Ron Meyer, geboren en getogen in Heerlen-Noord, werd bekend als FNV-organizer van lange stakingen en opvallende acties. Hij was raadslid voor de SP in Heerlen en van 2015 tot 2020 voorzitter van de landelijke SP. In 2021 verscheen zijn boek De Onmisbaren: Een ode aan mijn sociale klasse. Sinds april 2022 is hij directeur van het Nationaal Programma Heerlen-Noord, een van de twintig sociale Stedelijke Vernieuwingsgebieden in Nederland. Het programma wil zich de komende 25 jaar inzetten om op de lange termijn de volgende generatie meer kansen te bieden.
Wat maakt het Nationaal Programma Heerlen-Noord zo nodig?
“De mijnsluitingen van ruim veertig jaar geleden kwamen hard aan in Zuid-Limburg en het allerhardste in Heerlen. Daar lag het gros van alle Nederlandse mijnen. En die Heerlense mijnen lagen allemaal in Heerlen-Noord: het mijnwerkersparadijs van ons land. Mensen kwamen van heinde en verre om hier onder de grond te werken – een voorbeeld van de werkende klasse als de meest diverse klasse. Het Heerlens telefoonboek staat nog vol met Italiaanse, Poolse en Duitse namen en als je die zou bellen hoor je hetzelfde ‘huillands’, hetzelfde accent, dezelfde germanismen die ik gebruik.
“Door het in één klap vernietigen van die mono-economie bleef er amper werkgelegenheid over. Honderdduizend banen, zestigduizend direct en veertigduizend indirect, gingen verloren. Het gebied Heerlen-Noord beslaat tweederde van Heerlen. Dat is niet ‘een wijkje’ – dat is 69 procent van de Heerlense huishoudens. En 58 procent van de mensen in Heerlen-Noord heeft een laag inkomen. Van de twintig armste buurten in Limburg, volgens het CBS, liggen er acht in Heerlen-Noord en ook nog eens twee in het ‘rijkere’ Heerlen-Zuid.
“Heerlen heeft al heel veel gedaan. De helft van de Heerlense begroting is voor sociaal beleid. Het merendeel daarvan staat vast – zoals bijstand –maar een groot deel gaat naar aanvullende voorzieningen. Alleen, als je van zover moet komen dan is het als lopen op de loopband: als je niet hard genoeg gaat, val je ervan af.
De trotse mijnstreek werd in bittere armoede geworpen. Omdat de kolen elders goedkoper waren en het goedkope gas in Groningen gevonden was.
“We laten aan de andere kant voortdurend zien wat de potentie van het gebied is. Ja, er is 20 procent laaggeletterdheid. We hebben die arme wijken, ik ben zelf in een ervan opgegroeid. Heerlen is de nummer één gemeente – ernstiger dan de vier grote steden – in de kwetsbaarheid van onze jongeren voor de criminaliteit. Maar de trots van Heerlen-Noord is de brandstof voor onze inhaalrace. We laten zien waar we vandaan komen en wat de historische achtergrond is van Heerlen. Dat gaat over het sprookjesachtige Kasteel Hoensbroek, de oogverblindende Brunssummerheide en de mijnindustrie als de decennialange motor van ons land. Het gaat over ons verleden, over onze opa’s en oma’s, maar ook over onze toekomst, onze kinderen en kleinkinderen.”
“Hier creëren we onze toekomst zelf” is een kernzin van het programma.
“Ja. We hadden hier die glorieuze mijnindustrie. De wederopbouw van Nederland was gegrondvest op de energie uit de mijnstreek, van levensbelang voor de naoorlogse economie. En toen sloten die. En niet zoals sommigen nu hineininterpretieren vanwege klimaat of de arbeidsomstandigheden – nee hoor, gewoon omdat de kolen elders goedkoper waren en het goedkope gas in Groningen gevonden was. De trotse mijnstreek werd in bittere armoede geworpen. Marcia Luyten beschrijft het in haar boek Het geluk van Limburg heel goed; we gingen ‘van de hoogste dichtheid bontjassen naar de grootste armoede in amper vijftien jaar’.”
Wat is het onderscheidende van dit programma na alle eerdere inzet in de afgelopen veertig jaar?
“Dat alle partijen hier echt inzien dat we móéten samenwerken. De corporaties, de gemeente, de zorgverzekeraars, bedrijven, maatschappelijke organisaties; alle partijen hebben een institutioneel belang om samen te werken met de bewoners. Zorgverzekeraar CZ geeft hier 25 miljoen euro per jaar uit aan bovengemiddelde zorgkosten die ze oorspronkelijk ‘onverklaarbaar’ noemden. Maar die zijn helemaal niet onverklaarbaar: de gezondheid van de mensen hier is dusdanig veel slechter.
“Dus voor zover een bedrijf of een instantie het al niet vanuit moreel oogpunt een totale onrechtvaardigheid vindt dat een kind in Vrieheide of in Zeswegen, mijn oude buurt, veel slechtere levenskansen heeft, dan voor mijn part wel vanwege financiële redenen. Investeer veel eerder zodat mensen überhaupt niet ziek worden.”
Is dat inzicht het grote verschil? Waar het voorheen met name overheidsinspanning was met maatregelen om de ergste nood te lenigen?
“De afgelopen decennia zaten we midden in de individualisering, die totale schaamteloze liberale dominantie. ‘Had je maar harder moeten werken, had je maar worteltjestaart en quinoa-cake moeten eten, had je maar beter je best moeten doen.’ Je moet wel echt de weg kwijt zijn als je tegen een kind dat vandaag in onze armste buurten geboren wordt, zegt: eigen schuld, dikke bult. We moeten de leefomstandigheden aanpakken, zoals slechte woningen, te lage lonen voor hun ouders en laaggeletterdheid. Ik zie die maatschappelijke panelen nu een béétje verschuiven.
Die schaamteloze liberale dominantie. ‘Had je maar harder moeten werken, had je maar worteltjestaart en quinoa-cake moeten eten, had je maar beter je best moeten doen.’
“In ons land zijn we gaan geloven dat de arbeider niet meer bestaat, dat klasse niet bestaat, en dat acties en stakingen niet meer nodig zijn. In hoe we aankijken tegen levenskansen, hetzelfde: ‘Had je maar moeten studeren, had je maar niet in zo’n klotewijk moeten wonen, had je maar alle foldertjes door moeten lopen, dan had je ook voor weinig geld gezond kunnen eten’. Tot aan het einde van die redenering: had je maar niet geboren moeten worden bij die ouders – want dát is eigenlijk wat het is.
“Ik heb het nadrukkelijk over liberale dominantie, niet over neoliberale. Omdat ik het zat ben die zogenaamde klassieke liberalen te ontzien. Want voor zover die er dan nog zijn, hoor ik ze in elk geval zelden. Het is helemaal niet meer ‘neo’. Dat ultra-individualisme is gewoon wat het Nederlandse liberalisme geworden is.”
“Van alle instituten, politieke partijen, bedrijven, journalisten die hebben bijgedragen aan die liberale dominantie, hoef je niet te verwachten dat ze die afbreken. Dus, aan de instituten van de werkende klasse, de instituten die zich in slaap hebben laten sussen: waar blijven jullie?”
Jij ziet nu de maatschappelijke panelen schuiven. Bedoel je dat grote bedrijven nu ook meedoen, niet alleen vanuit institutioneel belang maar ook vanuit betrokkenheid?
“Het maakt mij niet uit of verandering uit de goedheid van hun hartje, uit sociologische overtuiging of uit institutioneel belang plaatsvindt, áls ze het maar doen. Je moet vol investeren in preventie. We moeten eindelijk eens stoppen met het voortdurend individualiseren van een collectief, structureel probleem. Dat geldt voor de politiek, dat geldt ook voor de media. De stapels wetenschappelijke bewijzen reiken inmiddels zo ongeveer tot de wolken: het zijn de omstandigheden die de mens maken.
Dat het vrijwel nooit gaat over de zes jaar lagere levensverwachting van kinderen uit arme gezinnen is totaal onrechtvaardig.
“De vrachtwagenchauffeur is ook diversiteit, de pakketbezorger is ook diversiteit. Niet alleen omdat de werkende klasse de meest diverse klasse is als je naar achtergrond kijkt, maar ook omdat er zo weinig gevoel is in de journalistiek met die werkende klasse. Dat het vrijwel nooit gaat over de zes jaar lagere levensverwachting van kinderen uit arme gezinnen is totaal onrechtvaardig.
“Ik las net een interview met een HR-manager van een groot schoonmaakbedrijf. Dat biedt nu budgetcoaches aan, aan medewerkers. Die zegt dan, ja, ‘we hadden wel een eenmalige loonsverhoging kunnen geven maar een budgetcoach is eigenlijk veel structureler’.
“Laat ik nu mijn best doen om het genuanceerd zeggen. Het kán best zo zijn dat je mensen af en toe moet helpen met een problematische uitgavenpatroon. Maar het probleem van armoede is niet het uitgavenpatroon. Het probleem is dat mensen die hard werken hun energierekening niet kunnen betalen, omdat hun reële inkomen al veertig jaar lang stilstaat.
“Dat voortdurend individualiseren van het collectieve probleem – je betaalt ze gewoon veel te weinig en vervolgens zeg je: ‘Jahaaa als je in de problemen komt, weet je wie wij voor jou hebben? Een budgetcoach. Een eigen-schuld-dikke-bultbudgetcoach. Alsjeblieft.’
“Waarom stelt zo’n journalist niet de vraag, goh mevrouw de manager, wat betaalt u eigenlijk aan uw mensen? €11,30 bruto per uur? Kunt ú daar dan wel uw gezin van onderhouden? Wat vinden het SCP en het Nibud daarvan? Wat zijn de Europese maatstaven?
Mijn definitie van klasse is: de mate waarin je toegang hebt tot, of eigenaarschap hebt van, de economie, de media en de macht.
“Ik durf de stelling aan dat die vragen niet genoeg gesteld worden omdat er te weinig journalisten uit de werkende klasse komen, en zeker te weinig mensen die zich verdiept hebben in armoede. Steeds dat enorme dedain. ‘Ze zullen wel te veel besteld hebben, ze zullen wel te veel gegeten hebben.’ Iemand die roept dat mensen die nooit op vakantie gaan maar wel een vuurpijl afsteken met oudjaar ‘dus niet echt arm zijn’ – rot toch op, joh. Dan snap je er geen donder van.
“Mijn definitie van klasse is: de mate waarin je toegang hebt tot, of eigenaarschap hebt van, de economie, de media en de macht. Want als jij niet tot die netwerken behoort, dan kom jij helemaal niet met je zorgen in de krant, krijg je niet jouw probleem op de agenda. Dit is voor mij de werkelijke kloof tussen de verschillende klassen.
Je schreef eerder samen met Lodewijk Asscher en Marco Pastors het opinieartikel in de NRC Ongelijkheid in gezondheid is een nationaal probleem. Samen en dwars door de partijen heen. Zijn de meeste partijen mee of merk je dat er uit sommige politieke hoeken nog grote weerstand is?
“Ik denk dat de verschillen nu zo groot en onrechtvaardig zijn en tot zulk inzicht van institutionele belangen leiden, dat iedereen ziet dat we met zijn allen niet anders kunnen.”
Het echte probleem is dat mensen die hard werken hun energierekening niet kunnen betalen omdat hun reële inkomen al veertig jaar lang stilstaat.
Jullie zeggen vanuit het programma: “De grootste voorwaarde voor het succes van het Nationaal Programma Heerlen-Noord is de betrokkenheid van zoveel mogelijk bewoners.” Hoe kiezen jullie voor de collectieve oplossingen en niet de gendividualiseerde?
“Wij kiezen voor het gezamenlijk aanpassen van de leefomgeving. En niet voor het wapperende vingertje ‘had u maar meer worteltjestaart moeten eten’. Wij gaan er bijvoorbeeld voor zorgen dat op den duur alle schoolkinderen in Heerlen-Noord een ‘rijke schooldag’ krijgen. Groente of fruit op school en extra uren beweging bij vakdocenten zodat de reguliere docenten meer tijd hebben voor de basisvakken: rekenen, schrijven, taal.
“Maar als kinderen op school fruit krijgen en vervolgens thuiskomen in een woning met schimmel omdat de coöperatie de woningen niet renoveert, dan doe je weer teniet wat je net gewonnen hebt. We hebben hier bijna 15.000 woningen met een laag energielabel, tussen E en G. Gemeenschappelijke aanpak betekent dus ook collectief en als de wiedeweerga het verbeteren van ongezonde woningen met óók nog eens een torenhoge energierekening.”
Enerzijds nemen we maatregelen tegen de klimaatcrisis; aan de andere kant heb je deze winter heel veel mensen in energiearmoede. Die kunnen geen warmtepomp installeren en hebben geen A-label-huis. Hoe kijk jij naar de spanning daartussen?
“Het begint met te stoppen met al die verschillende vormen: energie-armoede, menstruatie-armoede? Nee, het is armoede. Ik constateer dat het geen toeval is dat iets pas in de publiciteit komt wanneer het de middenklasse raakt. En op het moment dat we armoede categoriseren en de middenklasse dus een beetje energiecompensatie krijgt, dan lijkt het probleem weer ‘weg’.
Ik constateer dat het geen toeval is dat iets pas in de publiciteit komt wanneer het de middenklasse raakt.
“De onmisbaren, de cruciale beroepen van de corona-pandemie, waar wel voor geklapt werd maar die nog steeds niet de loonsverhoging hebben die hen in staat stelt om hun leven beter te leven. Hoeveel bewijs hebben we nog meer nodig dat het om klasse te doen is, om de sociale leefomstandigheden?
“Op bezoek in mijn oude buurt vroeg ik mensen: ‘Wat zou u ervan vinden als de woningcorporatie uw woning zou verduurzamen?’ Mensen spuugden nog net niet in mijn gezicht – want of de babbelende klasse dat nu leuk vindt of niet, voor veel mensen is het woord verduurzaming gelijk aan duur.
“Een straat verder heb ik de vraag anders gesteld: ‘Wat zou u ervan vinden als de woningcorporatie de energierekening zou willen beperken door zonnepanelen op uw dak te leggen? En toen had ik heel goede gesprekken.’
Hoeveel bewijs hebben we nog meer nodig dat het om klasse te doen is, om de sociale leefomstandigheden?
“Als jij 700 euro energierekening moet betalen, wat staat er dan op nummer 1? Het klimaat hoeft helemaal niet afwezig te zijn op jouw prioriteitenlijst, maar staat waarschijnlijk ergens op plek 13. En daar kunnen mensen die de luxe hebben zich niet iedere dag zorgen te hoeven maken over de rekeningen schande van spreken – ‘dat jij niet aan de toekomst van onze achterkleinkinderen denkt’ – maar als je vandaag moet overleven, dan is morgen de toekomst waar jij je zorgen over maakt.
“Die maatschappelijke panelen moeten niet verschuiven, maar volledig omklappen. Als de thuiszorgmedewerkster, de schoonmaker, de pakketbezorger over dertig jaar nog steeds zo hard werkt maar niet kan rondkomen? Dan kunnen we hier van alles doen en dan zullen we misschien een klein beetje vooruitkomen, maar als we het systeem niet daadwerkelijk rechtvaardiger maken, dan gaat dat ons niet voldoende helpen.
“De Parool-misdaadjournalisten Paul Vugts en Wouter Laumans zeiden het recent heel scherp: ‘Politici roepen vaak, als er jonge jongens betrokken zijn: waar zijn die ouders? Nou, die zijn vaak keihard aan het werk, om de gigantische huurprijzen en dure boodschappen te betalen.’
“Al die sociale instituties, vakbonden, politieke partijen in Nederland die ooit stonden voor de werkende klasse, het is niet jullie schuld; het is de liberale dominantie die zo machtig is. Maar wordt het potverdorie niet dringend tijd om daar harder tegenaan te schoppen?”
——-
Meer lezen?
– De aanpak en werkwijze van Nationaal Programma Heerlen-Noord
– Een betere gezondheid begint bij de samenleving
“Een derde van onze landgenoten heeft moeite om rond te komen. Als daar niet snel iets aan verandert, dan weten we zeker dat de gezondheidsverschillen de komende jaren verder oplopen” ~ Jet Bussemaker, Catrien Schimmelpenninck, Aletta Winsemius in NVTG
Fotograaf: Franco Gori