Wat is er belangrijk in het leven?  Ik denk dat de vrijheid om te denken en zeggen wat je wilt bij iedereen heel erg hoog staat. Ik wil graag met jullie delen hoe twee dingen hebben bijgedragen aan het vormen van deze mening: mijn achtergrond als psycholoog en mijn gemengde culturele en etnische achtergrond.

Ik wil jullie ten eerste vragen de gedachte in je achterhoofd te houden dat er geen individu of groep van mensen is die dé waarheid in pacht heeft.

Hoe bedenk je, met deze gedachte in je achterhoofd, welk perspectief het juiste is wanneer je er verschillende hoort over een bepaald onderwerp? Het beperken of niet toelaten van bepaalde meningen zal niet helpen. De enige manier om een redelijke kans te hebben om de waarheid te onderscheiden tussen verschillende alternatieven is dat die het onderling moeten uitvechten en dat je ze allemaal moet bekijken. Onze taak wordt moeilijker en soms onmogelijk als we sommige inzichten afwijzen of juist al bij voorbaat boven anderen plaatsen.

Ten tweede hebben wij allemaal onze ‘cognitive ‘biases’, onze cognitieve vooroordelen. Vooral confirmation bias – de bevestiging van je eigen denkwijze – is alomtegenwoordig. Je hoort vooral de informatie die jouw standpunt bevestigt en deze onthoud je ook het beste. Wanneer je tegenstrijdige informatie tegenkomt, interpreteer je die zodanig dat het in overeenstemming met jouw mening is. Dit is de norm voor ons mensen, niet de uitzondering. Zo werkt ons brein nu eenmaal. (Er zijn trouwens interessante sociale redenen waarom ons brein zo geëvolueerd is.)

Onze vooringenomenheid is eigenlijk nog erger. We hebben namelijk nog een bias die we ‘de blinde vlek’ noemen: de neiging om te denken dat wij minder vooringenomen zijn in vergelijking met de ander. Jij bent irrationeel en vooringenomen, ik ben objectief en onpartijdig.

Daarnaast hebben we allemaal sterke groeps- en xenofobische vooroordelen. We vinden altijd van ‘onze’ groep (etniciteit, stam, politieke partij, land) dat die moreel verheven is en betere ideeën heeft dan de anderen.

In een samenleving als deze – bevolkt door goed bedoelende maar cognitief beperkte mensen die alles bekijken door hun eigen roze bril – is het waardevol om verschillende en afwijkende standpunten te horen. Zonder een debat met verschillende meningen word je mentaal aan de ketting gelegd.

Er is een mooi citaat van Thomas Paine dat hier goed van toepassing is:

“Ik heb altijd iedereen ondersteund in het recht op het hebben van een eigen mening, hoe afwijkend deze ook is van de mijne. Het ontkennen van dit recht aan anderen, maakt je tot slaaf van je huidige mening, omdat je jezelf hierdoor het recht om van mening te veranderen ontzegt.”

Ten derde: stel je voor dat we Scheidsrechters van Vrije Meningsuiting aanstellen die beslissen over wat we wel en niet mogen zeggen. Wie zouden dat dan moeten zijn? Wie zouden die beslissing moeten nemen? Degene die het wordt zal hoe dan ook net zulke vooroordelen en zwaktes hebben als ieder ander. Met Hutu’s aan de macht zal pro-Tutsi- of anti-Hutu-taal onderdrukt worden en met Tutsi’s aan de macht gebeurt het omgekeerde.

In zo’n systeem hangt het van de grillen van de toevallige machthebber af welke ideeën je mag hebben, laat staan uitspreken. Het is een irrationele en minderwaardige manier van leven en geeft te veel macht aan degene die het op dat moment door de grillen van de geschiedenis toevallig voor het zeggen heeft. Het getuigt van een willekeur die geen enkele vrijdenker kan accepteren.

De oplossing? Niemand krijgt beslissingsrecht over wat wel en niet gezegd kan worden. Omdat cognitieve vooroordelen niemand vreemd zijn, is het het beste om niemand zo’n recht te geven – het individu of de groep zal het gebruiken en misbruiken ten gunste van de eigen ideeën. Er zijn al belangrijke wettelijke beperkingen op vrijheid van meningsuiting zoals het niet uit mogen lokken van geweld. Deze wetten moeten natuurlijk nageleefd worden.

Maar behalve deze nuttige, minimale beperkingen zouden we geen verdere aantasting van de vrijheid van meningsuiting moeten accepteren, zeker niet wanneer het gaat om politiek, filosofie of de ‘cultuuroorlog’. Omdat elke keer wanneer we anderen proberen te beperken in wat ze kunnen of mogen zeggen, we ons vermogen tot kennisvergaring beperken. De kans op het maken van fouten neemt dan flink toe. Het is tragisch en irrationeel dat we dan een systeem internaliseren waarin we dan onze eigen gemankeerde gedachten op een voetstuk zetten, terwijl we anderen het zwijgen opleggen – de aanloop voor een dystopische ironie.

We kunnen nog wat leren van ons darmmicrobioom. Wanneer een soort bacterie hier de overhand neemt, lijdt onze gezondheid hieronder. Wanneer er een heleboel bacteriën vechten om de macht, houden ze elkaar in balans en zijn we veel gezonder. Kijk, eigenlijk zitten we er allemaal vaak naast en weten we nauwelijks waar we mee bezig zijn. Stap een om dit te verbeteren is al onze vooringenomen ideeën te delen met elkaar. Het beste idee zal niet altijd winnen op de marktplaats voor ideeën, maar als er een ideeëndictatuur is zal dat zelden of nooit winnen.

Mijn vierde en laatste punt is dat verschillende maatschappijen verschillende Overton-vensters hebben – verschillende bandbreedtes van wat er in politiek beleid of het publieke debat nog wel of niet acceptabel wordt gevonden. Dit wordt duidelijk als je in verschillende landen hebt gewoond of wanneer je zoals ik opgroeit met een verscheidenheid aan culturele invloeden.

Mijn moeder is voornamelijk Libanees, mijn vader is half Duits en half Irakees en het grootste deel van mijn leven heb ik in Libanon gewoond. Door mijn ouders kreeg ik veel mee van de Europese en Arabische cultuur. Vanuit mijn directe omgeving kreeg ik Libanese invloeden en door mijn studie, de boeken die ik las en films die ik keek, kreeg ik veel Anglo-Amerikaanse invloeden mee. Al die verschillende invloeden geven je het perspectief van een buitenstaander en maken het wat makkelijker om de eigenaardigheden in een cultureel discours waar te nemen, vooral wanneer het gaat om de heilige huisjes die van cultuur tot cultuur verschillen.

Door mijn achtergrond voel ik me bijzonder toegewijd aan de vrijheid van denken en van meningsuiting, ongetwijfeld net als de meeste kinderen met een multiculturele achtergrond. Hier heb ik twee redenen voor. Ten eerste heb ik veel irrationele en immorele afwijzingen gezien van gewone standpunten, zoals pro-LHBTI-standpunten of kritiek op corrupte en despotische regimes. Als je mensen gestraft hebt zien worden voor volkomen redelijke meningen, heb je de vrijheid van meningsuiting voor altijd lief.

Ten tweede, het opgroeien met verschillende culturele invloeden belicht de verschillen tussen al die Overton-vensters binnen die culturen. Wanneer je deze verschillen bestudeert en in ogenschouw neemt dat ze gedeeltelijk door historische toevalligheden ontstaan zijn, merk je dat die algemeen geaccepteerde overtuigingen een bepaalde willekeur hebben (binnen de grenzen die onze gedeelde menselijke natuur ons geeft) . Het lijkt erop dat er geen specifiek verband is tussen de algemeen geaccepteerde overtuigingen van een cultuur en dé waarheid. De algemeen geaccepteerde overtuigingen verschuiven van tijd tot tijd en plaats tot plaats, een verschuiving die soms plaatsvindt door irrationele grillen en trends.

Juist hierom moeten deze Overton-vensters niet als heilige huisjes worden behandeld. Je zou ze moeten zien als een werkbaar kader, bedacht door mensen met cognitieve vooroordelen, die handelen uit eigen belang en reageren op praktische eisen uit hun omgeving. Bínnen een specifieke cultuur kunnen de overtuigingen goed werken om jezelf staande te houden, maar ze bieden niet per se een uitverkoren weg naar de waarheid en ze moeten niet als heilig worden beschouwd. En het zijn zeker geen redenen om anderen te beperken in hun fundamentele vrijheden.

Het recht om te denken en zeggen wat je wilt is een fundamenteel recht voor ieder individu. Op groepsniveau is het de levensader van een gezond functionerende maatschappij. Deze kostbare vrijheden zijn extreem zwaarbevochten en bestonden het grootste deel van onze geschiedenis niet.

In grote delen van de wereld bestaat dit mensenrecht nog steeds niet, zoals de mensen die in onderdrukkende regimes geleefd hebben ons kunnen vertellen. We zouden de vrijheid van denken en meningsuiting krachtig moeten verdedigen en harder moeten werken om ze te verspreiden over de delen van de wereld waar ze stelselmatig worden vernietigd. Deze vrijheden behoren tot de belangrijkste verlangens in het leven. Dat is in ieder geval een van de belangrijkste lessen die ik geleerd heb tijdens mijn ervaringen als multicultureel psycholoog.

Als je het niet met me eens bent, wees dan blij dat je de vrijheid hebt om dit te vinden en te zeggen.

Dit artikel verscheen eerder bij Areo Magazine en is, met dank aan uitgever en auteur, vertaald door Carla Langerak voor Vrij Links

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.

Vorig artikelOok in Oost-Europa willen meeste mensen democratie
Volgend artikel“Mijn ouders spreek ik niet meer, omdat zij in Poetins propaganda trappen”
Dr. Laith Al-Shawaf is onderzoeker en universitair hoofddocent psychologie aan de universiteit van Colorado en was gastdocent bij het Institute For Advanced Study in Berlijn. Ook is hij academisch adviseur bij Ideas Beyond Borders. Zijn onderzoek verscheen in The Washington Post, The Atlantic, Psychology Today, Slate, World Economic Forum, op de BBC en in Time.