Is het altijd nastrevenswaardig om respect op te brengen voor andersdenkenden? Martin Harlaar vindt van niet: ‘De ideeën van andersdenkenden kunnen héél verwerpelijk zijn’, schrijft hij.

In het artikel Vrij Linkse vrijdag: Lessen leren las ik: ‘De school (zou) een plek moeten zijn waar jongeren kunnen oefenen in het omgaan met conflicten, het voeren van een dialoog, afwijkende meningen en gedragingen tolereren, respect opbrengen voor andersdenkenden en tot consensus komen.’ Het is afkomstig uit de vijfjaarlijkse ‘Stand van educatief Nederland’ van de Onderwijsraad.

Er moet mij iets van het hart: hoezo respect voor andersdenkenden?! Moeten wij respect hebben voor ideeën?! Moeten wij respect hebben voor de mensen die ze uitdragen?! Waarom?!

Zoals u wel eens gehoord of gelezen zult hebben, zijn sommige ideeën rechtstreeks afkomstig van God of van Allah of, om het neutraal te houden en Christopher Hitchens maar weer eens even in herinnering te roepen, van ‘a celestial dictator’. Wijze, gelovige mannen die ervoor hebben doorgeleerd, kunnen de gewone gelovigen vertellen wat die ideeën van boven in de praktijk van alledag betekenen. Maar ik zeg u: u hoeft geen respect te hebben voor die wijze mannen! En u hoeft geen respect te hebben voor de ideeën van boven! En u hoeft geen respect te hebben voor de gelovigen die de ideeën van boven in de praktijk brengen!

Laat ik het wat concreter maken. Voor de sjiitische moslims bestaat er een boek met islamitische geboden, de Risala. Het is gelukkig vertaald in het Nederlands, dus u kunt het bij de bibliotheek lenen en op uw gemak een keer doorlezen. Het totale leven van de sjiitische moslim wordt erin behandeld. Het boek telt zo’n drieduizend ‘vraagstukken’. U en ik komen er ook in voor, zoals in vraagstuk 83. Ik citeer: ‘Elf objecten zijn onrein: 1. Urine; 2. Ontlasting; 3. Sperma; 4. Kadaver; 5. Bloed; 6. Hond; 7. Varken; 8. Heiden; 9. Wijn; 10. Bier; 11. Zweet van een kameel die onreinheden eet.’ In vraagstuk 107 lezen we: ‘Het hele lichaam van een heiden, evenals haren, nagels en vocht, zijn onrein’ en in vraagstuk 108: ‘Indien de vader, de moeder, de grootvaders en grootmoeders van een onvolwassen kind heiden zijn, is dat kind ook onrein. Indien één van hen moslim is, is dat kind rein.’ Voor de goede orde, een heiden is volgens vraagstuk 106 ‘iemand die God ontkent ofwel iemand die niet in God gelooft.’

U kunt nog steeds respect opbrengen voor deze andersdenkenden en hun ideeën? Dat komt waarschijnlijk, omdat u deze ideeën als ongelovige niet echt serieus neemt.

Islamitische geboden (Risala), Drachten 2006

Ik zie mij genoodzaakt nog een laatste poging te wagen om het idee bij u de kop in te drukken dat het goed is om respect op te brengen voor gelovigen en hun ideeën, voor andersdenkenden. We gaan daarvoor naar vraagstuk 2410. Het is goed te bedenken dat dit vraagstuk teruggaat op het leven van Mohammed die, toen hij ongeveer tweeënvijftig was, trouwde met Aisha; als ze nu in Nederland had geleefd, had ze waarschijnlijk in groep vier van de basisschool gezeten. Een jaar of drie later werd het huwelijk geconsumeerd. Vraagstuk 2410 luidt: ‘Indien men een onvolwassen meisje huwt en voordat dit meisje de leeftijd van negen jaar bereikt, met haar gemeenschap heeft en ook penetreert, moet hij nooit meer met haar gemeenschap hebben als door zijn handeling de urinebuis en de maandbloedingsbuis of de maandbloedingsbuis en de endeldarm van dit meisje één zijn geworden.’

Een morele sjiiet laat het dus bij één keer als zijn bruid jonger is dan negen jaar en uitscheurt.

Mijn goddeloze moraal als onreine heiden: blijf van kleine meisjes af.

O ja, de overgrote meerderheid van de moslims in Nederland is soennitisch en niet sjiitisch, maar dat is dus niet mijn punt. En dat de sjiieten in Nederland er niet om bekend staan dat ze het met kleine meisjes doen, dat weet ik ook wel. Het gaat mij erom dat het opbrengen van respect niet per definitie iets nastrevenswaardigs is. De ideeën van andersdenkenden kunnen héél verwerpelijk zijn, ook als ze door ‘boven’ geïnspireerd zijn. U kunt die andersdenkenden natuurlijk wel fatsoenlijk behandelen, maar dat is iets anders dan respectvol – zoals een rechter een verdachte fatsoenlijk kan behandelen en een eerlijk proces kan bieden, zonder respect te hoeven hebben voor de daden of ideeën van die persoon.

Consensus is niet altijd wenselijk.

Martin Harlaar (1956) is historicus en werkt momenteel aan een boek over moraal met als titel ‘De getemde mens’. Contact: martinharlaar@gmail.com

Afbeelding: fancycrave1, Pixabay

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.

Vorig artikelRegenboogtraditie
Volgend artikel‘Democratie als waardenstrijd’
Martin Harlaar (1956) is historicus en werkt momenteel aan een boek over moraal met als titel De getemde mens. Hij zou graag in contact komen met (aankomende) leerkrachten om hun ervaringen te horen over wrijvingen en botsingen in het klaslokaal als het om morele zaken gaat en vooral hoe zij hier mee omgaan. Contact: martinharlaar@gmail.com