Waar Geert Wilders met zijn laatste verkiezingsprogramma moslims de facto tot tweederangsburgers degradeert, kan Sigrid Kaag haar dedain voor een ander deel van het electoraat evenmin verbloemen. Ze zegt Nederland te willen ‘verbinden’, maar sluit PVV- en FvD-kiezers bij voorbaat uit. Geen wonder dat politicoloog Eelco Harteveld van de UvA vorig jaar tot de conclusie kwam dat de polarisatie in Nederland substantieel toeneemt.
Nu kan enige polarisatie in een gezonde democratie geen kwaad, maar de intolerantie tegenover mensen met een andere mening neemt inmiddels schrikbarende vormen aan. Als we de uit de Verenigde Staten overgewaaide cancelcultuur geen halt toeroepen, leven we straks in een net zo sterk gepolariseerde samenleving als de Amerikaanse.
Cancelcultuur en laffe universiteiten
En dat is geen prettig vooruitzicht. Vorig jaar werd het Capitool bestormd door Trump-aanhangers, alleen met hulp van Poetin lijken Democraten en Republikeinen nog in staat tot enige vruchtbare samenwerking en de woke-ideologie verdeelt de Amerikaanse academische en journalistieke wereld tot op het bot.
De aanhangers van de zogenaamd progressieve woke-ideologie denken in absolute termen van goed en kwaad en dulden geen enkele tegenspraak. Criticasters worden net zo lang onheus bejegend, belasterd of zelfs bedreigd tot zij hun baan verliezen. Het gaat hierbij niet om docenten of journalisten die racistisch of transfoob zijn, maar om mensen die het wagen enige kritische kanttekeningen te plaatsen bij het woke-gedachtegoed.
Zo werd een schoolhoofd in Vermont ontslagen omdat zij op Facebook liet weten wel ‘black lives’ maar niet de Black Lives Matter-beweging te steunen. Het bestuur gaf toe dat er geen enkele reden was om aan te nemen dat het schoolhoofd er racistische ideeën op nahield, maar het idee dat haar bericht als racistisch kon worden opgevat volstond om haar te ontslaan. Lees waarom Peter Boghossian na een jarenlange strijd zijn baan als docent aan de Portland State University heeft opgegeven en je weet niet wat misselijker maakt: de methodes van de woke-activisten of de lafhartigheid van het universiteitsbestuur.
In het Verenigd Koninkrijk is het niet veel beter
Dichter bij huis viert de cancelcultuur eveneens hoogtij. Toen de Britse auteur J.K. Rowling grapte dat we ‘mensen die menstrueren’ misschien gewoon ‘vrouwen’ konden noemen, wekte ze de toorn van de transbeweging. Rowling ontving honderden doodsbedreigingen en transactivisten riepen op tot een boycot en verbranding van haar boeken. Volgens de voorzitter van de Britse schrijversvakbond hoeven we daar echter niet al te zeer om te treuren, want ‘mensen met macht, geld en invloed ervaren niet hetzelfde effect van onlinemisbruik als mensen met minder macht’.
Studenten op de Sussex University ontketenden een vergelijkbare lastercampagne tegen professor filosofie Kathleen Stock. Ze eisten haar ontslag. Stock en Rowling steunen transrechten, maar zijn geen voorstander van zelfidentificatie zoals vastgelegd in de Schotse transgenderwetgeving. Beide vrouwen vrezen dat kwaadwillende mannen de wet gebruiken om toegang te krijgen tot sekse-specifieke ruimtes zoals kleedkamers en blijf-van-mijn-lijfhuizen. De filosofe werd dusdanig bedreigd dat de politie haar adviseerde camera’s bij haar huis op te hangen en met lijfwachten naar haar werk te gaan. Net als Boghossian ontving Stock geen steun van het universiteitsbestuur en stapte uiteindelijk zelf op.
Identiteitsdenken en de diversiteitsagenda
Zo ver als in Amerika en Engeland gaat het in ons land nog niet. Toch rukken het identiteitsdenken en de cancelcultuur hier ook steeds verder op. Hoewel de diversiteitsagenda van voormalig onderwijsminister Van Engelshoven sterk werd afgezwakt door de Tweede Kamer, voeren universiteiten toch allerlei gender- en diversiteitsplannen door omdat ze anders onderzoeksfinanciering uit de EU mislopen. Tegelijkertijd eisen activistische studenten om niet geconfronteerd te worden met specifieke woorden, teksten of denkers. Zelfs als men hier niet aan toegeeft, creëert het een angstcultuur om de ‘verkeerde’ mening te hebben en belemmert het kritisch (leren) denken.
Ook de cultuursector wordt geteisterd door een diversiteitsdenken waarin het niet draait om gelijke kansen maar om gelijke uitkomsten, waarin diversiteit van identiteiten wordt toegejuicht maar die van ideeën niet. De Code Diversiteit en Inclusie verplicht kunstinstellingen om een ‘actieplan diversiteit en inclusie’ op te stellen. Turven ze onvoldoende identiteiten? Zeg maar dag tegen je subsidie. Uitgevers stellen sensitivity readers aan uit angst om bepaalde minderheden te kwetsen. Marieke Lucas Rijneveld won weliswaar de International Booker Prize, maar haar huidskleur was te bleek om het gedicht van de Afro-Amerikaanse Amanda Gorman te vertalen. Het kunstwerk Destroy my face werd verwijderd omdat het vrouwonvriendelijk zou zijn, terwijl het juist een aanklacht is tegen het schoonheidsideaal waarvan vrouwen de dupe zijn.
De schrikbarende intolerantie tegenover andere meningen
Hoe zorgwekkend deze ontwikkelingen in de onderwijs- en cultuursector ook mogen zijn, het daadwerkelijk cancellen van tegenstanders vindt vooral plaats in het integratiedebat. Zelfs gematigde stemmen als Fidan Ekiz, Shirin Musa en Lale Gül krijgen te maken met karaktermoord, intimidatie en bedreiging. Het is net zo weerzinwekkend als de racistische bagger die Sylvana Simons over zich krijgt uitgestort. Ook als je Simons’ ideeën over ‘systemisch racisme’ flauwekul vindt, kun je erkennen dat racisme nog steeds een belangrijke rol speelt op de arbeidsmarkt en tijdens de Toeslagenaffaire.
De gemene deler van al deze voorbeelden is de schrikbarende intolerantie tegenover mensen met een andere mening. Het leidt niet alleen tot een steeds verdergaande polarisatie zoals in Amerika, de vrijheid van meningsuiting verliest ook elke betekenis als we haar niet gunnen aan de mensen wier ideeën we verwerpen of zelfs verachten. Misschien is het een idee als we onze morele verontwaardiging eens een tijdje gepaard laten gaan met een hartstochtelijk pleidooi voor het recht van onze tegenstanders om hun stompzinnige ideeën de wereld in te slingeren.
Dit artikel van Vrij Links-redacteur Remy Reuvekamp verscheen vandaag ook bij EW Podium. Het is het derde deel in de serie Een Pleidooi voor Vrijmoedigheid, een samenwerking van Vrij Links, EW Podium en de Spinozagroep Wij willen gezamenlijk een lans breken voor tolerantie in politiek en samenleving. Een gebrek aan verdraagzaamheid voor andermans ideeën keert immers niet alleen als een boemerang terug in je eigen gezicht – een gezonde democratie is ook gebaat bij moedige politici en burgers.
Foto: Drie Nederlandse Kamerleden die louter om hun mening te maken hebben met schandelijke bedreigingen.
Beeld via Depositphotos