Na de moord op Theo van Gogh zestien jaar geleden stond het land op z’n kop. Wat te doen met deze nieuwe jihadistische dreiging in het nuchtere Nederland? Hoe gaan we om met het feit dat godslastering sinds de jaren 60 weer op de nationale agenda staat?

Eén Orwelliaans antwoord daarop kwam van de toenmalige minister van Justitie, Piet Hein Donner. Samen met de minister van Buitenlandse Zaken stuurde de CDA-politicus een brief waarin de Tweede Kamer werd geïnformeerd over een lopend onderzoek naar ‘de mogelijkheden voor verruiming van de strafbaarstelling voor belediging en godslastering’. De terroristische moord op ‘godslasteraar’ Van Gogh was voor minister Donner een aanleiding om de slapende wet op smalende godslastering, een wet die nota bene door zijn eigen grootvader was geïntroduceerd in 1932, af te stoffen. In plaats van solidair te zijn met andere ‘godslasteraars’ die wereldwijd worden onderdrukt, vervolgd en vermoord koos minister Donner de kant van de theocraten.

Na de moord op Samuel Paty door een 18-jarige jihadist en de aanslagen in Wenen en Nice, moeten er nu ook in Nederland leraren onderduiken na bedreigingen wegens het tonen van een sportprent van cartoonist Joep Bertrams. Net als bij Paty werden er op social media berichten geplaatst en gedeeld die opriepen tot geweld tegen de vermeend godslasterende docenten. En wat is de reactie van religieuze leiders in Nederland? Precies dezelfde als die van minister Donner zestien jaar eerder.

Imam Azzedin Karrat noemt het bij Op1 “onethisch en pedagogisch niet verantwoord om [de sportprenten-controverse] op die manier met leerlingen te bespreken”. Met ‘die manier’ doelde hij op de mogelijkheid voor docenten om de cartoons in kwestie in de les te laten zien. Yassin Elforkani, hoofdimam van de Blauwe Moskee in Amsterdam, riep zelfs op tot een verbod op het beledigen van Mohammed. Hierop volgde een petitie van imam Ismail Abou Soumayyah die in een paar dagen al meer dan 100.000 keer zou zijn ondertekend. Ook deze petitie riep op tot een verbod op het beledigen van Mohammed. Imam Karrat noemde deze petitie een ‘heel mooi initiatief’ en ondertekende hem uiteraard ook. Artikel 147 van het Wetboek van Strafrecht, het verbod op smalende godslastering, waar we in Nederland sinds 2014 van zijn verlost, wint via islamitische leiders in Nederland weer aan kracht.

De populariteit van de petitie is verontrustend, maar geen donderslag bij heldere hemel. Een aantal jaar geleden onderzocht Channel 4 de houding onder Britse moslims rond verschillende hete hangijzers, onder andere de vrijheid van meningsuiting en godslastering. Uit de peiling bleek dat 18 procent van de ondervraagde moslims sympathiek stond jegens hen die geweld gebruiken tegen godslasteraars. 78 procent zei dat media geen recht zouden mogen hebben om afbeeldingen van Mohammed te tonen en 87 procent was van mening dat het ridiculiseren van Mohammed verboden zou moeten zijn. Uit een peiling van dagblad Le Point van deze week bleek dat 57 procent van Franse moslimjongeren sharia belangrijker vindt dan de Franse wet. Vergelijkbare cijfers zijn te vinden in Nederland, Zweden, Oostenrijk en België, blijkt uit onderzoek van socioloog Ruud Koopmans.

Ik ga er nadrukkelijk niet vanuit dat één-vijfde van de Nederlandse moslims geweld tegen godslasterende docenten goedkeurt of hier sympathiek tegenover staat. Het goedkeuren van geweld en bedreigingen gaat maar om een klein percentage, dit maken de verschillende islamitische leiders telkens duidelijk wanneer ze op tv verschijnen. “… Elforkani heeft zich altijd uitgesproken tegen extremistisch geweld en in die zin zie ik het idee ook juist als kritiek op de aanslagplegers. Hij kiest voor het debat en wetgeving en zegt daarmee: zoiets los je niet op met geweld,” zegt cultureel antropoloog Martijn de Koning in het Parool.

Ik verwacht ook niets anders dan dat het geweld wordt afgekeurd door moslims en niet-moslims, maar dat is wel een erg lage lat. Dat mensen in Nederland anno 2020 van mening zijn dat politiek of religieus geweld absoluut ontoelaatbaar is vind ik niet bijzonder indrukwekkend, om eerlijk te zijn.

Andere middelen, zelfde ambitie

Wat mij stoort is dat figuren als Elforkani, Karrat en Soumayyah dezelfde ambities hebben als de jihadisten en islamisten, slechts de aanpak verschilt. Ze delen niet de middelen, wel de doelen. Waar de aanslagplegers kiezen voor geweld en terrorisme, kiezen Nederlandse islamitische leiders voor wetgeving, maar de doelstelling blijft hetzelfde: een verbod op het bekritiseren, ridiculiseren en beledigen van Mohammed, Allah en de islam. Dit, in mijn ogen, is het falen van de Nederlandse religieuze leiders.

Ook via overheidswege is een verbod op godslastering op zijn minst onwenselijk en ik ga er vanuit dat ik niet hoef uit te leggen waarom. We zijn goddomme pas net van dat gedateerde wetsartikel af. Welke islamitische leiders zijn opgekomen voor het recht van een cartoonist om een ‘beledigende’ cartoon te publiceren? Of om godslasterende uitspraken te doen? Waarom kiezen de zelfbenoemde ‘bruggenbouwers’ telkens de kant van de islamisten?

Aanslagen zoals we die in Frankrijk zien en de bedreigingen op Nederlandse scholen zijn een product van een discours dat breed wordt gedragen in de islamitische gemeenschap. Dit betekent, nogmaals. natuurlijk niet dat elke moslim zulk geweld goedkeurt of zelf tot dit geweld aanzet. Wat het wel betekent is dat de islamitische gemeenschap in Europa te maken heeft met een systematisch probleem.

Het gaat niet slechts om een enkeling die in z’n eentje besluit een aanslag te plegen. Het geweld is ondertussen niet meer ‘incidenteel’ te noemen. Ik vergelijk het zelf wel eens met het overmatig politiegeweld jegens zwarte Amerikanen. In 2019 schoot de politie 235 zwarte mannen dood. Acht hiervan waren niet gewapend. Black Lives Matter protesteert natuurlijk niet alleen tegen de individuele agenten die verantwoordelijk zijn voor het doden van zwarte Amerikanen. Wat ze werkelijk aankaarten is een cultuur of structuur binnen het korps en de rechtspraak die impliciet dan wel expliciet het doden van zwarte Amerikanen als acceptabel of minder erg acht. BLM begon in 2013 nadat George Zimmerman werd vrijgesproken voor het doden van de 17-jarige Trayvon Martin. De term die hiervoor wordt gebruikt is systematisch of structureel racisme. Een definitie hiervan is ‘de systematische uitsluiting en/of discriminatie van groepen op basis van geschreven maar vooral ook ongeschreven regels, tradities, gedrag en omgangsvormen’.

De islamitische gemeenschap heeft ook een structureel probleem. Niet met racisme, maar met het systematisch veroordelen, vervloeken en demoniseren van godslasteraars op basis van breed gedragen geschreven en ongeschreven regels, tradities, gedrag en omgangsvormen. Het wordt tijd dat mensen als Karrat en Elforkani dit publiekelijk erkennen.

Kwetsend, krenkend en beledigend

In 2014 tweette Maajid Nawaz een cartoon met de titel ‘Jesus and Mo’. Op de afbeelding zie je Jezus die ‘Hey’ zegt tegen ‘Mo’. Mo antwoord met ‘How ya doin’? Lekker onschuldig. Mohammed werd niet afgebeeld als terrorist of als bloeddorstige ‘ander’. Gewoon zij-aan-zij met z’n collega-profeet. Wie kan hier nou aanstoot aan nemen? Toch werd de cartoon als beledigend ervaren. Een groep boze moslims eiste zijn ontslag als lid van de Liberal Democrats. In een verslag van Channel 4 over de controverse liet men een gecensureerde versie van de cartoon zien waarop ‘Mo’ niet zichtbaar was.

Nawaz, zelf moslim, concludeerde uit de reactie dat het niet zozeer gaat om de inhoud van de cartoon, maar om de cartoon an sich. Het maakt niet uit wat de boodschap van de cartoon is, hij wordt per definitie als aanstootgevend ervaren. Er wordt aanstoot genomen waar er geen geboden is. Zo ook op het Rotterdamse Emmauscollege, waar een docent een spotprent van Joep Bertrams liet zien.

“Is dit de samenleving die we met elkaar willen realiseren,” vroeg imam Karrat in Op1. “Een samenleving waarin het normaal is om elkaar te kwetsen en te beledigen?” Maar dit is nou net het punt, want de prent in kwestie was helemaal niet kwetsend of beledigend. Niet jegens Mohammed of de islam of moslims in ieder geval.

De cartoon bespot jihadisten en dit maakt de bedreigingen nog schrijnender. Mogen we nu zelfs jihadisten niet meer op de hak nemen? Is religiekritiek nog acceptabel? Of alleen als je er niemand mee ‘beledigt’? Wat kan beginnen met een verzoek om geen beledigende teksten of tekeningen meer te tonen of publiceren kan uiteindelijk een eis worden dat er überhaupt geen afbeeldingen van Mohammed meer worden gemaakt en dat kritiek op de islam niet meer wordt getolereerd. Want wat is precies het verschil tussen kritiek en belediging?

Er wordt vaak opgeroepen tot dialoog. De verschillen zouden overbrugd moeten worden. Maar hoe kun je een dialoog aangaan als de andere kant van die dialoog vindt dat kritiek en belediging verboden moeten worden? Of wanneer kritiek beantwoord wordt met bedreigingen en geweld? Wat ons wordt aangeboden is geen dialoog, maar een onverholen en schaamteloze poging om islamitische godslasteringswetten op te leggen aan een seculiere samenleving. Is dit de samenleving die we met elkaar willen realiseren?

Ik sluit af met een citaat van Douglas Murray, want het is actueler dan ooit:

“Everyone agrees that we need dialogue, but where does it start? Would it start, for instance, with an article? Would it start perhaps with a film? It did, a few years ago with submission and Theo van Gogh was killed. Could it start with a joke perhaps? A joke in a cartoon? Well, apparently not, because there were burnings, killings, lootings and riots across the globe in reaction to those cartoons. If you’re going to start a dialogue, what could you do that could be smaller than drawing a cartoon? This dialogue, which we keep on being offered is not reciprocated…”

Foto: De Schreeuw, momument voor Theo van Gogh en de vrijheid van meningsuiting; door Jeroen Henneman
Fotograaf: Pieter Hoekstra 

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.