Met enige regelmaat valt er op de sociale media te lezen dat het beleid van Rutte III hoegenaamd ‘links’ is. De regering zou ‘het meest linkse kabinet ooit zijn’, aldus Wynia’s Week aan het eind van 2019. Doordat er een klimaatakkoord is gesloten en er migratie plaatsvindt, betoogt men dat ‘linkse stemmers hun vingers aflikken’ bij het huidige beleid.
Ik weet niet waar die stemmers te vinden zijn, want ik ken er namelijk geen. De ironie wil dat het beleid van tien jaar Rutte zo kil is dat zelfs ‘the Iceman’ Wim Hof er koude rillingen van zou krijgen.
Om het nog even kort op te sommen:
Nee, het verhogen van de deurwaarderskosten midden in een pandemie en financiële crisis is niet ‘links’.
Nee, de belastingvrije schenking die vermogende ouders aan hun kinderen mogen doen om hen op de woningmarkt een voorsprong te geven ten koste van andere starters is niet ‘links’.
Nee, het voornemen om de dividendbelasting af te schaffen om buitenlandse beleggers een cadeautje te geven is niet ‘links’.
Nee, het verhogen van de laagste BTW-schijf op basisproducten is niet ‘links’.
Nee, de ‘Opslag Duurzame Energie’-belasting die vooral bij de lage- en middeninkomens neerslaat en niet bij het grootbedrijf is niet ‘links’.
Nee, de privatisatisering van het Nederlandse vaccininstituut Intravacc in het midden van een pandemie is niet ‘links’.
Nee, het negeren van de eerste motie van Afkeuring uit de Eerste Kamer sinds 1875, over de schandalig hoge huurprijzen, is niet ‘links’.
Nee, het constant verhogen van het eigen risico (de boete op ziek zijn) is niet ‘links’.
Nee, het verhogen van de laagste schijf inkomensbelasting naar 37% om de hoogste schijf te kunnen verlagen naar 49% is niet ‘links’.
Nee, het afschaffen van de inkomenseis van de huishoudelijke hulp, waardoor vooral hogere inkomens gebruik zijn gaan maken van de voorziening en het bijkans onbetaalbaar is geworden is niet ‘links’.
Overigens zijn vrijwel al deze negatieve effecten lang en breed voorspeld voordat de wetgeving werd ingevoerd. Toch moest en zou de sloopkogel van Rutte zich een weg door het publieke domein banen.
Het frame lijkt overigens wel te werken. Links is bijkans synoniem geworden voor regeldruk, hogere lasten en intolerantie. Deels is dit terecht, daar waar het Groenlinks-beleid in Amsterdam soms veel weg heeft van burgertje pesten, maar veel van de onvrede over het beleid van Rutte lijkt geprojecteerd te worden op de partijen aan de linkerkant van het politieke spectrum.
Velen zullen ook een afkeer voelen van de term ‘links’ door de activistische flanken, die in elk grapje of elke verspreking genoeg aanleiding zien om iemand op de digitale brandstapel te mieteren.
Toch zijn dit relatief recente verschijnselen, die niet vanaf het begin in de arbeids- en vakbeweging aanwezig waren. Een terugkeer naar de basis lijkt er echter op dit moment nog niet in te zitten. Opgezweept door het Amerikaanse circus lijken de ‘culture wars’ zich ook in het klein op het Nederlands toneel te voltrekken.
Het lijkt vooral belangrijk te zijn wie ‘goed’ en wie ‘fout’ is, soms op basis van religieuze achtergrond, soms op basis van huidskleur, soms op basis van politieke overtuiging. Klinkt als een recept voor succes (ahum). En zo zullen vele Nederlanders het woord ‘links’ in de nabije toekomst met weinig liefkozing over de tong laten glijden.
Tot men zich realiseert dat het economische verhaal het winnende (en het enige) verhaal is.
Tot die tijd zal links vaak de schuld gaan krijgen voor beleid dat ze zelf niet eens maken. Maar goed, we zaten met z’n allen gelukkig lekker in ons eigen gelijk, en vooral aan ‘the right side of history’.
Elk nadeel heb z’n voordeel.