De eurolanden vliegen elkaar in de haren over het wel of niet invoeren van de eurobonds. Maar wat zijn eurobonds eigenlijk?
Heel simpel gezegd zijn het schuldpapiertjes waarop staat: ‘alle eurolanden bij elkaar staan garant voor deze schuld.’ Waarom zou je dit willen?
Het is met name gunstig voor landen die nu kampen met hoge rentebetalingen. Door de verantwoordelijkheid voor de terugbetaling te verdelen over alle landen gaat de leenrente omlaag – omdat een investeerder meer vertrouwen zal hebben dat het bedrag uiteindelijk terug zal worden betaald. En als een investeerder minder risico loopt, wil hij minder rente.
Het is dus een manier voor met name de zuidelijke landen om goedkoper geld te lenen en zo de economie te stimuleren.
Onder andere Nederland en Duitsland liggen al een tijdje dwars. Zij hebben al nationale steunpakketten aan de bevolking en het bedrijfsleven aangekondigd waarvoor zij zichzelf in de schulden steken, en hebben dan ook geen zin om ook nog garant te staan voor de schulden van andere eurolanden. Voor Nederland zou het daarnaast extra zuur zijn.
Nederland heeft als land een lage staatsschuld, maar Nederlanders zelf hebben een hoge huishoudelijke schuld. Met andere woorden, heel veel Nederlanders hebben zeer hoge schulden (een van de hoogste ter wereld), met name door onze huizenmarkt.
Omdat Nederland met deze eurobonds wel garant zal staan voor schulden van alle andere lidstaten, maar andere lidstaten niet hoeven bij te springen als onze private schuldenbubbel (weer) uiteenklapt, creëert het een asymmetrische solidariteit. Het is eenrichtingsverkeer, zeg maar.
Stel, jij hebt een huis met een hypotheek van 300.000 euro, maar wel een beetje spaargeld. Je vriend heeft een afbetaald huis, maar staat op dit moment in het rood op zijn creditcard. Is het dan eerlijk dat jij aan de rente op de lopende rekening van je vriend meebetaalt, als deze vervolgens niet bijspringt als jij je hypotheeklasten niet kan betalen?
Los van deze praktische overwegingen, is er een veel groter probleem dat als een zwaard van Damocles boven onze economieën hangt. Het echte probleem wordt hier niet mee aangepakt. Nee: het wordt zelfs groter gemaakt. Europa bevindt zich in een gigantische schuldencrisis. In noordelijke landen zoals Nederland en Denemarken gaat het vooral om private schuld (dat wil zeggen: schulden van mensen, met name hypotheken). In het zuiden zijn de staatsschulden juist vele malen hoger. De oplossing op dit moment is niet om nog meer schulden te creëren.
Het is overigens nog maar de vraag is het goed zou zijn voor de Italiaanse bevolking om nog meer afhankelijk te worden van EU-geld. In het verleden hebben we gezien dat de EU niet schroomt om samen met het IMF democratieën op non-actief te zetten. Meer bezuinigingen, afkalving van het sociaal stelsel en nog meer verkoop van cultureel erfgoed. Zelfs met eurobonds zal de onderliggende schuldencrisis dooretteren.
De benodigde stimulans kan op dit moment gegeven worden door nationale overheden zelf, bijvoorbeeld via helikoptergeld – een gift, dus geen lening – waar dan ook geen schuld tegenover moet staan. Om de staatsschuld niet verder op te laten lopen kan de overheid ervoor kiezen om de winst- en dividendbelasting gelijk te trekken met de laagste schijf inkomstenbelasting. Deze kunnen beide naar 30%, om zo bestedingsruimte voor de overheid te creëren. Het zou dan gaan om een bedrag van minstens 10 à 15 miljard euro op jaarbasis die je meer ophaalt. Hiermee kun je de schulden die je nu maakt in de komende jaren weer afbouwen.
De hevige discussies over de eurobonds lijken de fundamentele problematiek te overschaduwen. Er zijn hervormingen nodig in ons geldstelsel, onze schuldenberg en ons belastingsysteem. Schuiven met schuldpapiertjes gaat deze malaise niet oplossen.
Beeld: Pixabay