Ik herinner het me nog goed. Het was 2015 en ik zou voor studentenstichting United Netherlands naar de Verenigde Staten gaan, om een VN-simulatie bij te wonen. ‘The land of the free and the home of the brave,’ en nog naar Manhattan ook. Ik hoorde New York, New York al zachtjes in mijn hoofd afspelen in de aanloop naar de reis over de grote plas.
Nederland lijkt best op Amerika, dacht ik. Wij hadden immers de eerste McDonald’s op het continent (Zaandam, 1971 om precies te zijn). Ook hadden we van oudsher goede relaties gehad met elkaar. Zo had Nederland de jonge staat in de 18e eeuw gesteund in haar onafhankelijkheidsstrijd, iets wat de Engelsen ons niet in dank afnamen.
Toen onze koffers op Newark Liberty International Airport van de band afrolden (en mijn reisgenoot staande werd gehouden omdat in zijn koffer een pak documenten met Sovjet-emblemen zat omwille van de VN-simulatie), dacht ik dan ook een soort nieuw Europa in te stappen.
Het was februari, en behoorlijk koud. Dik onder de nul. We liepen door 45th Street op zoek naar een leuk koffietentje. Dat was al niet makkelijk in Manhattan. Op een gegeven moment liepen we langs een dik ingepakte man met een banner van de fastfoodketen Subway in zijn handen. Als een rots die de constante klappen van de zee moest incasseren, stond deze meneer zielsalleen bloot aan de tucht van de ijskoude, snijdende wind. Natuurlijk zijn er in Nederland ook rotbaantjes, maar ik vraag me oprecht af of de Arbowet het hier zou toelaten om een werknemer zomaar uren in de ijskoude wind buiten te laten staan.
Toen we hem passeerden keek ik hem kortstondig in de ogen. Hij keek terug. Zijn ogen leken leeg, emotieloos. Alsof er een vertroebelend membraan op was gegroeid, dat de hardheid van het bestaan moest afweren. De rest van de dag moest ik eraan denken, aan die blik. Na het opgeven van de zoektocht naar een plek met sfeer, ploften we neer bij een McDonald’s. De schoonmakers daar keken hetzelfde als de man eerder. Een lege blik in de ogen, geen contact met de buitenwereld en een teneergeslagen houding. Ook hier voelde het wezenlijk anders dan in Nederland. Misschien heeft het te maken met de permanente instinctieve overlevingsdrang die het bewustzijn vernauwt, daar waar een Nederlandse medewerker op zijn minst nog iets van een vangnet heeft om op terug te vallen.
Misschien heeft het maken met je hersenen, die gewoon kortsluiting ervaren wanneer de financiële zorgen zich opstapelen. Als student in Leiden was er een korte periode dat ik als hoofdhuurder een nieuwe huisgenoot moest zoeken, omdat de totale huur te hoog voor mij was. Ik kan je vertellen, dat waren drie buitengewoon stressvolle weken, waarbij ik verder niets gedaan kon krijgen. En dat is nog maar een fractie van de situatie waarin veel Amerikanen, een ook steeds meer Nederlanders zich bevinden.
In de dagen in New York die volgden viel het me ook op dat er regelmatig daklozen aan de zijkant van de weg zaten. Met drie lagen slaapzakken en kapotte handschoenen zaten zij met een bekertje in hun hand, hopend op een gift. Het waren er dermate veel dat ze op een gegeven moment bijna niet meer opvielen in het straatbeeld. Langzamerhand kwam ik tot de conclusie dat Amerika een compleet ander land was dan de West-Europese landen met een adequate verzorgingsstaat. Een keihard en ijskoud land.
Er valt genoeg te klagen over Nederland. De lastendruk in Nederland is hoog, en de lastendruk verschuift helaas steeds meer naar modaal en benedenmodaal, onder meer door een hogere energierekening, eigen risico en de verhoging van het lage btw-tarief.
Ik zag in de Verenigde Staten waar het uitkleden van een verzorgingsstaat tot kan leiden, en in Nederland gaan we onder Rutte al tien jaar langzaam die kant op. Los van de economische overwegingen, ben ik bang dat de ‘ieder voor zich’-mentaliteit een duistere schaduw over onze samenleving kan werpen, die de spanningen in het land alleen maar gaat vergroten. Terug in Nederland was ik toen, na mijn reis in 2015, maar al te blij dat sommige belastingen hier dan wat hoger zijn. Hier was de menselijke maat nog enigszins te vinden.
Nog wel.
Beeld: Kuzmafoto