Wanneer heeft u voor het laatst ergens geen ‘actieve herinnering’ aan gehad? Ik vergis me wel eens en ja soms vergeet ik ook wel eens wat. Vergeten is menselijk, maar zeggen ergens geen actieve herinnering aan te hebben is politiek.
Iedereen snapt dat er bij ingewikkelde politieke kwesties wat jargon komt kijken. Elk vakgebied en elke situatie heeft zo zijn eigen taaltje. Voor de ingewijden is meteen duidelijk wat er gezegd wordt. Maar inmiddels is er een hele politieke taal opgetuigd die vooral draait om wat er niét gezegd wordt.
Wanneer Mark Rutte zegt ergens geen actieve herinnering aan te hebben betekent dat niet zozeer dat hij zich iets niet herinnert. Hij claimt vooral plausible deniability voor als later blijkt dat hij het wél wist.
Het grensoverschrijdende gedrag bij jonge jongens van Sydney Smeets was volgens hem binnen de grenzen van de wet. Daarmee geeft hij haast al aan dat hij donders goed wist moreel wél fout te zitten.
‘Functie elders’ betekent vooral niet hier, oftewel: uit de weg. Dat stel je voor als het Wopke Hoekstra blijkbaar niet lukt iemand te ‘sensibiliseren’. Dat betekent zoveel als tot rede brengen. En dat impliceert dat een Tweede Kamerlid dat uitmuntend zijn werk deed blijkbaar onredelijk was. Dat past netjes in de lijn die de afgelopen maanden door sommigen is uitgezet dat Pieter Omtzigt ‘labiel’ zou zijn.
Het is ironisch dat deze taalspelletjes inmiddels zó doorzichtig zijn dat ze nog nauwelijks iets verhullen. De zorgvuldig gekozen strategische taal van onze politieke kopstukken schiet daarmee zijn doel voorbij. Niemand weet wat ‘actieve herinnering’, ‘sensibiliseren’ en het merendeel van wat Sigrid Kaag zegt precies betekent. Maar iedereen heeft inmiddels door wat er bedoeld wordt.