In het pre-lockdown tijdperk zit ik op het terras van mijn geliefde Les Deux Magots en geniet ik van al het moois des levens. Maar ik moet inspiratie opdoen. Bedenken wat ik op papier moet zetten. En dat kan heel goed in Parijs, de thuisbasis van zowel Franse als buitenlandse dichters, schrijvers en vrijdenkers. Terwijl ik voor me uitstaar en merk dat iemand naast me gaat zitten, word ik uit mijn hoopvolle gedachten gesleurd en besef ik dat ik me gewoon in een Rotterdams café bevind. Naast me zit een stamgast, die me een douw geeft en zegt: ‘Hé, ouwe denkmongool! Waar zit jij met je gedachten, joh? Je bier slaat dood, pleurisjong!’

Ik leg hem uit dat ik nadacht over wat ik in Darwin’s naam zou moeten schrijven en voordragen op het alternatieve Boeckenbal, georganiseerd door Arthur van Amerongen en zijn partner in crime Rob Muntz. Mijn vriend, columnist en Dwarsdenker Des Vaderlands Arthur van Amerongen is dit jaar overigens genomineerd voor de Pim Fortuynprijs, vanwege zijn originele invalshoeken. ‘Hij is nergens bang voor en gaat geen discussie uit de weg, integendeel, hij entameert die juist zelf. Humor is een effectief wapen. Van Amerongen past in het rijtje columnisten dat begon bij Pim Fortuyn en dat de publieke opinie een (lach)spiegel voor wil houden,‘ aldus de jury. En terecht.

‘Van Amerongen? Dat is toch die dikke van Boer Zoekt vrouw?’ Ik lachen. Hij lachen. Dan zegt hij: ‘Waarom schrijf je niet over je moeder? Je hebt me vaak verhalen verteld over die mooie, lieve, maar vooral sterke en rebelse vrouw die jou heeft gemaakt tot wat je nu bent.’ Op dat moment herinner ik me dat het 8 maart is, internationale vrouwendag. En dat ik eerder op de dag op m’n mobieltje beelden van vrouwen op de Dam zag, luid schreeuwend en zwaaiend met Palestijnse vlaggen.

De man had gelijk. Ik heb het te weinig over mijn lieve moeder, de sterke, mooie vrouw die het voortouw nam voor de zorg van zeven kinderen en haar echtgenoot. Maar wel altijd rebels bleef. Mijn vader, de wijze intellectueel, heeft mij dan wel gevormd, maar mama heeft mij gesterkt. Door haar verschijning, maar vooral door haar kracht en eigenzinnigheid.

Mijn moeder was begin jaren 60 de eerste en tot nu toe ook de laatste vrouw die in haar conservatieve dorp in het Rifgebied de plaatselijke bioscoop van binnen had gezien. Een mannenbolwerk waar je u tegen zegt. Op een dag kreeg ze het op haar heupen en vroeg zich af waarom zij ook niet van een foute Bollywoodfilm mocht genieten. En zo gebeurde het dat ze mijn vader meesleurde en eiste dat ze naar binnen ging. De bioscoopmedewerkers wisten van schrik niet wat ze moesten doen en lieten de tortelduifjes hun gang gaan.

Oké, het was geen bus, maar de vergelijking met Rosa Parks was snel gemaakt, toen ze me dit verhaal jaren later, op haar sterfbed, trots en met een listig glimlachje op haar gezicht vertelde. Ja, zelfs toen de artsen haar hadden opgegeven, bleef ze dwars en hield ze bij hoog en laag vol dat ze dit leven pas zou verlaten, wanneer zij dat zelf wilde.

Aldus geschiedde.

Mijn moeder. Rebels, dwars en vooral sterk. Wat een verschil met die zogenaamde deugfeministen van tegenwoordig, die de echte sterke vrouwen het licht in de ogen niet gunnen. We worden doodgegooid met onderwerpen als genderneutraliteit, body positivity of inclusiviteit die deze feministen, wapperend met een Palestijnse vlag, aanhalen van achter hun hippe laptop van de zaak.

Maar wanneer het er echt om gaat, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van onderdrukking door het patriarchaat, al dan niet geïnspireerd op een religie, of de eigen keuze voor een liefdespartner, weten ze niet hoe snel ze zich moeten verschuilen achter hun aanrecht of proberen ze de echte dwarsdenkende vrouwen, die er wél om malen, monddood te maken.

De echte heldinnen op dit moment zijn de vrouwen die in landen als Iran massaal voor hun individuele rechten opkomen. Of de vrouwen in Aleppo, die eigenhandig en zonder hulp van mannen, bezig zijn met de wederopbouw van hun stad. Maar ook vrouwen in Nederland, zoals Shirin Musa van Femmes For Freedom, of de hoofdpersonen in het boek Nieuwe Vrijdenkers van Boris van der Ham en mij, die het lef hadden om uit de groep te stappen. En dan vooral de dames, want die hebben uiteraard nog meer te verliezen dan de heren ex-moslims.

De vrouwen die zich, met alle gevolgen van dien, onttrokken hebben aan de immense sociale wurggreep van de eigen omgeving. De meiden die voor hun carrière, eigen geluk en seksleven zijn gegaan en nu fier en zelfstandig met zaken bezig zijn, waar menig feministe een natte van zou krijgen. En daar dan niet stiekem of hypocriet over doen maar met geheven hoofd de confrontatie aangaan.

Men geeft liever aandacht aan de zogeheten ‘powervrouwen’ – een term om spontaan jeuk van te krijgen – die moord en brand schreeuwen wanneer ze enig racisme ontwaren of op hoge poten, gewapend met hun misplaatste selectieve verontwaardiging in hun Chaneltasje, naar een hoofdredacteurtje stappen om het ontslag te eisen van een columnist.

Deze hedendaagse nepfeministen kunnen een groot voorbeeld nemen aan een vrouw als mijn moeder. Een vrouw die zich niet lang geleden, met weinig middelen, toch heeft weten te transformeren tot een grote leerschool voor komende generaties. Mijn moeder was niet veroordeeld tot een slaaf van het verleden, om te herleven wat haar overgrootmoeders hebben doorstaan. Nee, zij zocht een evenwicht tussen het moderne en traditie, al was dat niet altijd even makkelijk. Zij was de leidster van ons gezin én van de samenleving. En maakte sociale veranderingen mogelijk, die nodig waren om te streven naar vrijheid en gelijkheid.

De vrouw die zich uitstrekte over twee culturen en soms worstelde om te bloeien, omdat ze gevangen zat tussen de geruststellende aantrekkingskracht van eeuwenoude tradities enerzijds en de eisen en uitdagingen van de moderniteit en hedendaagse samenleving anderzijds. Dát is een powervrouw.

Nu ik hier mijn moeder aan het ophemelen ben, in aanloop naar mijn derde Moederdag zonder haar, vraag ik mij af: dwarsdenkers – wat zijn dat? Waarom staan die niet op voor de echte heldinnen? Waarom wordt er zo weinig over deze nieuwe vrijdenkers geschreven en gesproken? Zo eng zijn ze niet. Geloof me. Maar ze verdienen wel onze steun.

Misschien ben ik, te midden van de dwarsdenkers, meer een dwarsligger. Dat ligt me namelijk beter, als luie Rotterdamse Relberber zijnde. En mijn moeder had, als ze de beste man ooit had gekend en ze nog zou leven, ons met haar mooie ogen aangestaard en Harry Jekkers aangehaald. Want die zei ooit: ‘Wat je ook doet in het leven, blijf altijd dwarsliggen. Dan ben je later moeilijker te begraven.’

Deze column werd eerder uitgesproken tijdens het Boeckenbal in de Zaanse Bullekerk.
Beeld: Levi Guzman via Unsplash

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.

Vorig artikel‘Waarom hebben we wel straaljagers op voorraad, maar geen beademingsapparaten?’
Volgend artikelDe moderne aflaat van Arnon Grunberg
Rachid Benhammou is cultureel ondernemer en journalist. Hij schreef samen met Boris van der Ham het boek 'Nieuwe Vrijdenkers'.