De zomeravond was nog warm toen zich een interessant gesprek ontspon tussen een familielid en een oud-collega met haar man. Ze waren erachter gekomen dat ze van dezelfde linkse partij waren. Zoiets schept een band en al snel ging het over vluchtelingen, over wat ze allemaal niet voor hen deden: mee naar de dokter, helpen solliciteren, instanties aflopen. De een deed nog meer dan de ander. Ik deed er het zwijgen toe. Ik was geen partij en mijn calvinistische inborst verbiedt mij openlijk over goede werken te snoeven.
Deugen was nog nooit zo simpel
Deze gebeurtenis zou niet interessant zijn geweest en ik zou haar allang vergeten zijn als zij niet had gestaan voor een veel groter euvel dat toen ook al speelde: de zelfgenoegzaamheid van links. Tot mijn spijt is die alleen maar groter geworden. Wie een ochtendje de sociale media volgt of onverwachts bij een talkshow terechtkomt kan niet ontsnappen aan de Byzantijnse zelfverheerlijking van links. En die vind je niet alleen bij de PvdA, GroenLinks of D66 maar ook bij NGO’s, wetenschappers, bestuurders, ambtenaren en rechters.
Ik moet toegeven, links heeft de afgelopen decennia een ijzersterke moraal ontwikkeld die een grote aantrekkingskracht heeft voor een bepaald slag mensen, niet vanwege de ethische inzichten die erin verwerkt zijn maar door de boekhoudkundige eenvoud ervan. Deugen was nog nooit zo simpel.
Links vinkvee en progressieve turfsmurfen
Wie kan optellen en aftrekken kan een braaf links mens zijn. Want wat is de hedendaagse linkse moraal anders dan spreadsheetethiek: een sociale rechtvaardigheidsleer voor links vinkvee en progressieve turfsmurfen*? Deel de mensheid in categorieën van onrecht in, turf wie in de meeste hokjes voorkomen, geef hen de grootste voorrang bij de verdeling van schaarse middelen of het nu gaat om huizen, banen of subsidies voor allerlei artistieke projecten. Maak daarnaast lijstjes met verboden en geboden woorden en je weet simpel wie vriend en vijand is.
De linkse moraal als nieuwe religie
We weten dat het christendom niet op het platteland of in de woestijn is ontstaan maar een religie van de stad is. Iets vergelijkbaars is er met de huidige linkse moraal aan de hand. Deze is niet in de fabrieken, mijnen, in de provincie, in Heerlen-Noord ontstaan maar in globale instituties en netwerken. Het is een leer van professionals, niet van gewone mensen maar van beroepsbestuurders, beroepsfunctionarissen en beroepsactivisten met de intersectionele checklist als hun belangrijkste wapen.
Als orthodoxe gelovigen menen zij te weten wat waar is en waarachtig, wat nodig is voor een betere wereld. En dat vertellen zij graag aan elkaar op congressen, in beroepsverenigingen, politieke partijen en op warme zomeravonden in de privékring. Borstklopperij is dan niet ver meer weg. Erasmus had in zijn Lof der zotheid gehakt van ze gemaakt.
De optelsom van privileges en wanhoop is van nul waarde
De Amerikaans-Britse schrijfster Zadie Smith heeft in haar essaybundel Overpeinzingen een behartigenswaardige kanttekening geplaatst bij de intersectionele ethiek, meer dan dat: zij blaast die volledig op. Haar wezenlijke bezwaar richt zich op de onderlinge vergelijkbaarheid van onrecht. Het lijden is voor haar een absolute zaak dat niet te kwantificeren valt en dus onvergelijkbaar is. Zij treedt daarmee in de voetsporen van John Stuart Mill, die in de 19e eeuw iets vergelijkbaars deed voor geluk. Ook dat is absoluut, niet te plussen en te minnen. Het ene geluk is niet het andere.
Zij heeft gelijk. Voor degene die onrecht is aangedaan maakt het niet uit of anderen het nog veel slechter hebben getroffen. Honger blijft honger, uitsluiting blijft uitsluiting, armoede blijft armoede, hoeveel vinkjes van ellende er ook achter je naam staan.
Om het op de spits te drijven: een blanke man met een chronische ziekte die moeilijk aan de bak komt is er niet beter aan toe dan een zwarte moslima die wanhopig naar een baan zoekt maar gediscrimineerd wordt. De optelsom van privileges en wanhoop is van nul en generlei waarde voor het concrete individu.
Hallo links, wij zijn er nog
De morele intuïtie dat lijden een absolute zaak is vind je nog wel in de samenleving terug maar niet bij de linkse boekhouders. Ik hoor het in gescheld, zie het op gele hesjes, vind het in mesthopen, op spandoeken en lees het dagelijks in tweets. De boodschap is telkens dezelfde: hallo links, wij zijn er ook nog. Hoe zit het met ons?
Maar links hoort en ziet niks verstrikt als zij is in haar morele gelijk. Sterker nog, zij vindt het volk maar een hinderlijke onderbreking van haar verheffingswerk. Een leerling van de Duitse filosoof Habermas zou zeggen dat links haar binding met de leefwereld heeft ingeruild voor die met het systeem.
Wie tegenstand biedt kan rekenen op een groot stilzwijgen of wordt uitgescholden. Links heeft daarvoor een heel vocabulaire ontwikkeld: bruinhemd, homofoob, nazi, racist, terf, transfoob, ultrarechts, wit privilege. Daarmee zet ze grote groepen met serieuze problemen buiten de deur en maakt van hen buitenstaanders. Of ze typeert op nuffige wijze tegenspraak als niet ter zake doende stropopperij en serveert de criticus af als een karikaturist van links die aanvalt wat er niet is. Het is me duidelijk, links wenst niet lastig gevallen te worden want links heeft belangrijkere dingen te doen. Haar afweermechanismen zijn pathetisch en pathologisch.
Het is niet dat hedendaags links de mensen haat die haar weerwoord leveren. Dat is een misverstand. De waarheid is gruwelijker: links minacht ze. Wie iemand haat ziet de ander nog als mens, een vreselijk mens weliswaar, maar nog wel als mens. Wie de ander minacht, daarentegen, degradeert de ander tot iets wat minder is dan een mens, een niksigheid dat zijn mond moet houden. Daarom is volgens scherpzinnige denkers minachting erger dan haat. Wat ik eigenlijk bedoel te zeggen is dat niet de gewone mens is afgehaakt, maar dat links dat is.
Wat te doen?
En wat doe je als je niet meer gepruimd wordt? Een enkeling zal nog eens op de deur kloppen en belet vragen. De meesten zullen echter met de voeten stemmen en elders hun heil zoeken. Ze zullen zich verweesd voelen en in de beslotenheid van een zomeravond hun teleurstelling in links uitspreken. Anderen wenden zich tot obscure goeroes en politici die hun gekwetste zielen weten te voeden met complottheorieën en te balsemen met herinneringen aan gouden tijden of het zoete vooruitzicht van een nieuwe lente, een nieuw begin: een nieuwe Renaissance.
Een beperkt aantal zal elkaar vinden om de draad van ontspoord links op te pakken: nieuwe woorden vinden voor sociaal onrecht, andere analyses maken, zelf hun belangen formuleren, de politieke arena betreden en de linkse spreadsheetkoppen een schop onder hun hol geven. Oude vormen en gedachten zullen sterven, nieuwe ontstaan.
De gevestigden en de buitenstaanders
De socioloog Norbert Elias onderzocht met een collega ruim een halve eeuw geleden in Engeland een conflict tussen twee wijken. Ze kwamen erachter dat die twee wijken in alles op elkaar leken op één punt na. In de ene wijk woonden de oudgedienden, in de andere de nieuwkomers in nieuwbouwhuizen. En wat was dat punt? De oudgedienden hadden hele netwerken opgebouwd waarmee ze iedereen konden in- en uitsluiten. Zij stonden aan de goede kant van de moraal. De nieuwelingen hadden die netwerken niet en daarom trokken ze steeds aan het kortste einde. Zij werden niet gehoord en niet serieus genomen.
De studie kreeg de veelzeggende titel: de gevestigden en de buitenstaanders. Een titel die nog steeds aan actualiteitswaarde niets heeft ingeboet en die zo gebruikt kan worden voor een rapport over hoe links de gewone mensen in de steek heeft gelaten.
* Met dank aan Mathieu Weggeman voor de termen ‘vinkvee’ en ’turfsmurfen’.
Vrij Links e-salon ‘Buitenstaander en afgehaakt’
Dinsdagavond 13 september praten we tijdens onze vierde e-salon verder over dit onderwerp. Wie zijn de buitenstaanders waar Joep Schrijvers het over heeft en wat bindt hen? Waar zijn de spreekbuizen voor deze groep gebleven? En wat is de opdracht voor links? Onder de bezielende leiding van Bahram Sadeghi gaan we hierover in gesprek met Josse de Voogd (auteur van Atlas van Afgehaakt Nederland) en Ron Meyer (auteur van De onmisbaren). Discussieer jij graag mee? Dat kan! Schrijf je nu gratis in.