Verstandige burgers huiverden toen bekend werd dat Progressief Café in Pakhuis De Zwijger een bijeenkomst organiseerde over klimaatactivistisch geweld. De organisatoren vroegen zich af of vreedzaam klimaatprotest wel genoeg was: moest er geen geweld tegen objecten of personen worden gebruikt om onze planeet te redden?
Het had een ‘moreel’ beraad moeten worden met onder meer een Kamerlid van GroenLinks, een topadvocate, Greenpeace en Extinction Rebellion. Het was dus geen obscure bijeenkomst van onbelangrijke gekkies.
De ophef verspreidde zich snel, behalve bij het politieke establishment in Den Haag dat de boerenfakkels net even belangrijker vond. Toch trokken vrijwel direct enkele deelnemers zich terug en niet lang daarna blies Pakhuis de Zwijger de hele avond maar af. Dit was niet de bedoeling geweest en het ‘dialoogcentrum’ verzekerde de samenleving van haar vreedzame intenties vol dialoog. Tsja.
Laat niemand zich illusies maken over het geweld van linkse klimaatactivisten dat heroverwogen moest worden. Het is geen erwtensoep op een Vermeer smeren of een potje schelden. Wie het over acties heeft waarvoor je ‘drie tot vijftien jaar cel’ kunt krijgen, heeft het over aanslagen op bedrijven, pijpleidingen en installaties, affakkelen van boerderijen en stallen, ddos-aanvallen op bedrijfscomputers, gijzeling van personen en last but not least het om zeep helpen van bestuurders en politici. Heb je daar die gevangenisstraf voor over? Dat was zo’n beetje de morele dimensie van dit beraad. Menigeen zal het wat mager vinden.
Eeuwenlang debat over geweld en moord
Over de kwestie van politiek geweld en de politieke moord is de afgelopen eeuwen in Europa regelmatig diepzinnig gediscussieerd. Zo nieuw is de discussie dus niet. Het debat begon in de twaalfde eeuw toen de geestelijke John of Salisbury, de grootste intellectueel van zijn tijd, met veel mitsen en maren tot een bevestigend antwoord kwam: onder heel specifieke omstandigheden mag je de vorst uit de weg ruimen. Hierop kwam een paar generaties later kritiek van de dominicaan Thomas van Aquino. Die zag er niet veel heil in: het leidde alleen maar tot meer ellende.
Een centrale kwestie was (en is) hoe je politiek geweld en moord moest rechtvaardigen. Het mocht niet op roof, afgunst of willekeur lijken maar moest een ‘ethisch’ karakter hebben. Je hebt dus een goed verhaal nodig. John of Salisbury kwam daarmee op de proppen. Het moet steeds gaan om ultieme slechtheid, leerde hij. Wissewasjes en corrupt geneuzel tellen niet. Geweld komt pas in zicht als je het volk onderdrukt, het in gevaar brengt, uitbuit en gewelddadig bent. Je ontneemt dan het volk de kans om tot God te komen. Dat laatste was zijn diepste reden. Hij bleef natuurlijk wel een christen.
Tot de Franse Revolutie ging het debat over politiek geweld altijd over personen die afgerekend werden op hun eigen daden. Tijdens en na de revolutie veranderde dat discours en gingen de geschriften en polemieken vooral over het ten val brengen van een leidende elite of klasse. Personen werden niet meer als schadelijk aangemerkt vanwege hun eigen daden, maar vanwege hun lidmaatschap van een abjecte groep. Zij werden een representant. Wie hierin iets herkent van het hedendaagse intersectionele denken zit er niet ver naast. Dat is er een nieuwe variant van.
Wat de organisatoren van het morele beraad bedoelden met ‘personen’, of ze opteerden voor de moord op gevaarlijke individuen of op exemplaren van een gevaarlijke klasse, blijft in het midden. De RAF ging voor de kapitalistische exemplaren, Volkert van der Graaf voor het individu. In activistische beraden hebben ze hier nog wel enige conceptuele arbeid te verrichten.
Geweld maakt mensen gedwee, hun harten win je er niet mee
In de verdediging van politiek geweld speelde altijd het argument: ‘Hier sta ik, ik kon niet anders.’ Alles is geprobeerd en niets heeft geholpen. Gewelddadige activisten zullen hiermee hun daden goedpraten en als ze slim zijn voegen ze eraan toe dat ze het betreuren dat het nodig was. De activisten van Progressief Café kenden deze klassieke verdediging. In hun aankondiging kreunden zij dat het leek of alle mogelijkheden van vreedzaam verzet waren uitgeput en dat geweld op objecten en personen dus moest worden heroverwogen.
Maar is het waar? Zijn de politici, de hoge ambtenaren en de captains of industry de representanten van een ultiem slechte elite? Is Nederland totaal verrot en een totalitaire staat vol repressie? Welnee, dit is klinkklare nonsens. Je kunt veel bezwaren hebben tegen het functioneren van onze democratie, de rechtsstaat en het kapitalisme, en met reden, maar we leven niet in een situatie van ‘de laatste mogelijkheid’. En die moeten we ook altijd zien te vermijden.
Daaraan werken: dat is pas linkse, progressieve politiek.
In 2016 deden militairen in Turkije een greep naar de macht die jammerlijk mislukte. Het gedrag van Erdogan daarna liet zien waar Thomas van Aquino ons al zeven eeuwen geleden voor waarschuwde. Als het misgaat kunnen allerlei ongewenste neveneffecten ontstaan die nog erger zijn dan de kwaal. De tiran kan sterker én nog meedogenlozer terugkomen, wat ook gebeurde in Turkije. Voor de klimaatactivisten luidt de cynische les: als je dan toch geweld gebruikt, doe het dan goed.
Er is een ander neveneffect, nog ernstiger, omdat dit meer met de algehele maatschappelijke gesteldheid te maken heeft. Geweld tegen burgers en bestuurders, tegen have en goederen, ja, zelfs de suggestie ervan door met fakkels te zwaaien, leidt wijd verbreid tot veel angst. De veiligheidssamenleving wordt er nog intenser door. Veiligheidsdiensten draaien overuren, bewakingscamera’s worden weer slimmer en lijfwachten rond CEO’s en politici het standaardbeeld: het gekerkerde leven van Geert Wilders als norm. Geweld maakt mensen gedwee, hun harten win je er niet mee.
De klimaatheilstaat
Wanneer klimaatactivisten terroristisch worden, is de kans groot dat de samenleving in groepen uiteen valt met allemaal ‘warlords’ aan het hoofd, die elkaar bevechten. De fakkels van de boeren worden geweren en de kleefpasta van activisten kneedbommen. De natuurstaat van Hobbes, de oorlog van allen tegen allen, is nooit ver. Geweld om de macht te veroveren is maar een begin.
Je zult ook een plan moeten hebben om verder te gaan. Het eventuele plan van moreelberaad-activisten laat zich niet moeilijk uittekenen. Er komen andere klimaatmaatregelen, dat is evident, maar ook nieuwe machtsstructuren. Daar was het geweld op gericht. Onder de oude lukte het immers niet.
Voor democratie zal er weinig ruimte zijn. Klimaatactivisten houden daar nu al niet van en als ze aan de macht zijn al helemaal niet meer. Schijninspraak over de kleur van warmtepompen in door hen opgerichte burgerpanels zal er nog wel zijn, net als een spek-en-bonenparlement. Maar meer ook niet.
Als de kleefpasta van klimaatactivisten kneedbommen worden, is de kans groot dat de samenleving in groepen uiteen valt met allemaal ‘warlords’ aan het hoofd, die elkaar bevechten
Wie stelt de diagnose en neemt het besluit?
Het is gauw gezegd: ‘De samenleving is klote en dat komt door de verdorven elite.’ Maar wie kan en mag die diagnose stellen en verklaren dat de rode lijn is overschreden en geweld geïndiceerd is? Helaas, eenduidige afvinklijstjes zijn er niet, al beweren linkse (of rechtse of religieuze) voorstanders van geweld van wel – en dat moeten ze ook beweren omdat ze anders geen zaak hebben. In de politieke filosofie werd bij zulke waarheidsclaims vraagtekens gezet omdat men altijd beducht was voor subjectieve meningen en onvolledige analyses. En terecht! Niemand heeft het totale zicht, niemand is insider in alles. Het ligt zelfs nog wat ingewikkelder.
Veel maatschappelijke problemen zijn zogenaamde wicked problemen. Dat zijn problemen die niet-eenduidig zijn, waarbij formuleringen ertoe doen, die vaak een normatieve lading hebben en waar belangen aan de orde van de dag zijn. Sinds Nietzsche weten we dat de mens de werkelijkheid alleen maar vanuit verschillende perspectieven kan kennen, dat intellectuele bescheidenheid dus geboden is en meerstemmigheid noodzakelijk.
Klimaatactivisten ontkennen dat wicked karakter door van de klimaatcrisis een eenduidig en urgent probleem te maken met een apocalyptische inkleuring. Als er nu niet wordt ingegrepen is het te laat, zo stellen zij. Wie dit tegenspreekt is klimaatontkenner, deel van het probleem en daarmee extreemrechts. Deze reductionistische duiding voedt hen met brandstof voor activistisch-juridische processen, verstorende acties en straks wellicht voor politiek geweld. Haast is geboden en uitstel wordt niet langer geduld! Urgenda heet niet voor niets Urgenda. Ik vrees dat de boeren, burgers en buitenlui daar wat anders over denken. En dat is hun goed recht.
En in het verlengde van de diagnose doemt alweer de volgende vraag op. Wie mag het finale besluit nemen om vliegtuigen op te blazen en varkenshouders met honkbalknuppels een lesje te leren? Wie neemt die beslissing? Klimaatactivisten en hun NGO’s zullen dat recht claimen. Zij zullen ter verdediging aanvoeren dat zij de spreekbuis van de aarde zijn, van dier en plant, van de hele mensheid nu en straks, dat zij de experts zijn, de enigen die de wijsheid in pacht hebben en het dus voor het zeggen moeten hebben, goedschiks of kwaadschiks.
Het antwoord op die vraag moet eerlijker én bescheidener, groendemocratisch. Alleen wie leiders aanstelt of kiest mag ze ook weer wegsturen of ‘elimineren’. NGO’s, morele beraden en individuen in progressieve cafés missen dat mandaat. Zij vertegenwoordigen niets en niemand. Ook rechters hebben hier niets te zoeken, zij stellen eveneens geen leiders en bestuurders aan. Alleen het parlement, gekozen door alle burgers tezamen, gaat daarover.
Een dystopie die je alleen op Netflix wilt zien
Heeft het morele beraad van eeuwen over politiek geweld nu onwrikbare richtlijnen in graniet gebeiteld? Nee, zeker niet. Steeds deinsden de geleerden terug, zowel om ons geweld te adviseren als om het ons te ontraden. Aan hun aarzeling ligt telkens hetzelfde dilemma ten grondslag: wat is de prijs als we slecht leiderschap laten voortbestaan en wat is de prijs als we het met geweld ten val brengen?
De casus van Progressief Café faalt op alle gronden. Er is geen sprake van verrotte samenleving, onze elite is niet ultiem slecht, de apocalyptische urgentie van de klimaatproblemen is niet de enige interpretatie, de schadelijke neveneffecten van geweld zijn immens en NGO’s en individuele activisten missen elke legitimiteit om met geweld een system change erdoorheen te drukken. De met geweld afgedwongen klimaatheilstaat is een dystopie die je als vrijzinnig linkse alleen op Netflix wil zien, niet daarbuiten.
Het morele beraad van Pakhuis De Zwijger was een theoretische exercitie, aldus haar verdedigers op Twitter, en geen oproep tot geweld. Laat dat vooral zo blijven en laten we ons inspannen er iets moois, iets groens van te maken, geweldloos en democratisch.
Foto: door Ale Mi via Depositphotos