Naar aanleiding van een openbaar gesprek tussen een rabbijn en een medisch ethicus neem ik in dit artikel krachtig stelling tegen het routinematig besnijden van pasgeborenen in de Verenigde Staten. Allereerst zal ik de belangrijkste morele vraag definiëren. Vervolgens zal ik de geschiedenis van besnijdenis en haar oorsprong in paranoïde angsten over masturbatie schetsen, de vermeende medische voordelen ervan ontkrachten en de seksuele schade in detail beschrijven. Tot slot zal ik aanbevelingen doen over hoe de rechten van het kind kunnen worden beschermd.
Korte toelichting
Ik werd ertoe aangezet dit te schrijven door een bijdrage aan de Impossible Conversations Competition (ofwel Onmogelijke-gesprekkencompetitie), gehouden door het platform Letter. Een prijs van 2500 dollar werd toegekend aan de deelnemers die de meest beschaafde en productieve discussie wisten te voeren over een belangrijk onderwerp waarover zij het oneens zijn. De lopende briefwisseling over besnijdenis tussen medisch ethicus Brian D. Earp en theoloog Rabbijn Josh Yuter, was een goede kanshebber. Ik gebruik hun conversatie als uitgangspunt om me in het onderwerp te verdiepen. De volledige correspondentie vindt u hier. Meer informatie over onze doelstellingen bij Letter zijn hier te lezen.
Schade en onrecht definiëren
Brian zet zijn standpunt in de eerste brief uiteen: ‘Een persoon, ongeacht sekse of gender, wordt onrecht aangedaan als hij/zij aan zijn/haar genitaliën wordt geopereerd zonder zijn/haar toestemming, tenzij er sprake is van medische noodzaak.’ Josh is het ermee eens dat, in feite, ‘het essentiële morele onrecht bestaat uit het schenden van iemands lichamelijke integriteit zonder zijn of haar toestemming.’ Hij vindt dat hun conversatie zich niet moet richten op mogelijke medische voordelen, noch op de speciale betekenis die besnijdenis voor joden heeft, en zelfs niet op, zoals Brian het zegt ‘of het wél of juist géén lichamelijke of emotionele schade berokkent.’ De fundamentele kwestie is toestemming. Maar, betoogt Josh, ‘in alle gemeenschappen bestaan grenzen aan individuele toestemming.’
Een voorbeeld is de verplichte vaccinatie van baby’s. Zou besnijdenis ook kunen vallen in die categorie van dingen die aan het individu worden opgelegd voor het welzijn van de samenleving? Men haalt als voorbeeld dikwijls de campagne aan van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om besnijdenis in Afrika te promoten. Ik denk dat die campagne ethisch en medisch uiterst dubieus is (zie hieronder), maar áls neonatale besnijdenis de prevalentie van hiv significant zou verminderen, zou dat een acceptabel compromis zijn.
Josh stelt dit punt meer algemeen aan de orde door te suggereren dat toestemming terzijde zou kunnen worden geschoven door morele overwegingen die ‘godsdienstig kunnen zijn en gebaseerd op bepaalde tradities (dat wil zeggen om een bovennatuurlijke wens te vervullen), of zelfs sociaal (bijvoorbeeld van belang voor de samenhang van een groep).’ Brian voert aan dat genitale autonomie een fundamenteel mensenrecht is en dat alleen medische noodzaak zwaarder weegt:
Bijna iedereen, ongeacht zijn culturele of religieuze opvoeding, vindt dat het een ernstig moreel onrecht is om zonder toestemming iemands genitalia aan te raken, erin te snijden of ze op welke andere manier dan ook aan te tasten … het is een van de ergste dingen die je een ander aan kunt doen, een van de heftigste manieren om iemands grenzen te overschrijden, grenzen waar juist hij of zij het laatste woord over hoort te hebben.
Soortgelijke argumenten zijn in hun meest uitgesproken vorm ook te vinden in het controversiële hoofdstuk over verkrachting in The Blank Slate van Steve Pinker. Pinker stelt de opvatting ter discussie dat ‘verkrachting draait om macht en niet om seks’ door onder andere aan te voeren dat de gruwel van verkrachting niet ligt in de lichamelijke schade die wordt veroorzaakt – slachtoffers kunnen ongedeerd zijn – maar in het fundamentele onrecht dat de persoon wordt aangedaan. Zelfs zonder herinnering aan de gebeurtenis – omdat het plaatsvond in de vroege jeugd of omdat het slachtoffer bewusteloos was of aan dementie lijdt enz. – wordt de ethische schending geenszins verzacht.
De bewijslast zou hier moeten rusten bij voorstanders van het manipuleren van iemands genitaliën zonder zijn of haar toestemming. Dit wordt vaak vergeten in de discussie over besnijdenis, waarin van tegenstanders van dat gebruik wordt verwacht dat zij bewijzen dat het seksuele schade berokkent en geen medische voordelen heeft. Beide deelnemers aan de gedachtenwisseling erkennen dit, maar Josh denkt dat er geldige niet-medische redenen kunnen zijn om iemands geslachtsdeel te veranderen en dat onze gemeenschappelijke morele opvattingen over genitale autonomie misschien niet correct zijn. Ik kijk ernaar uit te ontdekken hoe deze conversatie verder zal gaan. In de tussentijd wil ik graag mijn eigen standpunt verdedigen.
De masturbatiepaniek
‘Heb je ontucht met jezelf gepleegd, je mannelijk lid in de hand genomen, en toen je voorhuid verschoven en [het] met je eigen hand bewogen om zo met genot zaad uit jezelf te stoten?’ Elfde-eeuwse biechttekst, geciteerd in A Surgical Temptation van Robert Darby
Stelselmatige circumcisie van baby’s en jongens kwam in zwang in Engeland aan het einde van het Victoriaanse tijdperk. Hoewel het nooit een algemeen gebruik werd, was het vanaf de negentiger jaren van de negentiende eeuw tot de veertiger jaren van de twintigste eeuw wijdverbreid in de hogere Britse klassen. Vanuit het VK breidde de populariteit uit naar ander Engelstalige landen. Het gebruik bleef tot halverwege de zeventiger jaren heel populair in Nieuw-Zeeland, Canada en Australië. In de VS wordt het nog altijd toegepast: in Amerika wordt nog steeds ongeveer 50-60 procent van de mannelijke baby’s routinematig besneden (een daling na een piek van 85 procent). In 2007 was volgens een schatting van de WHO wereldwijd één op de drie mannen besneden. De meesten van hen zijn moslims die om religieuze redenen besneden zijn (zie ook hier). De VS is het enige ontwikkelde westerse land waar besnijdenis stelselmatig bij baby’s wordt uitgevoerd. Om de oorsprong van dit gebruik, dat uit het VK is overgenomen, te begrijpen, moeten we de geschiedenis ervan in het moederland traceren.
Voorafgaand aan het Victoriaanse tijdperk waren slechts weinig westerlingen besneden. In het oude Griekenland en Rome werd het ongeschonden mannelijk lichaam beschouwd als voorwerp van schoonheid, en besnijdenis als een verminking; het gebruik werd in 1442 expliciet door de Katholieke Kerk voor christenen verboden; westerlingen associeerden het met de ‘bizarre heidense gebruiken’ van joden en moslims; griezelverhalen over christelijke gevangenen die door barbaarse piraten onder dwang werden besneden waren er in overvloed. Vroege voorstanders hoopten dat het een einde zou maken aan de gewoonte waarvan zij geloofden dat het een bedreiging vormde voor de samenleving: masturbatie.
‘De gruwelijke zonde van zelfbevlekking’, zoals het in een populaire medische verhandeling wordt genoemd, werd verantwoordelijk gehouden voor een eindeloze reeks ziekten, van kinkhoest tot hersenverlamming. De Medical Record uit 1896 waarschuwt voor ‘kinderconvulsies, ziekten van het heupgewricht, nierziekte, verlamming, eczeem, stotteren, spijsverteringsklachten, longtuberculose, obstipatie, bewegingsstoornissen, reumatiek, idiotie, krankzinnigheid en lust’, terwijl een andere populaire medische bron de gevolgen beschrijft als ‘zwakte van lichaam en geest – onvruchtbaarheid – idiotie – extreme ellende en zelfs de dood’. In een poging masturbatie te voorkomen werden veel penissen gecauteriseerd, verschroeid, met zuur bewerkt – en besneden. De denkbeeldige ziekte spermatorroe – ongewenste ejaculatie – werd ook verantwoordelijk gehouden voor een massa kwalen, en behandeld door via het perineum naalden in de prostaat in te brengen, door urethra en blaas met een bijtende zilvernitraatoplossing te katheteriseren en later door middel van besnijdenis.
Net als hun voorgangers in de zeventiende en achttiende eeuw, toen er positiever over seks werd gedacht, erkenden de vroege voorstanders van circumcisie dat de voorhuid een bron van intense erotische sensatie was, de plaats van ‘zulk teder en gevoelig vlees, dat de natuur er de zetel van sensitiviteit en genot heeft gevestigd’. Zoals Robert Darby heeft aangetoond in zijn gedetailleerde analyse, A Surgical Temptation, was er bijna unanieme consensus op dit punt, zowel van de zijde van voor- als van tegenstanders.
Pas sinds de seksuele revolutie van de zestiger jaren zijn voorstanders van besnijdenis gaan beweren dat het verwijderen van de voorhuid geen invloed heeft op seksueel genot. Tot die tijd was bijna iedereen het er over eens dat dat wel zo was – en dat was een van de belangrijkste redenen dat het werd bepleit.
Er bestaat een misvatting dat, omdat de Britse samenleving patriarchaal was, de welbekende angsten van haar inwoners ertoe leidden dat vrouwelijke seksualiteit in bedwang gehouden en gepathologiseerd werd, terwijl mannen de vrije teugel kregen. Volgens velen worden mannen in een traditionele samenleving door een dubbele moraal aangemoedigd vrouwen te onderdrukken wegens vermeende fouten die ze zelf straffeloos begaan. Er zit een kern van waarheid in: de gevolgen voor wie een gevallen vrouw genoemd werd – een categorie waarin veel slachtoffers van verkrachting werden ingedeeld – waren afschrikwekkender dan voor wie als vrijgevochten werd beschouwd.
Maar dit geeft een veel te simplistisch beeld. De Victorianen meenden dat mannen over het algemeen meer gedreven worden door seks dan vrouwen en velen van hen vonden de mannelijke geslachtsdrift vernederend en dierlijk en probeerden hem te onderdrukken, vooral bij kinderen, die het makkelijkst onder controle te houden zijn. Mannen werden aangespoord hun natuurlijke verlangens als zondig en pathologisch te zien. John Addington Symonds, bijvoorbeeld, die worstelde met zijn homoseksualiteit, bekent dat hij ‘de puur seksuele begeerte … behandelt als een beest dat moet worden onderdrukt en beteugeld en uiteindelijk vermorzeld met de hulp van chirurgen die geslachtsorganen dichtschroeien.’ Hij vond een heleboel dokters die hem maar al te graag van dienst wilden zijn.
Er werd gedacht dat het lozen van zaad mannen zou verzwakken; seks werd als uitputtend beschouwd, zelfs binnen het huwelijk; er werden foute vergelijkingen getrokken tussen opwinding en irritatie en tussen de spiertrekkingen van het orgasme en epileptische aanvallen; de natuurlijke slaperigheid die volgt op de climax werd vergeleken met zenuwuitputting. Natuurlijke seksuele impulsen werden gedemoniseerd – geen wonder dat een integraal deel van de normale mannelijke genitaliën door sommigen werden beschouwd als ‘een bron van kwelling, gevaar, lijden en dood’. In een tijd zonder betrouwbare anticonceptie droeg waarschijnlijk de angst voor overbevolking, aangewakkerd door Malthus’ Essay uit 1798, eveneens bij aan het verlangen mannelijke lust te onderdrukken.
Commentatoren uit die tijd begrepen de aard van de mannelijke geslachtsdrift en het vitale evolutionaire doel ervan niet. De mechanismen zijn neurologisch en hormonaal. Het kan niet noemenswaardig worden gedempt door de gevoeligheid voor aanraking van de penis te verminderen of door de voorhuid te verwijderen. Voor zover ik weet is er geen bewijs dat besneden mannen minder door seks gedreven worden, zich eerder kuis gedragen of minder geneigd zijn tot seksueel geweld of masturberen. De Victorianen probeerden de impulsen van de mannelijke geest in toom te houden door hun lichaam te kastijden. Ze pasten steeds extremere lijfstraffen toe in hun pogingen het mannelijk verlangen te temmen – een volstrekt zinloze onderneming.
De purity movement – de zuiverheidsbeweging – uit die tijd was evenzeer geobsedeerd door de wens de geest vrij te houden van onzuivere gedachten en het lichaam vrij van vuil. Na John Snows ontdekking in 1854 dat drinkwater vervuild met rioolwater cholera veroorzaakte, voerden de Victorianen grote stedelijke saneringsprojecten uit, onder meer door het ruimen van sloppenwijken, waar armoede en overbevolking ideale omstandigheden boden voor het verspreiden van epidemieën. Veel dokters geloofden dat het lichaam, net als steden, ophopingen van ellende bevatte, waar vuil kon woekeren zodat ziekten ontstonden.
De ontdekking van anesthesie door William Morton in 1846, en Listers theorie van de ziektekiemen in de zestiger jaren van de negentiende eeuw zorgden voor belangrijke ontwikkelingen in de chirurgie, die daarvoor angstaanjagend, extreem pijnlijk en uiterst gevaarlijk was geweest. Met behulp van de nieuwe anesthesie- en aseptische technieken konden chirurgen zogenaamd rudimentaire lichaamsdelen – zoals keel- en neusamandelen, kiezen en zelfs de dikke darm – waarvan zij dachten dat deze ziektekiemen zouden kunnen bevatten, als preventieve maatregel verwijderen. De voorhuid, die makkelijk toegankelijk was, was een voor de hand liggende kandidaat voor profylactische verwijdering. Ondanks de praktische toepassingen in de chirurgie werd de ziektekiemtheorie door veel artsen nauwelijks begrepen. Oudere theorieën hielden stand, waaronder het idee dat ziekte spontaan kon optreden omdat er in allerlei hoeken en gaten van het lichaam – zoals onder de voorhuid – vuil lag te gisten. Daarom was het vanzelfsprekend dat besnijdenis werd toegepast ter preventie van geslachtsziekten, totdat werd bewezen dat er geen verband bestond tussen voorhuid en syfilis.
Toen in de dertiger jaren van de twintigste eeuw de angst voor schadelijke effecten van masturberen minder werd en artsen minder geneigd waren de geslachtsdrift van mannen als ziekelijk te zien, werd besnijdenis minder populair. In het geneeskundig debat ging het er nu over of het andere ziekten zou voorkomen. Zelfs toen de rage op zijn hoogtepunt was, was niet meer dan een derde van alle Britse mannen besneden, hetgeen vergelijkende studies makkelijk maakte. Omdat de ingreep een groot risico met zich meebracht, waren sommige Britse chirurgen er altijd tegenstander van gebleven. Douglas Gairdners veelgelezen artikel in het British Medical Journal in 1949, The Fate of the Foreskin (‘Het lot van de voorhuid’), ontkrachtte met succes veel van de beweringen van voorstanders en benadrukte de risico’s van misvorming en dood. Gairdners argumenten zouden de doorslag geven.
Behandeling zoekt ziektebeeld: medische besnijdenis vandaag de dag in de vs
‘Wat voor verschrikkelijks zal er gebeuren als het preputium [de voorhuid] van een baby met rust gelaten wordt? ‘ – R. Aisnworth, British Medical Journal, 1935
Maar intussen was het gebruik naar de VS geëxporteerd. Vroege Amerikaanse voorstanders zagen, net als hun Britse tegenhangers, besnijdenis als een effectief middel om de penis minder gevoelig te maken en zo masturbatie te voorkomen. John Harvey Kellogg beschouwde het als een remedie tegen masturberen bij jongens – hij stelde voor om met hetzelfde doel bij meisjes de clitoris met carbolzuur te verbranden. Hij adviseerde zelfs om geen verdoving te gebruiken: ‘omdat de korte pijn waarmee de operatie gepaard gaat een heilzaam effect op de geest zal hebben, vooral als die verband houdt met het idee van straf.’
Maar zelfs toen de opvattingen over seks versoepelden, gaven Amerikanen het gebruik niet op. In plaats daarvan stapten de voorstanders over op een andere redenering. Toen na de seksuele revolutie van de zestiger jaren van de twintigste eeuw het onderdrukken van erotische gevoelens als een slechte zaak werd beschouwd, beweerde men ineens dat circumcisie geen effect op sensatie had – in plaats daarvan werd gezegd dat het hygiënischer was en het risico op bepaalde ziekten verminderde.
Circumcisie is een chirurgische anomalie: het gaat om het verwijderen van gezond weefsel van een bijzonder kwetsbare patiëntengroep – pasgeborenen – zonder hun toestemming en zonder dringende medische noodzaak. De veel bekritiseerde en nu officieel achterhaalde beleidsverklaring van de American Academy of Pediatrics (aap) over besnijdenis uit 2012 is dan ook merkwaardig geformuleerd:
De huidige wetenschappelijke bewijzen tonen aan dat besnijdenis van mannelijke pasgeborenen mogelijk medische voordelen heeft; echter, deze gegevens zijn ontoereikend om stelselmatige neonatale circumcisie aan te bevelen. Onder omstandigheden waarbij er mogelijk voordelen en risico’s zijn, maar de procedure niet essentieel is voor het huidige welzijn van het kind, moeten de ouders bepalen wat in het belang van het kind is.
De verklaring begint vol vertrouwen met ‘de huidige wetenschappelijke bewijzen tonen aan’, om dat vervolgens te ondermijnen met de vaagheid van ‘mogelijke voordelen’ en gegevens die ‘ontoereikend’ zijn om de procedure aan te bevelen. De ingreep is profylactisch, aanbevolen op een ‘voor het geval dat’-basis, en de verantwoordelijkheid voor deze onomkeerbare medische beslissing wordt aan de ouders gedelegeerd. Dit taalgebruik impliceert dat er dikwijls een beroep op de ouders wordt gedaan om te beslissen of ze hun kind aan medisch niet-noodzakelijke lichaamswijzigingen zullen onderwerpen – hoewel dit een relatief zeldzaam verschijnsel lijkt te zijn.
Om een voorbeeld te noemen: ouders kunnen geen appendectomie plannen tenzij hun kind een blindedarmontsteking heeft of als risicopatiënt hiervoor wordt beschouwd op basis van een afwijkende CT-scan. Volgens Harvard Medical School kunnen ontstoken of vergrote keelamandelen leiden tot slaapapneu, ‘wat ernstig kan zijn en tot gezondheidsproblemen en gedragsproblematiek kan leiden’. Desondanks wordt het verwijderen van de amandelen, zelfs bij herhaalde infecties, alleen in extreme gevallen aanbevolen, waarbij wordt benadrukt dat ‘de beslissing niet licht genomen moet worden.’ Ouders kunnen ervoor kiezen de verstandskiezen van een kind preventief te laten trekken, maar de manier waarop het proces van besluitvorming beschreven wordt verschilt opvallend van de manier waarop de aap circumcisie verdedigt: we moeten vertrouwen op de ervaring en expertise van de arts om te bepalen hoe waarschijnlijk het is dat er klachten zullen ontstaan, en op zijn of haar vermogen dit in realistische bewoordingen aan de patiënt mee te delen.’
De nadruk ligt op het bepalen van de mogelijkheid van toekomstige medische schade – niet op respect hebben voor de cultureel bepaalde wensen van de ouders. Als ouders wordt gevraagd belangrijke klinische beslissingen te nemen zonder duidelijke begeleiding van een arts, legt dat een onmogelijke last op hun schouders en het is een gewetenloze manier waarop de medische gemeenschap zich aan haar verantwoordelijkheid onttrekt.
Vier belangrijke aandoeningen waartegen circumcisie zou beschermen worden meestal door de voorstanders van de procedure genoemd: phimosis (nauwe voorhuid), urineweginfecties (uwi’s), hiv/aids en peniskanker.
Pathologische phimosis is een vrij zeldzame aandoening waarbij de voorhuid erg nauw is en niet gemakkelijk kan worden teruggeschoven. Behandelopties zijn onder andere steroïdcrème of andere crèmes, die in ongeveer 90 procent van de gevallen effectief zijn; chirurgie is slechts zelden noodzakelijk (en zelfs dan is er slechts een kleine ingreep nodig, die preputioplastiek heet en waarbij de voorhuid zoveel mogelijk gespaard wordt, en geen complete circumcisie). Fysiologische phimosis echter is helemaal geen medische aandoening maar een normale ontwikkelingsfase. In de vroege jeugd zit de voorhuid stevig aan de penis vast, als een vingernagel aan het nagelbed, en vormt zo een beschermend omhulsel. De verklevingen waarmee de voorhuid aan de eikel vastzit, verdwijnen geleidelijk totdat op zeker moment tussen geboorte en puberteit – en in vrijwel alle gevallen vóór het achttiende levensjaar – het orgaan los en beweeglijk wordt en gemakkelijk kan worden teruggeschoven. Dit proces wordt versneld door de natuurlijke neiging van kinderen om te friemelen en te onderzoeken.
Als de voorhuid vroegtijdig en met geweld wordt teruggetrokken, kan dat scheurtjes, bloedingen en littekenvorming veroorzaken waardoor het kind meer risico op infecties loopt. De AAP is alom bekritiseerd omdat ze in hun richtlijnen de anatomie van de penis niet adequaat beschreven en vermoedelijk zullen veel Amerikaanse dokters en verpleegkundigen die onvoldoende weten over de intacte penis, letsel blijven veroorzaken door met geweld de voorhuid terug te trekken of ouders te adviseren dat te doen.
Urineweginfecties komen veel vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Slechts 1 procent van de jongens krijgt voor zijn tiende een urineweginfectie en meestal is dat eenmalig. Dat betekent dat er honderd besnijdenissen nodig zijn om één urineweginfectie te voorkomen, die waarschijnlijk makkelijk te behandelen zou zijn. Urineweginfecties kunnen met antibiotica worden behandeld en genezen meestal binnen een week.
Studies naar heteroseksuele transmissie van hiv van vrouwen op mannen, uitgevoerd bij volwassen Afrikaanse mannen, lieten een absolute risicoreductie van 1-2 procent zien, hoewel de studies vroegtijdig werden stopgezet en er geen langdurige follow-up van langer dan vierentwintig maanden was (zie ook hier). Sommige critici hebben hun bezorgdheid geuit dat, als circumcisie wordt aanbevolen ter voorkoming van hiv, besneden mannen geen condooms zullen gebruiken, zodat ze zichzelf en hun partners aan grotere risico’s zullen blootstellen (de bewijzen hiervoor zijn vooralsnog niet eenduidig). Aangezien je, ook als je besneden bent, nog steeds veilig moet vrijen om beschermd te zijn tegen hiv, lijkt de operatie geen heel effectieve maatregel, zelfs niet in Afrikaanse context; hiv via heteroseksueel contact is zeer zeldzaam in de VS. Hoe dan ook, deze volwassen seksuele vraagstukken zijn irrelevant voor baby’s.
Peniskanker is een zeldzaam ziektebeeld dat met name bij oudere mannen met een slechte persoonlijke hygiëne voorkomt, zoals bijvoorbeeld daklozen, die geen medische hulp hebben gezocht voor de vroege symptomen. Aangezien hoogstwaarschijnlijk noch peniskanker noch heteroseksuele hiv-besmetting bij kinderen zullen voorkomen, kan iedereen die zich zorgen maakt om deze risico’s zich als meerderjarige laten besnijden.
Het argument dat een intacte penis intrinsiek onhygiënisch is, is een lichtzinnige reden voor chirurgisch ingrijpen. De vrouwelijke genitaliën hebben meer flappen, plooien en vouwen; de vagina produceert natuurlijke secreties, variërend van heldere, gladde vloeistoffen tot dik, kleverig bloed en is zelden geurloos. In het westen wordt niet actief gepropageerd dit ‘probleem’ op te lossen – en dat is maar goed ook. Geslachtsorganen hoeven niet steriel te zijn en om ze niet al te penetrant te laten ruiken hoef je ze slechts te wassen.
Hygiëne wordt vaak genoemd als de reden dat de Israëlieten – een woestijnvolk dat maar over weinig water beschikte – besnijdenis voorstonden, en dat wordt als een goede reden gegeven om hen te imiteren. Maar die motivatie wordt nergens in de Torah of midrasj genoemd. Sterker nog, aangezien de oude joden niets wisten van ziektekiemen en sepsis, was de operatie extreem gevaarlijk, vooral voor pasgeborenen, wiens immuunsysteem nog niet volledig ontwikkeld is. Traditionele praktijken, zoals het scheuren van de voorhuid met een vingernagel, en metzitzah vergrootten het risico. Uit verklaringen van rabbijnen kan worden opgemaakt dat sterfgevallen als gevolg van post-circumcisie-infecties in vroeger tijden vaak voorkwamen. Besnijdenis werd om spirituele redenen uitgevoerd, ondanks de gezondheidsrisico’s, niet om gezondheid te bevorderen.
Tanden vereisen veel uitgebreidere verzorging dan penissen en zijn zeer gevoelig voor bederf, dat ernstige gevolgen kan hebben – cariës kan bijdragen aan hartaandoeningen en periodontitis vormt een risico in zwangerschap – maar de meeste tandartsen zijn zeer terughoudend in het trekken van tanden of kiezen. Jackets, kronen, wortelkanaal- en andere behandelingen worden aangewend om zoveel mogelijk van zieke of zelfs rotte tanden te behouden; oncomfortabele, dure beugels en Invisalign worden gebruikt om esthetisch onaantrekkelijke of obstructieve tanden te herpositioneren. Tanden en kiezen worden normaal gesproken niet profylactisch verwijderd, ondanks de welbekende liefde van onze soort voor zoetigheid en de gevoeligheid voor cariës. Het lijkt daarom vreemd te adviseren om een lichaamsdeel te verwijderen dat in een paar tellen gereinigd kan worden door de huid naar achteren te schuiven en te spoelen met water.
Seksuele sensatie
I’k denk dat het de bedoeling van de rite [de besnijdenis] was om … de kuisheid… van de soort te bevorderen door de gevoeligheid van het orgaan van seksuele lust mechanisch af te stompen.’ – Anonieme brief aan de Lancet, 1874
De voorhuid wordt dikwijls afgedaan als een ‘huidflap’. Maar er bestaat grote variatie in de haptische kwaliteiten van huid. De huid van vingertoppen is veel gevoeliger dan die van de elleboog; de huid van de clitoriscapuchon reageert sterker op aanraking dan die van de hiel. Het beweeglijke huidgedeelte van de voorhuid is rijkelijk voorzien van bloedvaten en zenuwen, inclusief een dicht netwerk van gevoelige tastsensoren. Het kan ook dienen om de huid van de eikel te beschermen tegen verdikking en eeltvorming als gevolg van continue blootstelling aan wrijving.
Ondanks de overvloed aan zenuwcellen in de voorhuid zeggen pro-circumcisie-activisten dikwijls dat de operatie niet leidt tot verlies van erotische sensatie. Natuurlijk zijn erotische gevoelens, net als andere kwalitatieve eigenschappen, moeilijk te kwantificeren en vergelijken. Er zijn echter sterke aanwijzingen dat de gevoeligheid verminderd is bij mannen die besneden zijn.
Ten eerste hebben studies met objectieve methoden om gevoeligheidsdrempels te meten consequent aangetoond dat de voorhuid het deel van de penis is dat het gevoeligst is voor lichte aanraking. Als de voorhuid wordt verwijderd wordt daarmee duidelijk elke sensatie die met dat verwijderde weefsel met zijn specifieke gevoeligheid voor lichte aanraking zou worden ervaren, geëlimineerd.
Bijkomend bewijs voor grotere gevoeligheid bij niet-besneden mannen is gedragsmatig. Dit is anekdotisch bewijs, maar moet toch niet verworpen worden omdat hierin het soort waarneming is vervat die we in andere situaties graag gebruiken om conclusies te trekken. Bijvoorbeeld, als we iemand zachtjes zien krabben concluderen we dat ze een lichte jeuk voelt. Als we haar hard en herhaaldelijk zien krabben met haar nagels stevig in haar vel, nemen we aan dat ze heftige jeuk of irritatie voelt. Als we op dezelfde manier de masturbatietechnieken van besneden versus onbesneden mannen vergelijken (klik hier voor een illustratieve video van laatstgenoemden), zien we dat de eersten over het algemeen de penis steviger vastgrijpen en veel sneller en harder wrijven. Dit maakt sterk de indruk dat er meer kracht nodig is om dezelfde mate van gevoel te bereiken. We zien ook dat niet-besneden mannen meestal de eikel niet rechtstreeks aanraken. In plaats daarvan manipuleren ze de voorhuid zelf waarbij ze die losjes tussen vingers en duim houden en heen en weer bewegen over de eikel. Dat zou een onbegrijpelijke keuze zijn als de voorhuid alleen maar een belemmering was. Dit gedrag impliceert dat het gevoel en/of de beweging van de voorhuid het zintuiglijk genot versterkt.
Het is ook mogelijk een indruk te krijgen van de gevoeligheid van onze seksuele partners aan de hand van hun fysieke en verbale reacties. Hoewel er grote onderlinge verschillen zijn laat de getuigenis van mensen die seks met mannen hebben bepaalde patronen zien. Sommige lichte aanrakingen, die bij niet-besneden mannen verrukte reacties oproepen, worden nauwelijks of helemaal niet gevoeld door mannen die besneden zijn. Meer druk is nodig om genot te veroorzaken: de drempel is hoger. Net als de clitoris kan ook de eikel van onbesneden mannen overgevoelig worden en, net als met de clitoriscapuchon verandert aanraking door de voorhuid heen dat gevoel van ongemak in genot.
Tijdens penetratieve seks kunnen onbesneden mannen vaak ook genieten van zachtere, tragere bewegingen terwijl besneden mannen harder en langer moeten stoten om hun erectie te behouden. Dit kan een nadeel zijn voor vrouwelijke partners omdat veel vrouwen zeggen dat ze het meest genieten van stimulering van de clitoris. Zachtere bewegingen waarbij minnaars tijdens het vrijen hun schaamstreek tegen elkaar kunnen wrijven, kunnen voor beide partijen heel plezierig zijn. Ook houdt niet iedereen van aanhoudende pompende bewegingen en dat kan frustrerend voor de minnaars als de man besneden is en heel stevige bewegingen moet maken om voldoende gestimuleerd te blijven. Ik noem deze details omdat de voorkeur van vrouwen dikwijls wordt genoemd om besnijdenis te rechtvaardigen. Desalniettemin zouden de seksuele ervaring en wensen van de man de primaire overweging moeten vormen – iets waar niemand iets over kan weten als hij een baby is.
Heteroseksuele besneden mannen zeggen dikwijls dat ze niet gevoeliger zouden willen zijn omdat dat tot premature ejaculatie zou leiden, waardoor hun vrouwelijke partners onbevredigd zouden zijn. Dit impliceert dat gevoeligheid een volumeknop is en alleen hoger of lager kan worden gedraaid. Het lijkt echter waarschijnlijk dat verschillende gradaties van krachtig verschillende sensaties kunnen produceren, net zo als kriebelen anders aanvoelt dan een stevige massage. Dr. Ali Amiad Rizvi beschrijft seks zonder voorhuid als ‘luisteren naar een symfonieorkest zonder strijkinstrumenten’: de gevoelige tastsensoren produceren een specifiek timbre van genot. Daarnaast is het wel mogelijk om gevoeligheid te verminderen – door gebruik van condooms of desensibiliserende gels, of door masturbatie voorafgaand aan seks – maar heel moeilijk om die te vergroten. Gevoeligheid varieert sterk van persoon tot persoon en wordt meestal minder met het ouder worden. Voor mannen met een van nature wat minder gevoelige eikel en oudere mannen is het beter om niet besneden te worden.
Besneden mannen verzetten zich vaak tegen het idee dat ze minder gevoelig zijn dan onbesneden mannen. Niemand wil zich seksueel inadequaat voelen en dat zou ook niet terecht zijn. Fantasie, creativiteit, empathie, tederheid – dat alles is van grote invloed op onze beleving van seks. Zelfs bij losse contacten staan we meestal tegenover elkaar als mensen, niet alleen als een verzameling anatomische onderdelen. Vrouwen verschillen in hun seksuele reacties aanzienlijk meer dan mannen: sommigen beleven meerdere orgasmes, anderen hebben moeite een orgasme te krijgen. Maar penissen en vagina’s zitten aan mensen vast. Voor zorgzame mensen is het vinden van manieren om elkaar te plezieren een liefdevol spel. We verkennen de behoeften en voorkeuren van onze partners: we veroordelen ze niet. We moeten altijd werken met wat we hebben en de behoeften en wensen van de ander respecteren. Vergelijkingen maken is met name in seksuele relaties afschuwelijk.
Een veelgehoord argument vóór besneden penissen is dat sommige mensen het mooier vinden. Dit lijkt in tegenspraak met wat je zou verwachten. Het mannelijk geslachtsorgaan dat bij alle primaten uitgerust is met een voorhuid heeft zich in de loop van millennia met zijn vrouwelijk equivalent mee ontwikkeld en zijn uiterlijk kan zelfs deels zijn gevormd door vrouwelijke voorkeur. Een afkeer van de voorhuid kan het gevolg zijn van het feit dat met name Amerikaanse vrouwen niet gewend zijn aan onbesneden penissen en omdat besneden penissen gangbaar zijn in pornografie. Het is makkelijker om te zien wat er gebeurt zonder dat de voorhuid het zicht gedeeltelijk belemmert en in porno zijn visuele overwegingen natuurlijk belangrijker dat het genot van de deelnemers. Dat sommige mensen het natuurlijke uiterlijk van het menselijk lichaam afstotelijk vinden en de voorkeur geven aan chirurgisch veranderde geslachtsdelen boven intact lijkt verontrustend en zou een weerspiegeling kunnen zijn van seksistische of misantropische opvattingen. Maar volwassenen hebben het recht hun seksuele partners te kiezen op basis van hun eigen voorkeurscriteria. Het lijkt echter pervers om cosmetische chirurgie toe te passen bij een baby omwille van de voorkeur van volwassenen.
De rechten van het kind
‘Je kinderen zijn je kinderen niet. Ze zijn de zonen en dochters van ‘s levens hunkering naar zichzelf.’ – Kahlil Gibran, Over kinderen
Ik hoor dikwijls het argument dat je niet kunt zeggen dat een baby lijdt door zijn besnijdenis, omdat hij het zich niet zal herinneren. Dit impliceert dat lijden een volkomen op de toekomst gebaseerd fenomeen is en dat we niet op het moment zelf kunnen lijden. Toch wijzen het luide schreeuwen, het verzet en soms de catatonische stilte er allemaal op dat hij wel degelijk pijn ervaart. Zulke redeneringen gebruiken we niet als excuus om kinderen op andere manieren te kwellen. Bovendien, hoe weten we zeker dat zo’n traumatische ervaring op de lange termijn geen schadelijk effect heeft, ook al wordt het niet bewust herinnerd? Als een van de eerste ervaringen van een pas ter wereld gekomen kind is dat hij werd vastgebonden en aan ondraaglijke pijn onderworpen, weten we dan zeker dat dat geen effect heeft op zijn emotionele en psychologische ontwikkeling? Sommige studies wijzen in de richting van nadelige gevolgen. Het lijkt zowel verstandig als humaan om hier het zekere voor het onzekere te nemen.
Hoe zit het met degenen die het prettig vinden besneden te zijn?
Veel besneden mannen zijn volkomen tevreden met hun penis. Ze hebben geen herinnering aan enig trauma en geen vergelijkingsmateriaal. Ze kunnen niet zeggen hoe ze zich zouden hebben gevoeld als ze niet besneden waren – en ze zijn blij met wat ze nu kunnen voelen. Voor velen van hen is seks een plezierige ervaring. Dat is prachtig. Het probleem wordt gevormd door degenen die níet blij zijn: de mannen die zich bewust zijn van hun verminderde gevoeligheid en seksuele mogelijkheden, die littekens, verklevingen of misvormingen hebben overgehouden aan een slecht uitgevoerde besnijdenis of die wrok voelen over de schending van hun lichamelijke integriteit. Circumcisie is onomkeerbaar. De resterende huid kan soms worden opgerekt om op een voorhuid te lijken maar de zenuwcellen kunnen niet aangroeien. Als je onbesneden bent heb je een keuze. Je kunt als volwassene pijnloos besneden worden, onder verdoving: een veilige ingreep in de westerse wereld. Maar als je besneden bent heb je geen keuze. Je kunt niet worden ont-besneden.
Besnijdenis is op zichzelf geen verminking. Sommige mannen kiezen er op volwassen leeftijd voor – het is echter veelzeggend dat dit een ongebruikelijke keuze is. Sommige als man geboren transvrouwen kiezen er zelfs voor hun hele penis te laten verwijderen tijdens een geslachtsveranderende operatie. Dit zijn valide opties voor goed geïnformeerde volwassenen. Maar niemand zou het recht mogen hebben om gezond genitaal weefsel te verwijderen of iemands geslachtsorgaan tegen zijn wil of zonder zijn toestemming te manipuleren. Onomkeerbare ingrepen zouden bij kinderen alleen moeten worden toegepast als het leven, de gezondheid of de ontwikkeling van het kind in gevaar is. Het lichaam van een kind is niet het eigendom van zijn ouders, om naar eigen wens en inzicht te veranderen. De meeste ouders zijn het daarmee eens, maar velen van hen zijn misleid door de medische wereld of hebben niet goed doordacht hoe gedwongen besnijdenis die principes geweld aandoet.
Dit alles is ook van toepassing op de kinderen van religieuze ouders. Het recht op lichamelijke integriteit is een mensenrecht en behoort, net als alle mensenrechten, toe aan het individu, niet aan de groep. Een joodse of islamitische jongen zou evenveel mensenrechten moeten genieten als elk ander kind. Als volwassene kan hij ervoor kiezen besneden te worden als religieus sacrament. Maar dit moet zijn eigen vrije keuze zijn. Besnijdenis wordt een convenant tussen God en de mens genoemd, ondertekend op het lichaam: hoe kan een overeenkomst geldig zijn als een van de partijen onder dwang stond en niet eens wist wat er gebeurde? Deze genitale verandering is voor veel joodse en islamitische mannen van grote betekenis als een spirituele handeling en een herkenningsteken van identiteit; dit moet ook zo blijven voor diegenen die dat wensen – maar het moet worden uitgesteld tot de persoon in kwestie oud genoeg is om er in alle vrijheid voor te kunnen kiezen.
Besneden vaders willen misschien dat hun zoons er net zo uitzien als zijzelf. De wens dat je kinderen op je lijken is een diepgeworteld en natuurlijk verlangen. Maar voor de meeste ouders is er een nog sterker verlangen, namelijk dat hun kind gelukkig is. Waarom zou je zijn lichaam blijvend veranderen en riskeren dat hij je dat later kwalijk zal nemen waardoor je er spijt van zult krijgen. Hij kan er altijd voor kiezen onder verdoving pijnloos besneden te worden als hij volwassen is. Waarom geef je hem niet de keuzevrijheid die jou ontnomen is?
Dit essay verscheen eerder als A Wrong Against Boys bij Areo. Vertaald door en hier gepubliceerd met toestemming van Iona Italia en Areo.
Vertaling: Jet Zegers
Beeld: Aditya Romansa via Unsplash