De wereld is gek geworden. Films en televisieseries waar we mee opgegroeid zijn – don’t mention it – worden offline gehaald en standbeelden wordt zinloos geweld aangedaan. En wat velen al hadden verwacht, is inmiddels ook in Rotterdam gebeurd: vannacht zijn meerdere kunstwerken beklad door activisten. Het Witte de With Center for Contemporary Art werd besmeurd, en ook het standbeeld van Piet Hein in het Rotterdamse Delfshaven.

De ‘actie’ is opgeëist door de nieuwe activistengroep Helden van Nooit. Zij vinden dit ’dubieuze gedenktekens’. De 17e-eeuwse zeevaarder en kapitein Piet Hein wordt door deze malloten ’tot dezelfde categorie gerekend als de gebroeders Coen, Pim Fortuyn of de Belgische koning Leopold II.’ Wat heeft Pim Fortuyn in Darwins naam te maken met Piet Hein? En zouden ze niet weten dat Piet Hein al jaren dood was voordat Nederland begon met de slavernij? Nederland heeft vele klootzakken gekend, maar laat Piet Hein nou net iemand zijn die dat niet was.

Een paar jaar geleden gebeurde dit ook in het historische Delfshaven, vanwaar ooit de Pilgrim Fathers het zeil hesen en het ruime sop kozen richting de Nieuwe Wereld. In het pittoreske Delfshaven organiseren wij al jaren het historische foodfestival Ketels aan de Kade. Een evenement waar bezoekers, midden in een historisch decor, het Rotterdamse verleden letterlijk proeven. De festivalgangers leren dan het stadsverleden kennen langs de vele marktkramen of kunnen aanschuiven in de open lucht herberg en genieten van eeuwenoude ambachten, kookdemonstraties, straattheater en troubadours. Het festival richt zich op het historisch eetverleden zoals dit in de periode tussen 1400-1940 voorkwam in Rotterdam. Middels dit eetverleden vertellen we de vooroorlogse geschiedenis van de stad. 

In de nacht voorafgaand aan een van de edities van het festival besloot een groep vandalen die zich De Grauwe Eeuw noemden, lekker tekeer te gaan in en rondom het festivalterrein. Overal werden door hen terrasstoeltjes en ramen van huizen beplakt, rode verf gegooid over de spullen van het festival en teksten op de kademuren gekalkt die naar het slavernijverleden verwezen. Ook het monument van de Pilgrim Fathers moest eraan geloven omdat ze dachten dat zij met Piet Hein te maken hadden.1

In plaats van die ochtend het festivalterrein op te bouwen, moesten we eerst alles verwijderen en schoonmaken. De politie ‘kon niets doen’, al wist men wie de daders waren volgens ooggetuigen. Het was om te huilen. Het festival is een braaf evenement, waar mensen uit het hele land op af komen, wit, zwart, oud en jong. Om iets te leren over de geschiedenis van de stad. Een stel criminelen vonden dat dat niet mocht. Stel je voor, dat je wat leert in deze tijden.

Vandaag de dag staan wereldwijd mensen op voor hun rechten of staan lijnrecht tegenover een, in hun ogen, onderdrukker. Nee, ik heb het niet alleen over Black Lives Matter. Vrouwen in Iran, Tunesië of Saoedie-Arabië trekken uit protest hun hijab af en anderen zetten hun strijd voor geloofs- en gewetensvrijheid voort in landen waar je al verdwijnt op het moment dat je je mond open trekt.

Ook nu, anno 2020, protesteert men in Nederland. Men wil graag dingen veranderd zien. Dat is mooi. Maar zoals het vaak gaat, overwint de emotie het van de ratio en is de nuance ver te zoeken in dit soort ‘wie knippert het eerst met de ogen’-spelletjes. En of je je daaraan ergert of niet, juist in Nederland waar je mag vinden en zeggen wat je wilt, waar je mag zijn wie je wilt zijn, mag je, in het land dat wereldberoemd is geworden door het poldermodel ook ongenuanceerd het debat voeren over gevoelige zaken die ons allemaal aan gaan.

Maar door het gebrek aan die nuance ligt het gevaar op de loer dat we het al lang niet meer over de inhoud hebben, maar slechts over hoe we ons eigen gelijk kunnen krijgen. In discussies over racisme of de Gouden Eeuw worden alle registers opengetrokken en vergeten we vaak dat wij de beste zijn als het gaat om consensus, waarbij alle betrokkenen aan één tafel zitten en we de kamer pas verlaten wanneer er afspraken zijn gemaakt waar eenieder zich in kan vinden.

Iedereen heeft er een mening over: opiniemakers, politici, activisten, journalisten en iedereen die even niks te doen heeft, buitelen genadeloos en onbeschaamd over elkaar heen. Met welk effect? Om er wijzer van te worden? Om iets veranderd te krijgen? Om de ander een ander perspectief te laten zien? Of gewoon om je eigen gelijk te halen? Iemand zei ooit tegen me: ‘Een goed debat is er één met impact. Met impact krijg je zaken in beweging.’ De vraag is: welk soort impact dan?

Zouden we die nuance wel waarborgen en in bescherming nemen, dan stonden we elkaar nu minder naar het leven. Dan werden stapsgewijs compromissen gesloten en zouden we merken dat veranderingsprocessen constant gaande zijn. Al eeuwenlang.

In het boek Zijn naam is klein beschrijft Simon Rozendaal het leven van een van de meest befaamde figuren uit de vaderlandse geschiedenis, Piet Hein. Simon stelt hiermee zichzelf en ons eigenlijk de vraag hoe we moeten omgaan met het Nederlandse omstreden verleden. De slavernij, de Gouden Eeuw en het kolonialisme. Hoe we dat debat zouden horen te voeren.

De polarisatie binnen dat debat in Nederland, over de vaderlandse geschiedenis, is nu een tijdje gaande, met als laatste veldslag het besmeuren van het standbeeld van Piet Hein vannacht in Rotterdam. Maar ook de afgelopen jaren hebben we ermee te maken gehad, bijvoorbeeld bij het besluit van het Amsterdam Museum om niet langer de term Gouden Eeuw te gebruiken omdat deze niet de lading zou dekken van de 17e eeuw. Straatnamen moeten veranderd worden en standbeelden gesloopt. Een standbeeld slopen lijkt mij niet de beste manier omdat, wanneer zo’n standbeeld daar niet meer op een sokkel, midden op het plein pronkt, we het debat over de geschiedenis ervan überhaupt niet meer kunnen voeren. 

Natuurlijk is de Nederlander niet trots op de zwarte bladzijden uit de vaderlandse geschiedenis. En die geschiedenis, goed of fout, hoort er eenmaal bij. En we vergeten beide kanten niet. We zijn trots op de positieve kanten, en door onder andere juist die standbeelden en straatnamen, blijven we bewust van het feit dat er ook negatieve kanten zijn. We hebben ervan geleerd en doen het nu gelukkig anders. Dat kun je van veel andere landen helaas niet zeggen. Volkskrant-columnist Erdal Balci schreef ooit: ‘In een wereld waar zowat in alle beschavingen slaven werden gehouden, worstelen we met een gewetensvraag die alleen in het Westen de geesten kwelt. Het vermogen om in de spiegel te kunnen kijken, om de eigen ziel op de pijnbank te kunnen leggen, is iets van de westerse wereld.’

Het is goed dat die groepen er zijn en een ander geluid laten horen. Maar het probleem is dat de ratio hier voortdurend wordt overmeesterd door emoties. Door activisme te koppelen aan geschiedenis, probeert men gebeurtenissen te gebruiken om moreel gedrag te bepalen of om er een eigen identiteit aan te ontlenen. Overigens vind je dit soort activisme niet alleen bij groepen als Kick Out Zwarte Piet of De Grauwe Eeuw. Mensen die aan de andere kant alleen maar lof uiten over diezelfde geschiedenis, bestempel ik ook als activist in deze.

Het zou de mensen die er met gestrekt been ingaan en eisen dat dat standbeeld neergehaald wordt, sieren wanneer ze zich eerst zouden laten informeren over dat standbeeld, alvorens de vandaal uit te gaan hangen. De nuance interesseert ze niet. Net zoals het standbeeld, moet ook de nuance dood. Het politieke antwoord, wereldwijd hierover? ‘Laten we standbeelden neerhalen en televisieseries in de ban doen. Misschien stoppen ze dan wel met protesteren.’ Dit getuigt vooral van desinteresse, wegduiken en redden wat er te redden valt.

Groepsdenken of identiteitspolitiek. Ik schreef eerder al over hoe gevaarlijk dat is. Die mensen gaan liever uit van de normen en waarden van de eigen groep en de aversie die men heeft jegens anderen. Ja, en sommige groepen hebben het vanuit de Verenigde Staten overgewaaide identiteitspolitiek zelfs verheven tot verdienmodel. Subsidie verkrijgen van de Nederlandse staat om te kankeren op diezelfde staat. Ook dat kan gelukkig in dit land.

Vroeger leerde ik op school dat objectieve geschiedschrijving niet bestond. Geschiedenis wordt geschreven door overwinnaars of wordt onvermijdelijk bepaald door het eigen waardeoordelen en de omstandigheden waarin men leefde. Het verleden is geen definitief beeld en onze omgang daarmee is daarom minder rationeel dan we zouden willen. En daarom is het noodzakelijk om die nuance altijd te blijven koesteren.

Het Nederlandse verleden hoeft ons niet alleen te verdelen. Het kan ons namelijk ook verbinden. Met name het ontstaan van Nederland, de opstand tegen die dekselse Spanjaarden – een van de eerste revoluties in de westerse wereld – waarbij men die gekke Hollanders in eerste instantie voor gek verklaarden omdat ze het durfden op te nemen tegen zo’n grootmacht.

Dat is ook aansprekend voor Nederlanders wiens ouders of grootouders in een ander land zijn geboren. De strijd voor vrijheid, rechten en geloofs- en gewetensvrijheid was en is er ook één voor deze groepen mensen. Want had men die opstand toen niet durven te ontketenen, dan was Nederland nu geen baken van vrijheid, tolerantie, diversiteit en democratie, waar we nu allemaal de vruchten van plukken. En over selectiviteit gesproken: als kind leerde ik dat de Haarlemse admiraal Jan Janszoon een held was omdat hij tot de islam was bekeerd. Dat hij daarnaast vooral een beruchte en moordende piraat was, lieten ze in het midden.

Die nuance vinden we wel terug in het fijn geschreven boek van Simon Rozendaal. Over dat Piet Hein bijvoorbeeld al jaren dood was voordat de slavernij losbarstte. Dat Amsterdam al schatrijk was nog voor de periode van het kolonialisme. Dat die rijkdom bovenal was opgebouwd door eerlijke handel met de landen om de Oostzee. 

Nee, Nederlanders waren geen lieverdjes. En de Gouden Eeuw was soms vaker zwart dan goud. Maar het bracht ook wetenschap, kunsten, alfabetisering en tolerantie voor andere godsdiensten met zich mee. Je kunt pleiten om de term Gouden Eeuw aan te passen of zelfs nooit meer in de mond te nemen. Maar wat bereik je daarmee? De lading ervan zal altijd hetzelfde blijven. Zowel de positieve, als de negatieve kanten daarin. Laten we, ondanks de negativiteit en tussen al het geweld van schreeuwerige krantenkoppen en nietszeggende statements, plunderingen en rellen, de positiviteit en alle zaken die ons met elkaar verbinden, niet uit het oog verliezen.  

We hebben met z’n allen en vooral ook individueel een verantwoordelijkheid om juist de mooie dingen des levens een podium te geven. Niet alleen oordelen over anderen, terwijl je het eeuwige slachtoffer speelt. En vooral uitgaan van je eigen krachten. Want wanneer je een tikkeltje minder oordeelt over andere mensen, komt de ratio, nuance en begrip ongetwijfeld weer boven drijven. Zonder te haten of met de vinger te wijzen. Laten we daarom proberen de nuance te reanimeren en daarna vooral in leven te houden. Wellicht ook met gebruikmaking van de term ‘de Gouden Eeuw’. Want met de wens, en soms ook de eis, van het laten verdwijnen van een deel van de geschiedenis bereik je helemaal niks.

 

¹ Update 14:32 u. Aanvankelijk was vermeld dat het om het standbeeld van Piet Hein ging, maar de actiegroep vergiste zich.

 

foto: F.Eveleens – Eigen werk – CC BY 3.0

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.

Vorig artikelFilms cancellen is lobotomie op de geschiedenis
Volgend artikelRacisme is niet alleen wit – iedere kleur discrimineert
Rachid Benhammou is cultureel ondernemer en journalist. Hij schreef samen met Boris van der Ham het boek 'Nieuwe Vrijdenkers'.