Wie door ziekte of een handicap niet of minder kan werken, krijgt te maken met een arbeidsdeskundige. Die beoordeelt in hoeverre het nog mogelijk is om te werken en in hoeverre een (gedeeltelijke) uitkering toegekend kan worden.

Maar onderstaande citaten roepen de vraag op: wie beoordeelt de beoordelaar?

‘De kwaliteit van de arbeidsdeskundige is aanleiding tot zorg. Op een substantieel aantal vakinhoudelijke aspecten worden nog veel te veel fouten gemaakt en omissies geconstateerd.’

‘Arbeidsdeskundigen moeten hun vaardigheden beter op peil houden. Ze moeten in staat zijn om werkplekken te bezoeken. Functies veranderen snel, denk aan de ict. Maar ze moeten ook werken aan hun kennis van de arbeidsmarkt en contacten met werkgevers.’

Deze citaten komen beide uit dagblad Trouw. Het eerste is afkomstig uit een artikel dat gisteren is gepubliceerd. Het tweede uit een artikel dat is gepubliceerd op 22 juni …

2002(!)

Er gaat al lang veel mis onder arbeidsdeskundigen. Zorgelijk, want hun oordelen hebben reële gevolgen voor mensen. Zo betekent de vaststelling dat een jonggehandicapte nog enig arbeidsvermogen heeft, het verschil tussen een Wajong- en een bijstandsuitkering – en daarmee ook het verschil tussen de rechten en plichten die bij de Wajong horen en het veel strengere bijstandsregime, inclusief de eventuele heftige inbreuken op het privéleven die horen bij de jacht op bijstandsfraude.

Je kunt de problemen moeilijk de arbeidsdeskundigen kwalijk nemen. In het Trouw-artikel uit 2002 wordt het al vastgesteld: ‘De werkdruk bij het UWV is hoog’. Voormalig arbeidsdeskundige Darryl Gootjes heeft daar een verklaring voor: ‘Dat komt voornamelijk door de grote hoeveelheid nieuwe regels die de politiek iedere keer afvuurt.’ De op dat moment nog werkzame arbeidsdeskundige Marcel Otten vertelt: ‘De afgelopen vier jaar zijn er zo’n 130 wetswijzigingen doorgevoerd.’

Zeventien jaar later hebben we nog steeds weinig geleerd. Neem alleen al de Wajong-uitkering voor jonggehandicapten: in 2010 is de regeling gewijzigd en in 2015 nogmaals. Hierdoor hebben arbeidsdeskundigen te maken met mensen die vallen onder de Wajong-regeling van voor 2010, de regeling zoals die gold tussen 2010 en 2015 en de regeling zoals die geldt ná 2015.

Uitkeringen zijn een geliefd onderwerp voor politici om daadkrachtig mee over te komen. Want er is natuurlijk niets zo verachtelijk als mensen die wellicht ten onrechte geld ontvangen waar anderen hard voor gewerkt hebben, toch? Dus gooien we de boel nog eens om, zodat we zeker weten dat we mensen zo snel mogelijk weer van de bank af krijgen om aan het werk te gaan. Niet zeuren, gewoon doen.

Maar met al die daadkracht en veranderende regelingen, wordt het tegenovergestelde bereikt. Mensen krijgen niet de hulp die ze nodig hebben om aan het werk te gaan, maar worden een dossier dat door een overwerkte arbeidsdeskundige zo snel mogelijk afgehandeld moet worden. Zoals Otten in 2002 al zegt: ‘Tijd voor gesprekken met werkgever en werknemer is er amper.’

Waar blijft de mens in dit geheel?

Er is iets fundamenteel mis met de wijze waarop we kijken naar mensen die een uitkering nodig hebben. Ja, onze sociale zekerheid wordt misbruikt door kwaadwillenden. En ja, het is van belang dat misbruik tegen te gaan. Maar de meeste mensen hebben zo’n uitkering niet voor hun lol. Die willen iets van hun leven maken. Die voelen hun zelfvertrouwen afnemen als ze niet in staat zijn hun eigen boontjes te doppen. Die weten dat ze zich beter voelen bij een gestructureerd werkritme en het contact met collega’s dat een baan hen biedt.

Maar het signaal dat we hen als samenleving geven, is er een van wantrouwen. We willen vooral druk zetten – want stel je toch voor dat iemand misbruik maakt van onze sociale voorzieningen! Waarmee de mensen die een uitkering werkelijk nodig hebben – door ziekte, een ongeluk, door botte, domme pech – nog veel meer het gevoel krijgen dat ze in onze samenleving buitenspel staan. En de mensen die hen bij moeten staan, de arbeidsdeskundigen, worden daarin gehinderd door de ene na de andere ‘daadkrachtige’ wetswijziging die ze voor hun kiezen krijgen.

Het is tijd dat we daar als samenleving anders mee omgaan. Laten we de mensen die een beroep moeten doen op het UWV weer eens wat vertrouwen gunnen en niet als potentiële fraudeur benaderen. En laten we arbeidsdeskundigen de ruimte geven om hun cliënten als mensen te zien, niet als dossiers die zo snel mogelijk afgehandeld moeten worden.

Wie moeilijk of niet mee kan doen wegens gezondheidsproblemen, zit al in een kwetsbare positie. Een samenleving kan die positie verder verzwakken, of juist solidair zijn en die sterker te maken.

Laten we kiezen voor dat laatste. Dat werkt namelijk veel beter.

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.