtsstaat, zich weerbaar houden tegen intolerante ideologieën?
‘Door de grenzen van de democratische rechtsstaat te verdedigen. Te zorgen dat de democratische rechtsstaat er voor iedereen is. Kritiek op ideeën en overtuigingen moet altijd mogen, ongeacht of de mensen die die ideeën hebben, door anderen in die samenleving als ‘zielig’ worden gezien. Als je een bepaalde groep mensen als ‘zielig’ bestempelt, sluit je ze op en verhinder je dat ze zich emanciperen.
‘Democratie is kwetsbaar. En soms moet je wel optreden om de democratie te verdedigen. Anders wordt het van binnen uitgehold.
‘Dat iemand in zijn individuele religieuze beleving gerespecteerd moet worden, is verankerd in onze rechtsstaat. En terecht! Maar in een democratische rechtsstaat moet je ook mogen vragen: wat maakt een ‘religieuze opvatting’ anders en zwaarwegender dan een persoonlijke opvatting of mening?
‘Waarom zou je, onder het mom van godsdienstvrijheid, uitzonderingen mogen eisen die ondenkbaar zouden zijn voor een agnost of atheïst? Een paar voorbeelden – homofobie, jongensbesnijdenis, gescheiden zwemuren, indoctrineren van kinderen, onderdrukking van vrouwen en meisjes, ritueel slachten, weigeren handen te schudden?’
Zou je willen dat onze vrije samenleving, de democratische rechtsstaat, zichzelf beschermt door verboden – of door het vrije debat?
‘Het vrije debat is veel belangrijker dan verbieden. Hoewel ik me kan vinden in het boerkaverbod. Als je zo maf bent, als westerse geëmancipeerde vrouw, om een niqab te gaan dragen, en dan te zeggen dat je links bent en ‘ik kom op voor de vrijheid van vrouwen om die te dragen’, dan heb je het écht helemaal niet begrepen.’
Zij kan hem gewoon weer af doen.
‘Het is net alsof je een gevangenis ingaat vol politieke gevangenen en zegt: ‘Het is prima hier, ik kom in de stilte van de cel even lekker tot mezelf.’ Twee uur later sta je weer buiten. Kun je weer lekker links zijn.
‘De boerka en de niqab hebben niets te maken met de persoonlijke beleving van een religie. Niets. Nergens staat ‘word onzichtbaar’ en ‘verdwijn uit de samenleving’’, want dat is wat er gebeurt als je je gezicht bedekt. Gezichtsbedekking is eigenlijk: ‘wees alleen beschikbaar als ik behoefte aan je lichaam heb en verder, verdwijn uit de samenleving’. Als dat geen slavernij is, weet ik het niet.’
Ik heb echt het gevoel dat de vrije samenleving van binnenuit uitgehold wordt
Voor alle duidelijkheid: in de samenleving die jij idealiter zou zien, is daar plaats voor religie?
‘Religie is een persoonlijke afweging. Net zoals ik het recht heb om mijn mening te uiten, moet ieder ander ook het recht hebben zijn mening te uiten, en zijn geloof te volgen. Maar je moet niet tegen mij zeggen dat ik een morele grens over ga omdat ik daar kritiek op heb. Ik mag dat bekritiseren, ik mag het zelfs ridiculiseren.
‘Neem mijn Brief aan Allah die jullie hieronder plaatsen. Geen één krant heeft dat aangedurfd. De meest eerlijk reactie was: ‘Het is provocerend’! Die gebroeders Kouachi hebben wel veel bereikt. Het feit dat na de aanslag op Charlie Hebdo geen krant de tekeningen van Mohammed op de voorpagina heeft durven te zetten, zegt toch genoeg?
‘Straks is het vijf jaar geleden. Ik vond het toen schokkend dat de Volkskrant weigerde om de cartoons van Charlie Hebdo op de voorpagina te zetten. Moet je nagaan, die redactie is afgeslacht, in andere landen zijn er mensen gemarteld, vermoord, zijn er mensen die bij schijnexecuties naast mensen hebben gestaan die wel werden geëxecuteerd, en die mensen hebben niet hun mond gehouden. En die mensen komen hier, en die willen praten, en díe worden niet gehoord of gesteund door andere journalisten. Omdat ze bang zijn voor hun eigen hachje.
‘Dan is de vraag of je überhaupt begrijpt hoe waardevol en niet-vanzelfsprekend vrijheid is. Of wat voor verantwoordelijkheid je op je neemt als je jezelf een columnist of een journalist noemt.’
Heb je hoop?
‘Dat vind ik heel moeilijk. Als je dat een paar jaar geleden had gevraagd had ik gezegd: ja. Maar ik twijfel nu.’
Omdat?
‘Omdat ik de vrijheid alleen maar beperkter zie worden. Ik heb echt het gevoel dat de vrije samenleving van binnenuit uitgehold wordt. Door die morele deken die overal overheen hangt. Als je tegen mij zegt: ‘dat mag je niet zeggen’ – daarvoor ben ik niet uit Iran gevlucht. Dat wakkert bij mij zo’n fundamentele angst aan.
‘Ja, je mág het op sommige podia wel zeggen, maar dan is de prijs dat je bij extreemrechts wordt geschaard en dan luistert er niemand meer naar je. En – ik heb een hekel aan de denkbeelden van het Forum voor Democratie waarbij mensen vanwege hun etnische achtergrond worden weggezet. Ik heb niets met Wilders. Ik ben gewoon politiek dakloos.
‘Maar ik kan niet zwijgen. Als ik in Iran had kunnen zwijgen, woonde ik er nog, bij mijn familie, en had ik mijn ouders oud en zij hun kleinkinderen groot kunnen zien worden. Maar ik kon toen niet zwijgen, en ik kan het nu nog niet.
‘Als je vlucht uit je eigen land, leef je voortaan in de pijn van ballingschap, van ontworteld zijn, van alle vanzelfsprekendheden die je persoonlijkheid hebben vormgegeven los moeten laten en opnieuw moeten beginnen.
‘Nooit meer je dierbaren zien. Je ouders en grootouders niet kunnen begraven. De stress van je 36 jaar lang onveilig voelen, de angst dat jou hetzelfde overkomt als die twee arme mannen in Almere en Den Haag, beiden vermoord. Je moedertaal verliezen. De geuren en het intense licht van je geboortestreek niet meer meemaken. Terwijl ik vertrok met het idee over twee maanden weer terug te zijn …’
Ik heb een sterk gevoel, van – schuld is niet het goede woord; misschien moet ik zeggen, van ontoereikendheid. We zitten aan weerskanten van dit cafétafeltje, maar het zijn twee werelden.
‘Weet je wat het is? Dat tafeltje – dat staat voor mij overal.’
Een brief aan Allah
In tegenstelling tot God in de christelijke theologie, heeft de godheid Allah in de islam geen voorstelling als menselijke gedaante (zoals bijvoorbeeld ‘onze Vader’). Sterker nog, op elke suggestie in die richting staat in islamitische landen als Iran de doodstraf. Allah is het beste te vergelijken met de zwaartekracht. Die is overal en je ontkomt er niet aan. Maar de zwaartekracht is moeilijk aan te klagen. Toch heb ik mij bezondigd aan het schrijven van een brief aan deze godheid. Je weet maar nooit!
Beste Allah,
Op mijn Iraanse school waarschuwde de leraar Religieus Onderricht dat u overal en altijd aanwezig was. Dat u het zou weten, zelfs als ik in een donkere, afgesloten ruimte een zonde beging. Sterker nog, u zou het weten, zelfs vóórdat ik die zou begaan, want u bent alziend en alwetend. Eens vroeg ik hem vanwaar uw behoefte om ons, mensen, als laboratoriumrat te gebruiken, als u de uitkomst toch al wist? Wist u het niet, dan leek mij die ‘alziend’ en ‘alwetend’-pretentie ietwat te hoog gegrepen. De leraar, zelf een geestelijke, vond dat ik nog te jong was voor een inhoudelijk antwoord. Het volgende jaar moest ik die vraag opnieuw stellen. Een jaar later was ik onze afspraak niet vergeten, maar hij vond mij opnieuw te jong. En het jaar daarna ook.
In de jaren die volgden, zagen mijn ogen veel leed en wreedheid die ik liever niet had gezien. Als de alziende en de alwetende moet u wel weten waar ik het over heb. U was erbij op de pleinen waar mensen werden opgehangen, u was erbij in de martelkamer waar werd gekermd van de pijn, u was erbij als ouders om hun vermoorde kind schreeuwden. Men leerde mij, dat u de goedheid zelve bent, dat u 99 bijvoeglijke naamwoorden hebt en dat wie ze vaak herhaalt in de hemel terecht komt. Voor deze column kan ik een beperkt aantal woorden gebruiken. Daarom wil ik maar 9 daarvan graag aan uzelf voorleggen.
Allah, de eerste (Al-Awal). Vóór u waren er vele goden. De bekendste zijn de goden van Zarathustra, van Mozes en Jezus. Overspeelt u hier niet uw hand?
Allah, de laatste (Al-Akhar). De wereld is nog niet ten einde en deze bewering houdt pas stand als het zo ver is. Maar om dit nu al aan de grote klok te hangen, lijkt mij op zijn minst grootspraak.
Allah, de almachtige (Al-Ghawi). Uw volgelingen lijden al eeuwen onder de meest achterlijke omstandigheden. Waar uw geloof is verschenen, heersen armoede, hypocrisie en tirannie. Juist wie niet in u gelooft, boekt vooruitgang in wetenschap, rechtschapenheid en medemenselijkheid. Hoe kunt u nou de almachtige zijn?
Allah, de eerlijke (Al-Haqh). Vond u het eerlijk dat, in de jaren 80, tienduizenden Iraanse scholieren de mijnenvelden van Saddam Hoessein werden opgejaagd, met een plastic sleuteltje om hun nek om de hemelpoort te openen? Die kinderen liepen richting Jeruzalem om de stad te ‘bevrijden’ van de joden. Volgens de ayatollahs was het uw opdracht. Op aarde getuigt in het beste geval alleen een stuk steen ervan dat zij ooit hebben bestaan. Is het ze gelukt die poort te openen?
Allah, de beminnelijke (Al-Rahim). ‘Doodt hen (de ongelovigen) waar ge ze maar vinden kunt’. Dit zijn toch uw woorden? Of wilt u zeggen dat uw profeet Mohammed de Koranteksten heeft vervalst? Gebaseerd op onder andere deze tekst pleegt men hier al 1400 jaar de meest weerzinwekkende misdaden, maar u zwijgt in alle talen. Elke keer dat namens u een zweepslag op een lichaam neerkomt, elke keer dat namens u een vrouw wordt verkracht, elke keer dat namens u een onschuldig mens wordt vermoord, wordt uw beminnelijkheid minder geloofwaardig.
Allah, de getuige (Al-Shahid). Was u er getuige van dat de Iraanse ayatollahs duizenden politieke gevangenen – die ze eerst namens u tot lange gevangenisstraffen en zweepslagen hadden veroordeeld- in de zomer van 1988 heimelijk massaal hebben afgeslacht? De ayatollahs beweren nu nog dat ze slechts uw wil uitvoerden. Of was u wel getuige, maar geen opdrachtgever? Was u de getuige van de verkrachtingen van zo vele onschuldige Jezidi-meisjes en onthoofdingen van zo vele onschuldige mensen door Islamitische Staat? Was u er getuige van dat de redactie van het satirische tijdschrift Charlie Hebdo namens u en uw profeet werd afgeslacht?
Allah, de rechtvaardige (Al-Maghsat). Hoe rechtvaardig is het als een van uw discipelen met een vrachtwagen in Nice namens u 86 onschuldige mensen, waaronder 10 kinderen, doelbewust doodrijdt? Zelf heb ik de executie van tientallen minderjarige schoolgenootjes moeten bijwonen. U, de rechtvaardige, had wel verboden om maagdelijke meisjes te executeren. Daar was in mijn gevangenis wel een oplossing voor gevonden. De nacht voor de executie verkrachtten uw soldaten deze meisjes uit uw eer. In het hiernamaals zou u, de rechtvaardige, al hun zonden vergeven omdat deze meisjes door uw soldaten waren terechtgesteld. Wel moesten hun ouders de kogels vergoeden waarmee hun kinderen werden vermoord. Bent u deze belofte nagekomen? Zijn ze al in de hemel toegelaten?
Allah, de wraakzuchtige (Al-Montaghim). In de jaren tachtig executeerden uw soldaten in de Evin-gevangenis in Teheran zelfs zwangere vrouwen. Ik kan niet anders dan toegeven dat de Koran met dit woord wel gelijk heeft.
Allah, de folteraar (Al-Zar). Uit eigen ervaring moet ik ook hier toegeven dat dit bijvoeglijke naamwoord klopt.
Beste Allah,
Ik kan niet voorkomen dat door uw leer mensen worden verkracht en vermoord, maar ik kan mijn best doen om te voorkomen dat de woorden niet verkracht en vermoord worden. Woorden zoals beminnelijkheid, eerlijkheid en rechtvaardigheid hebben een betekenis, en die betekenis staat mijlenver van u en uw leer. Nu u mij tot in Nederland heeft achtervolgd, wil ik dat u van mijn kinderen afblijft. Zonder u is ons leven vele malen waarachtiger, oprechter en aangenamer.
De groeten,
Keyvan Shahbazi